Aan de Februaristaking gingen protesten van werklozen en werfarbeiders vooraf
De staking was een indrukwekkend antwoord van mede door linkse stromingen geïnspireerde arbeiders op jodenvervolging. Er was weinig nationaals aan. Onder deze arbeiders leefde het idee van solidariteit, een solidariteit die ze hadden leren waarderen in hun strijd voor betere arbeidsvoorwaarden. Arbeiders hadden ervaring met saamhorig verzet, sommigen waren daar als het ware door eerdere strijd in getraind. Dat is het tweede lijntje dat naar de Februaristaking voert. Het betrof daar werklozen en mensen die op scheepswerven werkzaam waren. “Amsterdamse werklozen voerden acties op projecten in Noord-Holland, in het Gooi en nabij Amersfoort waar zij tewerk waren gesteld. Werkverschaffingsarbeiders demonstreerden in de hoofdstad en eisten verhoging van hun uitkeringen. Toen de Duitse bezettende macht in Amsterdam-Noord metaalarbeiders in scheepswerven wilde dwingen in Duitsland te werken, kwam het ook daar tot protesten.” Wat er op de herdenkingssite niet bij wordt verteld, maar wat van groot belang is: de protesten hadden nog succes ook. Tewerkgestelden demonstreerden bijvoorbeeld op 23 december 1940, en niet voor het eerst. “Ook ditmaal had de actie een materieel resultaat: een extra winteruitkering van één week steungeld.” Eerdere protesten hadden al een langere werktijd tegengehouden. De werfarbeiders die met tewerkstelling in Duitsland bedreigd werden, kregen met een staking gedaan dat de bezetter besloot “dat de uitzending naar Duitsland volkomen op vrijwillige basis diende te geschieden en weken daarmee opnieuw voor het arbeidersverzet”. Deze staking was op 17 februari 1941 begonnen, ruim een week voor de uiteindelijke Februaristaking zelf. “De arbeiders voelden zich temeer overwinnaar, omdat iedere represaillemaatregel achterwege bleef. En zo werd de werkende bevolking van Amsterdam geleidelijk aan rijp voor de grote Februaristaking.”
Peter Storm in Februaristaking 1941: herdenken, vieren, doorvechten tegen fascisme (Ravotr)