Aanvulling op De Volkskrant: sommige ‘werklozen’ moeten jaren aan de dwangarbeid
Vandaag staat in de Volkskrant een artikelenserie* over de toestanden bij Herstelling Werk en Uitvoering (HWU) in Amsterdam, waar onder verantwoordelijkheid van wethouder Andrée van Es bijstandsgerechtigden worden tewerkgesteld met behoud van uitkering, oftewel: dwangarbeid. Het comité Dwangarbeid Nee heeft meegewerkt aan de totstandkoming van de Volkskrant-artikelen. In oktober publiceerde het comité al een kritisch rapport over Amsterdamse dwangarbeidprojecten.
Voor zover wij als comité weten, is het de eerste keer dat een journalist van een bekend landelijk dagblad is gaan graven naar de misstanden rond dwangarbeid, die individuen en organisaties de laatste jaren steeds meer naar voren brengen. Journalist Jonathan Witteman nam de tijd om alles tot op de bodem uit te zoeken. Hij interviewde dwangarbeiders die in de projecten van HWU aan de Laarderhoogtweg hadden gewerkt of die er nu werken. Sommige interviews duurden langer dan een uur. Mensen legden hun hele leven bij wijze van spreken op tafel. Alles werd opgenomen. Naar eigen zeggen heeft hij zo tientallen personen geïnterviewd, niet alleen dwangarbeiders, maar ook spreekuurmedewerkers van de Bijstandsbond, een van de groepen die meedoen aan het comité Dwangarbeid Nee, evenals Doorbraak. Verder heeft Witteman advocaten geraadpleegd die hem inzage in dossiers hebben gegeven. Tenslotte heeft hij een rondleiding gehad op de Laarderhoogtweg en de uitvoerders van het project de gelegenheid gegeven om hun visie op de gang van zaken naar voren te brengen. Het onderzoek heeft flink wat weken in beslag genomen. Het comité waardeert het bijzonder dat Witteman onze signalen serieus heeft genomen en dat hij van De Volkskrant-redactie de ruimte heeft gekregen om dit grondige onderzoek te verrichten, resulterend in de artikelenserie van vandaag. In die artikelen worden volgens ons veel van onze ervaringen en analyses bevestigd. In Wittemans artikelen staan reacties van leidinggevenden die in onze ogen op een onthullende manier duidelijk maken wat de ware en bewuste doelstellingen zijn van dwangarbeidtrajecten en de daarbij toegepaste methoden.
Aanvullingen
Hoeveel ruimte De Volkskrant ook geeft, het is vanzelfsprekend onmogelijk om in een paar krantenartikelen alle aspecten van de verhalen van dwangarbeiders, gerelateerd aan het werk op de Laarderhoogtweg, tot hun recht te laten komen. De sociale context van hun situatie blijft in de artikelen enigszins buiten beschouwing. Wij willen daarom als comité enkele aanvullingen naar voren brengen.
In de artikelen beweert de HWU-directeur dat dwangarbeiders zes tot negen maanden in zijn centrum blijven. Die uitspraak wordt verder niet van commentaar voorzien. Dat zou de indruk kunnen wekken dat de dwangarbeid na negen maanden is afgelopen. Niets is echter minder waar. Sommigen werken er namelijk al jaren. Witteman heeft ook mensen geïnterviewd die niet meer op de Laarderhoogtweg werken, maar in een ander dwangarbeidproject. Daaruit blijkt dat dwangarbeiders in diverse opeenvolgende reïntegratietrajecten worden rondgepompt en onder de in de artikelen beschreven omstandigheden werkzaam moeten zijn. Zo heeft hij iemand geïnterviewd die eerst werd verplicht om in het Amsterdamse Bos te werken, daarna in de keuken op de Laarderhoogtweg aan de slag moest en nu in een traject op de Zeehoeve zit. Een andere geïnterviewde werkt nu enkele weken op de Laarderhoogtweg, maar heeft eerder een jaar via “een participatiebaan” gewerkt. Met andere woorden: na negen maanden worden bijstandsgerechtigden doorgestuurd naar weer een ander dwangarbeidtraject. De HWU is echt bedoeld als schrikbeeld voor bijstandsgerechtigden die elders als dwangarbeider werken en die met hun klantmanager discussiëren en van mening verschillen over wat er zou moeten gebeuren. “Je moet meewerken, anders stuur ik je naar de Laarderhoogtweg!”, dat krijgen bijstandsgerechtigden vaak te horen. De eerdergenoemde man die een jaar via “een participatiebaan” had gewerkt, was na die periode wat gaan tegensputteren bij zijn klantmanager. Hij klaagde er terecht over dat hij zo niet aan het betaalde werk kwam en dat het bedrijf waar hij dwangarbeid verrichte, hem niet in dienst wou nemen. Daarop vonden er met zijn ‘baas’ onderhandelingen plaats over verlenging van “het participatiecontract”. Hij zou eerst nog eens drie maanden met behoud van uitkering moeten werken, zo eiste men. En daarna zou men wel verder zien. Toen hij daartegen protesteerde, werd hij door zijn klantmanager afgeblaft met: “Ga jij maar naar de Laarderhoogtweg!”
Geen contract
Tegen de deelnemers aan dwangarbeidprojecten wordt in het eerste gesprek gezegd: “Je moet hier zes weken werken”. Maar in het tweede gesprek krijgen ze te horen: “Je moet hier een half jaar werken”. En in het derde gesprek of in de loop van het traject verandert dat in: “Je moet hier werken tot je een betaalde baan hebt”. Steeds worden de afspraken veranderd. De dwangarbeiders worden vernederend bejegend en krijgen geen kans om langs andere wegen aan betaald werk te komen. Ze krijgen geen contract met afspraken. Mondelinge uitlatingen blijken niets waard te zijn. Uit de reacties van ambtenaren op de Laarderhoogtweg valt op te maken dat het om doelbewust beleid gaat. Een van de geïnterviewde ambtenaren meldt dat dwangarbeiders moeten leren om op tijd te komen en om te leren werken. De bedrijfssituatie wordt zo volledig mogelijk nagebootst. Ze moeten “werknemersvaardigheden” ontwikkelen.
Dat betekent dat bijstandsgerechtigden moeten “leren” om bevelen op te volgen, zonder verdere uitleg, waarbij ze ook nog eens onbeschoft worden behandeld. Ze moeten “leren” om te werken in een rechteloze positie, waarbij ‘bazen’ in het ene gesprek melden dat ze afspraken met hen willen maken die in het volgende gesprek helemaal niet blijken te zijn nagekomen. Een positie ook waarbij weinig tot niets op papier staat en bijstandsgerechtigden zijn overgeleverd aan de grillen van ambtenaren. De dwangarbeiders moeten ook nog “leren” dat ze voor leugenaar worden uitgemaakt, omdat nooit wordt geloofd dat ze ziek zijn. Ze moeten “leren” dat hun ‘baas’ hen zoveel mogelijk onder druk gaat zetten om toch te komen werken. Omdat Witteman de context van de dwangarbeiders wat te weinig weergeeft, wordt niet duidelijk dat sommigen al langer ziek zijn of in hun leven met bijzondere sociale en andere omstandigheden te maken hebben, nog voordat ze aan een dwangarbeidtraject beginnen. Die omstandigheden zullen de HWU en de gemeentelijke Dienst Werk en Inkomen (DWI) een zorg zijn. De bijstandsgerechtigden moeten immers “leren” om toch te komen werken. Met hun privé-omstandigheden wordt vaak geen rekening gehouden. De leidinggevenden op de Laarderhoogtweg bootsen een bedrijfssituatie na die van het ellendigste en miserabelste soort is. Uitbuiting en overheersing is blijkbaar wat bijstandsgerechtigden moeten “leren” te aanvaarden. Ze moeten “leren” om respectloos te worden behandeld en een onderbetaald baantje te krijgen, op het absolute minimum, waar ze de hele week voor moeten werken en waarbij ze nog steeds zijn aangewezen op de Voedselbank.
Als ze dat allemaal “geleerd” hebben, dat wil zeggen: ingestampt hebben gekregen, dan zullen ze spoedig uitstromen naar werk in de schoonmaaksector of de thuiszorg. Althans, dat is de theorie, die geheel in overeenstemming is met de neo-liberale leugen dat betaald werk voor het opscheppen ligt, als je maar wilt. In de praktijk komt daar niets van terecht. Veel mensen blijven ook na het traject aan de Laarderhoogtweg in de uitkering hangen of weten tijdelijk aan de druk te ontsnappen. Een van de geïnterviewden heeft een kleine erfenis gekregen en heeft daarom even geen uitkering meer. Het verloop onder de dwangarbeiders is groot. Ze worden ziek van de toestanden op de Laarderhoogtweg, en degenen die het wel volhouden, moeten soms jaren verplicht onbetaald blijven werken of worden uitzichtloos van het ene met de Laarderhoogtweg vergelijkbare traject naar het andere gestuurd. Veel mensen blijven in de bijstand zitten. Wat in de artikelen ook niet wordt genoemd, is dat bijstandsgerechtigden echt worden gedwongen om de maximale periode op de Laarderhoogtweg te verblijven. Ze moeten het traject volledig uitzitten, op straffe van stopzetting van hun uitkering. Willen ze naar een ander reïntegratiebedrijf gaan of willen ze een opleiding volgen, dan worden ze daarin tegengewerkt. Dat mag blijkbaar niet.
Trede drie
In de artikelen vertelt de HWU-directeur dat de bijstandsgerechtigden die gedwongen worden tewerkgesteld, op “trede drie” zitten. Ze zouden “toeleidbaar” zijn naar de arbeidsmarkt, maar ze zouden daarbij nog wel “werknemersvaardigheden” moeten aanleren. Aan de ene kant worden bijstandsgerechtigden naar de Laarderhoogtweg gestuurd die door lichamelijke, geestelijke of sociale omstandigheden niet kunnen werken, maar wel onder druk worden gezet om dat toch te doen. Die groep hoort volgens de regels van “de participatieladder” in feite thuis op “trede twee”. Aan de andere kant hebben veel bijstandsgerechtigden juist wel betaald gewerkt, soms jarenlang. Ze zijn gewend om altijd vroeg op te staan en hebben veel werkervaring. Toch moeten ook zij “werknemersvaardigheden” aanleren. Ze horen in feite thuis op “trede vier”, met het label “kansrijk op de arbeidsmarkt”. Maar toch worden ze ingedeeld op “trede drie”, dus met de verplichting om “werknemersvaardigheden” aan te leren. Dat past ook in het beleid. Deze mensen moeten namelijk “leren” om hun ambities bij te stellen (lees: te verlagen). Ze moeten ervan doordrongen raken dat een leuke baan er voor hen niet meer inzit, hoewel ze daar nog wel de kansen voor hebben. Dat overkomt veel werkzoekenden.
Een voorbeeld. Een zeer actieve alleenstaande moeder moet na een moeilijke scheiding op de Laardehoogtweg gaan wassen en strijken. Ze verricht op vrijwillige basis een heleboel nuttige activiteiten op de school van haar kinderen. Ze draait de tussenschoolse opvang en is altijd beschikbaar als de school ondersteuning nodig heeft. Maar ze wordt door ambtenaren verplicht tot wassen en strijken. Als er voor- en naschoolse opvang is, dan mag ze haar kinderen niet meer zelf naar school brengen. En de ontoereikende vergoeding voor die opvang heeft tot gevolg dat ze een deel daarvan zelf moet ophoesten. Door de dwangarbeid verliest ze dus zelfs een deel van haar inkomen. Ze mag op woensdag geen vrije dag nemen, omdat vrijdag standaard de vrije dag is. Ze wil graag klasse-assistent worden en de opleiding daarvoor op eigen kosten gaan doen. Daar sluit haar vrijwilligerswerk prima bij aan. Als ze vraagt of ze via “een participatiebaan” klasse-assistent kan worden, dan krijgt ze te horen: “Nee, dat kan niet, want we weten niet of u werknemersvaardigheden heeft”. De DWI-contactpersoon weigert bovendien om bij haar eerdere werkgevers en bij de school waar ze actief is, te informeren naar haar “werknemersvaardigheden”. Zonder bewijs wordt meteen maar aangenomen dat die vaardigheden ontbreken. In de denkwereld van dit soort klantmanagers is dat volkomen logisch. Alleen al het feit namelijk dat ze met tegenvoorstellen komt, in plaats van het Laarderhoogtweg-traject klakkeloos te aanvaarden, betekent volgens de managers op zichzelf al dat ze de “werknemersvaardigheden” nog broodnodig moet aanleren. Oftewel: ze moet nog “leren” gehoorzamen. Daarom vindt zo’n klantmanager het ook niet nodig om nader onderzoek in te stellen. Zo kan het dus gebeuren dat mensen met een arbeidsverleden van tientallen jaren, die geen moeite hebben met “het arbeidsritme”, op “trede drie” belanden.
In de ogen van de uitvoerders aan de Laarderhoogtweg is de situatie van de alleenstaande moeder niet belachelijk of onrechtvaardig. De “werknemersvaardigheid” die ze nog niet bezit, gaat erom dat ze nog moet aanvaarden dat ze genoegen dient te nemen met geestdodend, zwaar en onderbetaald flexwerk, zonder uitzicht op iets beters. Ze moet “leren” om zich erbij neer te leggen dat ze wordt afgeblaft en gekoeioneerd. De essentie van het gemeentelijke beleid wordt uitgedrukt in een reactie van de DWI, die in de Volkskrant-artikelen is opgenomen: “Hierbij is het besef belangrijk dat een toekomstige baan vaak niet voor honderd procent bestaat uit de meest uitdagende werkzaamheden, maar dat het wel een opstap naar zo’n (droom)baan kan zijn.” De clou is vanzelfsprekend dat het slechts voor enkelingen een opstap naar een wat leukere baan zal zijn. Duizenden bijstandsgerechtigden en flexwerkers accepteren hun beroerde situatie tegen wil en dank, omdat ze hopen en de illusie hebben dat ze bij die enkelingen zullen behoren. Dat is de ideologische worst die hen wordt voorgehouden. Maar voor duizenden en nog eens duizenden zal die “droombaan” er nooit komen.
Piet van der Lende
* In De Volkskrant staan vandaag de artikelen “Is dit zinvol”, “Schoenen poetsen voor de bijstand”, “Met een grijper peuken van ambtenaren opruimen” en “Niet lunchen met collega’s: dertig procent gekort”.
Iris, ik begrijp je best. Maar waar gaan we toch met z’n allen heen als we dit beleid maar blijven pikken. Kun jij van een bijstandsuitkering rondkomen? Ik niet hoor. Nou dat wordt een lekkere toekomst dan als je moet blijven werken voor je uitkering. En reken daar maar op!
Dat ik in de Wajong zit, komt omdat ik een WSW-ondergrensindicatie heb. Ik heb een aantal jaren bij een WSW-bedrijf gewerkt, maar door de vele omgevingsprikels (lawaai, harde muziek op het werk), soms hoge werkdruk, moeite met de sociale interactie met andere collega’s en vele collega’s om mij heen raakte ik overspannen en kwam ik zelfs in een depressie terecht. Vanwege mijn autistische beperking kon ik dat niet aan. Bedrijfsarts zei in de rapportages dat de WSW niet geschikt voor mij was. Zodoende gaf het CWI na uitgebreid onderzoek mij een WSW-ondergrensindicatie en ben ik nu aangewezen op Arbeidsmatige Dagbesteding. Nu weet ik niet of Wajong’ers die wel gewerkt hebben en nu een WSW-ondergrensindicatie hebben bij de herkeuring ook in de Bijstand terecht zullen komen. Bij een WSW-ondergrensindicatie ben je namelijk niet geschikt voor arbeid binnen WSW-verband, laat staan dat je dan ook nog in het reguliere bedrijfsleven terecht zou kunnen!
Als CAD-tekenar bij het werkproject werk ik op eigen tempo en er is daar geen werkdruk. Zou ik in het reguliere bedrijfsleven CAD-tekenaar zijn, dan krijg ik te maken met hoge werkdruk, krappe deadlines en worden er hoge eisen gesteld aan de sociale interactie met andere collega’s. Eisen die ik vanege mijn autistische beperking niet waar kan maken.
@Paul
Ja, je slaat de spijker op zijn kop. De looptijd van een participatieplaats in Leiden om maar even een gemeente te noemen duurt 2 jaar. En na zo’n traject word je met een stukje gebak wegens bewezen diensten naar huis gestuurd. Van je re-intergratieconsulent verneem je opeens niets meer en de gemeente heeft ook niet het fatsoen om je een brief te sturen over hoe nu verder enz… En hoe komt dat? Wie het weet mag het zeggen.
Carina, ik ben alleenstaande en woon (nog) heel goedkoop, kom wel rond maar gezond is anders(eet wel eens een dagje niet, als de kat maar eten heeft), Wat de toekomst mij zal brengen denk ik liever niet aan. Geen lange termijn visie op het moment. Met mijn problematische CV en geestesgesteldheid kom ik toch nergens aan de bak. Had ook eigenlijk niet de illusie dat ik bij de kunstinstelling een betaalde baan zou kunnen krijgen, de cultuursector ligt ook aan het infuus op het moment. Toch fijn dat ik voorlopig iets te doen heb waar ik enige voldoening uithaal, ik zit nog een jaar veilig en dan loopt mijn participatie-contract af. Wat dan? Geen idee, hoop dat ik dan als ECHTE vrijwilliger daar kan blijven werken en de gemeente me met rust laat(denk dat ik een “treedje een of twee” ben qua kansen op de arbeidsmarkt).
Maar je hebt gelijk, we zouden het niet moeten pikken, al ik kan ik weinig anders op het moment, helaas denken vele anderen zo ook. Die mensen zijn ook maar bezig te overleven. Helemaal degenen die 32 uur dwangarbeid moeten verrichten, die hebben niet eens tijd om te bedenken hoe het anders zou kunnen, helemaal murv gemaakt. In hun situatie zou voor mij een trein of een hoog gebouw een goede optie zijn(DAT NOOIT! niet voor mij).
Hallo mensen, ik was vandaag bij de soos, werd eerst schandalig behandeld door een broekie die daar van de bewaking was. Hij rond de 20 , ik rond de 60! Maar ja, ik vroeg hem dan ook gewoon vriendelijk om eeen advies en dat had ik nou niet moeten doen! Hij liet mij wel eventjes weten dat hij de baas was daar binnen en helemaal geen antwoord ging geven! En of ik even weg kon gaan bij de trap , waar ik op leunde en verderop wilde gaan staan?!? Toen ik dat weigerde, werd hij nogal pissig en ben ik bij hem weggelopen.
Toen raakte ik in gesprek met een “casemanager”, en die vond het heel logisch dat er wat werd teruggedaan door werklozen, want de werkenden betalen tenslotte hun onderhoud.
Ik zal nu niet ingaan op de rest van dat gesprek, maar de boodschap was duidelijk.
Zij die NIET werken zijn klaplopers en “wij” zullen ze dat laten voelen ook!
Het was verbijsterend, toch weer opnieuw. Ik dacht dat ik er wel aan gewend was, maar daar raak ik dus nooit aan gewend, die toon en die houdingen!?! En het totale gebrek aan vriendelijkheid tegen een ander en waar het woord manieren en respect ergens in de hoek zijn geveegd! Daar laat ik het nu maar even bij.
Vr gr Nic
Hoi Iris. Ja, ik begrijp je situatie helemaal. Mijn situatie is ook niet rooskleurig (bij mij is het als de hond maar te eten heeft), grapje, maar je begrijpt mijn punt. Maar daarom vind ik het ook zo belangrijk dat mensen zich aansluiten bij organisaties die vechten tegen dwangarbeid en andere misstanden m.b.t. uitkeringen. Alleen kunnen we niks, maar samen staan we sterker en kunnen we een vuist maken. En dat is heel belangrijk.
Huisregels voor burgers en klanten
De Gemeente Leiden vindt het belangrijk om u respectvol, gastvrij en veilig te ontvangen. Van onze medewerkers wordt verwacht dat zij u met respect behandelen. Wij verwachten van u dat u onze medewerkers met respect behandelt en onze huisregels respecteert.
Elkaar met respect behandelenen? Nee DZB re-intergratieambtenaren. Het is op vele punten wat dit betreft weer eens goed mis gegaan in 2013 zoals jullie weten. Laten we vooral geen namen noemen.
Daarom is het aantal zelfdodingen bij bijstandsgerechtigden ook het hoogst. Het heeft zelfs een record bereikt.
Mensen, zeker in de bijstand, worden door de wet en regeldruk en de behandeling van de overheid, werk en re-integratie bedrijven zo onder druk en klem gezet dat er voor sommige geen andere uitweg meer is dan de dood en er dan voor kiezen om zelfmoord te plegen.
Paul, ook, maar zelfs als zo’n ambtenaar aardig is, dan kan dat op de bijstandsgerechtigde al een behoorlijke uitwerking hebben. De meeste ambtenaren vergeten, dat de WWB’er iemand met werk tegenover zich ziet, keurig gekleed, grapjes makend met zijn collega’s etc. Als je dan al geen kansen meer hebt op werk, dan ben je feitelijk maatschappelijk dood en is de weg naar de fysieke dood voor sommigen maar een kleine stap.
bovendien word ook even vergeten dat die ambtenaren voor het overgrote deel onnodig werk doen(als je het al werken mag noemen…), want als je het in de economieleer bekende begrip ‘verborgen werkloosheid’ erop loslaat dan zijn het dus eigenlijk ook werklozen, en dan is het toch wel een ontzettende gotspe dat de ene werkloze eventjes gaat beslissen over de andere werkloze.
(verborgen werkloosheid omvat o.m. onnodige werkverschaffing, met het uitsluitende doel om zo kunstmatig het werkloosheidcijfer omlaag te krijgen om mooiere statistieken te bekomen)
Ik denk dat de meeste bijstandsgerechtigden het anders zien. Als een bijstandsgerechtigde word opgeroepen voor een gesprek, dan gaan de meeste bijstandsgerechtigden er van uit dat ze iemand voor zich krijgen die gaat bepalen of ze dadelijk nog wel een inkomen hebben. Of naar welk traject ze nu weer gestuurd gaan worden, of hun sollicitaties wel tot de standaard van de individuele SD medewerker behoren, net zoals dadelijk kleding, gedrag ect en welke maatregel dan weer op gelegd worden.
De SD medewerker weet heel goed dat hij of zij, de macht heeft en dit op individuele basis kan beslissen om die macht toe te passen. Of de SD medewerker het goed of fout doet, hij of zij weet dat hij of zij beschermt is en weet dat hij of zij gewoon hun loon krijgen. Het interesseert ze dus ook niet of jij ligt te creperen.
Dit is me trouwens letterlijk eens verteld door een SD medewerker op een feestje en ik kan je ook vertellen dat dat feestje voor die SD medewerker van zeer korte duur was want de gastheer heeft haar naar buiten gestuurd met het verzoek om te vertrekken en eens heel goed na te denken waar ze me bezig is.
Voor de meeste bijstandsgerechtigden is het maar afwachten waar de grollen en grillen van de SD medewerker toe leiden. Je bestaanszekerheid word heel onzeker en je bent volledig overgeleverd aan de “goden” van de SD en andere, zoals medewerkers van werk en re-integratie bedrijven.
Nu wil ik niet iedere SD medewerker afzeiken, maar de goede SD medewerkers die bewust zijn wat hun beslissingen kan aanrichten, die zijn zeldzaam en worden steeds zeldzamer aangezien het beleid van de overheid geworden is om zoveel mogelijk mensen uit de bijstand te houden of te jagen en die zelfde overheid gaat niet meer uit van de mens, maar van cijfers en dit zie je heel zeker terug in de nieuwe bijstandswet waar de volgende week weer over vergaderd word. Participeren betekend meedoen, maar zonder geld kun je nergens aan mee doen, dus word je gedwongen om mee te doen, dat is dus de participatie wet.
Het gaat de overheid nog maar om 1 ding en dat is geld en hoe dat geld zo snel mogelijk binnen te harken, de menselijk factor is verdwenen en de burger mag het uitzoeken. je bent alleen welkom in Nederland en je hebt alleen rechten als je geld verdient en dit via belastingen en andere zaken weer mooi terug geeft aan de overheid. Heb je geen inkomsten, dan ben je in dit land in eens geen mens meer, maar een untermens die men dan zoveel en zover mogelijk nog moet proberen uit te buiten.
Fix, los daarvan inderdaad. De maatschappelijke opvatting is echter een andere en ze komen met hun zogenaamde ‘werk’ nog altijd weg. En de vrij simpele bijstandswet wordt uitgevoerd meet 1 ambtenaar op 8 uitkeringsgerechtigden. Bij een beetje pensioenfonds zit er één medewerker op duizend uitkeringsgerechtigden. Zelfs als je de sociale activering zou meenemen, is deze verhouding absoluut scheef ten nadele van sociale diensten.
Deze gezinnen, huishoudens, personen ontwikkelen gevoelens van onderdrukking en angst dit beïnvloed niet alleen deze generatie, maar ook de volgende. Ik zie hier een treffende analogie met de woonscholen van de jaren ’50.
T
Ik krijg steeds meer het vermoeden dat bijstandsgerechtigden grondstof zijn. En dat er perverse geldstromen zijn.
Een aantal vragen:
Wat is het verdienmodel? Dit is allesbehalve transparant.
Welke subsidies worden aangeboord om een bijstandsgerechtigde een werkervaringsplek aan te bieden? Wie bedenkt deze werkzaamheden die totaal niet toe voegen aan de kansen op de arbeidsmarkt, ik denk eerder negatief.
Wat kost dat de samenleving eigenlijk per persoon?
Dan laat ik even buiten beschouwing dat als er kinderen zijn naar de buitenschoolse opvang moeten.
Wat ook heel kwalijk is dat men niet verzekerd is tijdens een ongeval, kan men dan de overheid hierop aanspreken?
Hoe is de daadwerkelijke uitstroom. En dat in vergelijk met 10 jaar geleden.
Verder begint de stigmatisering voor mensen die om wat voor reden buiten arbeidsproces vallen schadelijke vormen aan te nemen. Is dit een gegronde reden om dit te melden bij meldpunt discriminatie?
Hebben bijstandsgerechtigden inzage in hun dossier en mogen ze daarin wijzigingen aanbrengen en hebben ze nog zelfbeschikkingsrecht? En waarom wordt er onderscheid gemaakt in arbeidsrecht. Wanneer spreek men van arbeid? dit lijk mij een urgente vraag. Aangezien men bezig is om doelbewust rechten te ontnemen van burgers.
Wat vind Amnesty International van dit fenomeen?
Heeft iemand dit probleem wel eens bij ze ingeschoten?
Het moet niet gekker worden en dit lijkt mij toch ingaan tegen de rechten van de mens.