Afrin: etnische, culturele en religieuze zuiveringen door de Turkse staat en haar fundamentalistische huurlingen
In januari 2018 vielen Turkse troepen samen met de moslimfundamentalisten van het Vrije Syrische Leger (VSL) de Syrische provincie Afrin binnen. Turkije zette direct een proces van etnische, culturele en religieuze zuivering in werking, dat in bepaalde opzichten niet onderdoet voor hoe de Islamitische Staat (IS) tekeer ging in de door haar veroverde gebieden. Met name de alevitische minderheid moet het ontgelden. In Turkije zelf ligt de alevitische minderheid van zo’n 20 tot 30 miljoen mensen al heel lang onder vuur van de staat en van soennitische fundamentalisten. Hier een Nederlandse vertaling van het artikel “The bitter legacy of Turkey in Afrin”, van Pinar Tremblay, dat op 7 september verscheen op de website Al-Monitor.
“We hebben niet geleerd van Afrin; daardoor zijn we in deze puinhoop beland in Idlib”, zei een gepensioneerde Turkse tweesterren-generaal toen het nieuws bekend werd over de intimidatie van de observatiepost Morek van het Turkse leger door troepen die door de Russen gesteund worden. Turkije begon zijn tweede grensoverschrijdende militaire operatie, die Operatie Olijftak werd genoemd, in januari 2018, en dat resulteerde in de verovering van de provincie Afrin in het noorden van Syrië (de eerste operatie heette Eufraatschild). Deze operatie, die in twee maanden tijd werd afgerond, wordt in Ankara gezien als een militair succes. In tegenstelling tot Operatie Eufraatschild, waarvoor twee keer zoveel soldaten van het VSL werden gemobiliseerd als van het Turkse leger, vertrouwde Operatie Olijftak op Turkse soldaten (in een verhouding van drie op een met het VSL) – voornamelijk commando-eenheden en gendarmerie. Momenteel wordt Afrin beheerst door Turkse troepen. Turkije heeft aangedrongen op een veilige zone en is vastbesloten de Koerdische strijdkrachten van haar grenzen te verdrijven. Het officiële doel van Olijftak was om de regio te zuiveren van de Koerdische Volksbeschermingseenheden (YPG). Maar alle inwoners van Afrin lijden nu onder etnische, culturele en religieuze zuiveringen.
De Turkse radio en televisie melden dat Afrin, nu het “bevrijd is van terreur”, op een “normaal tempo” functioneert. Desalniettemin zegt hetzelfde rapport dat de gendarmerieën hun training in de strijd tegen het terrorisme en tegen de mijnen en valstrikken voortzetten. Wat is er sinds maart 2018 werkelijk gebeurd in Afrin?
Al-Monitor sprak met inwoners van Afrin, met onderzoekers, hoge ambtenaren van de Democratische Uniepartij (PYD) en met leden van de Turkse strijdkrachten die hebben deelgenomen aan Operatie Olijftak. Drie categorieën vereisen aandacht: de vernietiging van historische en heilige plaatsen, de inbeslagname van bezittingen en natuurlijke rijkdommen, en de ontvoering van bewoners van Afrin voor losgeld. Het einddoel van deze drie tactieken lijkt tweeledig: de verdrijving van Koerden, alevieten en yezidi’s, oftewel de soennificering en arabisering van Afrin, en het financieel gewin om de VSL-milities af te betalen.
De algemeen secretaris van de PYD in Syrië, Muhyadin Sjeik Aley, zei tegen Al-Monitor: “Zodra de Turkse strijdkrachten en hun huurlingen de stad Afrin en omgeving binnenvielen, begonnen ze met de vernietiging van de meest prominente monumenten, met name een monument van Newroz Kawa, dat van groot belang is voor de Koerden vanwege de betekenis van vrijheid en schoonheid in de mythologie van de bevolking van Afrin.”
De vernietiging van heiligdommen – met name het heiligdom van Mohammad Nuri Dersimi op de begraafplaats van Sjeik Hanan – en van heilige plaatsen gaat door, zoals het kappen van heilige ‘eeuwige’ bomen die in de meeste dorpen en districten in de Afin-regio stonden, en die historisch gezien gediend hebben als heiligdommen voor alle Koerden, en die vooral belangrijk zijn voor de aanhangers van oude religies. Verschillende oude religies – jezidisme, zoroastrianisme en liefhebbers van Imam Ali – hebben eeuwenlang overleefd tegen de heersende autoriteiten van de centrale staat in. Amed Dicle, een doorgewinterde journalist die de regio vaak bezoekt, legde uit dat Dersimi – een bekende Koerdische intellectueel – in de beginjaren van de Turkse Republiek (1938) samen met andere alevitische families de provincie Dersim is ontvlucht omdat de bevolking daar werd vervolgd.
Een lokale inwoner en onderzoeker die vroeg om anoniem te mogen blijven, zei dat het graf van Dersimi’s vrouw, Farida, ook werd vernietigd. Dat was een teken van “diepe haat en misbruik door de strijdkrachten”, zei ze. Ze voegde eraan toe dat ze drie belangrijke redenen zag voor de door Turkije gesteunde ontheiliging en vernietiging van heilige plaatsen: financieel gewin, anti-Koerdisch racisme en religieuze overheersing. Zelfs bomen die mensen als heilig beschouwen, en waar ze met kleine lintjes wensen komen doen, waren het doelwit in de regio. Maar vooral de olijfbomen waren belangrijk, zo bleek uit verschillende verhalen die in de loop van het jaar naar buiten kwamen over de inbeslagname van olijfolie en de manier waarop die via Turkije aan de EU-landen wordt verkocht.
De onderzoeker voegde eraan toe: “In veel gevallen werden de tombes en heiligdommen gebulldozerd en vernield voor diefstal, waarbij de graven werden leeggehaald op zoek naar goud, kostbare voorwerpen en archeologische vondsten – vooral tombes op de heuvels. Verder werden ook sommige moskeeën geplunderd waarbij zonnepanelen, batterijen, elektrische apparaten, geluidsapparatuur en tapijten gestolen werden.” Dicle bevestigde dat: “Mijn bronnen bij de archeologische afdeling in Afrin bevestigen dat er ongeveer 16.000 voorwerpen uit de regio zijn gestolen”. De regio had 144 historische locaties, maar de meeste artefacten werden meegenomen naar Ain Dara en van daaruit naar Turkije gesmokkeld voor de verkoop. Meerdere rapporten en luchtfoto’s tonen de omvang van de schade sinds de lancering van Operatie Olijftak.
De onderzoeker schatte dat “22 yezidi-dorpen te maken hadden met vandalisme van grafstenen, waaronder die van sjeik Hamid. De door Turkije gesteunde lokale autoriteiten beweerden dat de vernielde grafstenen in strijd waren met de nieuwe wet, die voorschrijft dat de hoogte van zulke stenen lager moet zijn. Voor de lokale bevolking zijn dit soort argumenten een kopie van de argumenten die ze hoorden van de IS. Diverse alevitische heiligdommen, waar mensen komen om troost te vinden, werden geplunderd en vernietigd, waaronder Yagmur Dede, Ali Dede en Aslan Dede in het Bulbul district.
Turkije heeft niet alleen heiligdommen en oude historische plaatsen verwoest, maar ook bouwprojecten uitgevoerd. Aley zei: “Ze vernietigen oude locaties om die te vervangen door privémoskeeën en moskeeën beheerd worden door de afgestudeerden van instituten en godsdienstige universiteiten. De bewoners van Afrin zien dat als Turks chauvinisme. Ze promoten actief de Turkse taal en hijsen de Turkse vlag. Op het terrein dus van kringen en instellingen buiten de grenzen van de Turkse staat, en dat wekt animositeit op bij de bevolking.”
Het officiële religieuze orgaan van Turkije, Diyanet, doet grote investeringen in de regio. De onderzoeker uit Afrin voegde eraan toe dat de Turkse krachten moskeeën bouwen, met name in alevitische dorpen waar niemand naar de moskee gaat. Het bouwen van moskeeën en het betalen van imams in alevitische steden zonder congregatie staat in een lange traditie van Diyanet in Turkije. De bouw van zulke moskeeën wordt gezien als een stap in de richting van gedwongen bekeringen. “Het is alsof we de regio voorbereiden op militante jihadisten (al-Qaeda en aan de IS gelieerde groepen), en mijn collega’s die in het gebied hebben gediend, lijden onder de morele vernedering van de manier waarop de operatie zich heeft ontwikkeld”, aldus de gepensioneerde Turkse generaal.
Aley was ook bezorgd over de troepen “die de boomgaarden en bossen in brand staken, maar eerst de olijven oogstten en waardevolle bomen omzaagden voor hout en de houtskoolindustrie”. Dicle voegde eraan toe dat “11.000 hectare bosgebied” sinds het begin van Operatie Olijftak tot op de grond is afgebrand.
Aley bevestigde ook de verschillende andere berichten uit de regio over honderden bewoners van Afrin die ontvoerd werden voor losgeld. Hij zei: “Dit zijn systematische handelingen. De Turkse autoriteiten blijven de mensen in Afrin achtervolgen (met ontvoeringen, vernietiging van natuurlijke bronnen en ontheiliging van heilige plaatsen), met als doel het gebied te ontdoen van zijn oorspronkelijke bevolking. Men wil demografische veranderingen bewerkstelligen en bestendigen, ook door groepen Turkmenen en Arabische families van buiten Afrin binnen te halen en hen daar onder dwang te vestigen, en hen daarbij tegelijkertijd stimulansen en voorrechten te bieden. Turkije geeft zijn jihadistische assistenten ruimschoots de ruimte om ontvoeringen en willekeurige arrestaties van burgers in Afrin uit te voeren voor financiële chantage. Maar ook om te moorden en martelen, om eigendommen van de bevolking in beslag te nemen, en om huizen, voertuigen en landbouwmechanismen in te nemen om werk en productie onmogelijk te maken.” Aley’s observaties benadrukken dat de lokale bevolking geterroriseerd wordt met de angst om ontvoerd te worden, en dat de werkloosheid en armoede toenemen.
Een andere opmerking van Aley is alarmerend, omdat de zorgen over een comeback van de IS zich snel verspreiden: “Opvallend is de beweging van nieuwe jihadistische elementen uit de provincie Idlib, en uit de gebieden Jarablus, al-Bab en Azzaz van Operatie Eufraatschild, naar de districten van Afrin. Ze worden gestationeerd in gecamoufleerde plekken en hoofdkantoren. Deze gebieden kunnen worden gebruikt als vruchtbare grond en worden omgevormd tot basissen en platforms voor de planning en lancering van transcontinentale terroristische acties, zoals het geval was in Manbij onder de controle van de IS daar”, zei Aley. Zijn scherpe analyse is gebaseerd op zijn kennis van het terrein en de hulpbronnen van de provincie Afrin.
De wreedheden van de Turkse troepen in Afrin tonen aan dat Ankara niet geïnteresseerd is in het oplossen van haar eigen Koerdische probleem of zelfs maar het beveiligen van haar grenzen. Het huidige beleid draagt alleen maar bij aan de uitbreiding van het Koerdische probleem en de kwetsbaarheid van de grens met Syrië. Deze onbedoelde gevolgen van het beleid kunnen zowel Turkije als de regio veel geld gaan kosten.
Pinar Tremblay
(De redactie heeft een paar extra linken toegevoegd.)
Dit staat geheel Rojava te wachten als Turkije haar gang mag gaan. Turkse vliegtuigen zijn vandaag op 9 oktober begonnen met de aanval op de kantons van de Autonome Administratie van Noord-Oost Syrië. Het doel van Erdogan is duidelijk: geheel Rojava moet onderworpen worden aan zijn Arabische marionetten van de Syrische Interim Regering, die erkent is door Nederland. Laten we hopen dat de Syrische Democratische Strijdkrachten in staat zijn om verzet te bieden tegen deze wrede NAVO bondgenoot van Mark Rutte.
Zaterdag 12 oktober demonstratie op het Malieveld in Den haag