Absurde waarheidszoekers
In het begin van zijn boek vertelt Zweistra over de bewondering van veel “waarheidszoekers” voor types als Poetin, Erdoğan en natuurlijk de mislukte potentaat Trump. Sterke leiders maken macht zichtbaar – hun volgelingen hopen dat zij de ondoorzichtige, historische processen waar ze slachtoffer van zijn kunnen controleren. De zoektocht naar zondebokken, naar concrete individuen die schuld hebben aan alles dat slecht is, zoals de Rothschild familie, Soros en Bill Gates, is het spiegelbeeld van deze poging om de samenleving weer begrijpelijk te maken. Het probleem met deze analyse is dat ze niet verklaart waarom bepaalde mensen vatbaar zijn voor samenzweringsdenken, en anderen juist niet. Ook verklaart het niet waarom niet elke economische crisis en alle sociale onzekerheid tot eenzelfde opleving van samenzweringsdenken leiden. Een deel van de verklaring is dat samenzweringsdenken niet politiek neutraal is. 9/11 Truthers werden vaak tot ‘links’ gerekend, maar velen van hen deelden eerder het politieke isolationisme van een Trump. En samenzweringstheorieën die niet claimen een enkele gebeurtenis zoals 9/11 te verklaren, maar de hele wereldgeschiedenis tot onderwerp hebben, zoals Qanon en de “Joodse wereldsamenzwering”, leiden met hun zoektocht naar zondebokken en personalistische opvatting van macht tot extreem-rechtse, autoritaire politieke conclusies. Vandaar dat Qanon-volgelingen juist fervent geloof hebben in enkele van de meest traditionele bronnen van autoriteit, zoals president Trump en het leger. Kort gezegd is de verzwakking van linkse politiek en van linkse, structurele analyses van macht een deel van de verklaring voor het nieuwe potentieel van samenzweringsdenken. Ook Zweistra doet een poging om te begrijpen wat ‘nieuw’ is. Hij kijkt daarvoor naar de rol van technologie. Technologie is niet neutraal, zo betoogt hij. Het doet iets met mensen, samenlevingen veranderen als gevolg van bepaalde technologie. Zweistra verwijst naar hoe de opkomst van televisie verband hield met een toename van de tijd die mensen thuis, geïsoleerd van anderen, doorbrengen. Tegelijkertijd is thuis vaak niet langer ‘thuis’ in de zin van een veilige haven. Om ons daadwerkelijk thuis te voelen moeten we sociale banden hebben met andere mensen. Samen zijn met andere mensen, de wereldbeelden en activiteiten die we met hen delen, geven ons bestaan zin. Zonder deze banden raken mensen thuisloos, geïsoleerd, en wordt hun bestaan zoals Zweistra het noemt, “absurd”. De teloorgang van allerlei vormen van samen zijn, zoals religie, maar ook politieke ideologieën, van sociale en culturele activiteiten, en van de fysieke benodigdheden hiervoor zoals publieke ruimten, heeft het bestaan van veel mensen absurd gemaakt. In de online gemeenschappen van samenzweringsdenken vinden deze mensen weer een vorm van betekenis, ongeacht hoe absurd en schadelijk de betekenis die ze aan de wereld geven ook is.
Alex de Jong in Absurde waarheidszoekers (Konfrontatie.nl)
Het komt over of de vraagstukken rond het complotdenken als gelijkwaardig gesprekspartner worden opgepakt in dit geval en dat kan ik wel als sterk punt aangeven. De valkuil is bij deze dingen om de ander te gaan ‘opvoeden’ en dat is niet helemaal wat een complotdenker bij zinnen brengt. Het complotdenken is overigens permanent aanwezig maar een gebrek aan media-aandacht is wat anders dan geen plaatsen waar het gebezigd wordt.