Agent mishandeld door collega’s
De 29-jarige agent vraagt of hij de brigadier mocht zien. Die kwam even onvriendelijk op hem af lopen. Hij zegt dat Raiss “niet op een politieman lijkt”, hoe die er ook uit zouden moeten zien. Raiss zegt dat hij geen identificatie bij zich heeft, maar dat het gewoon in het systeem opgezocht kan worden. Dat doet niemand. In plaats daarvan wordt er geroepen dat hij ‘net als zijn vader’ bij de Vat werkt, de schoonmaakdienst van de politie. De familie mag na een hoop gedoe eindelijk aangifte doen op dinsdag om half elf, waarom wordt er niet verteld. Wel wordt er nog even gesneerd of hij wel “zo vroeg op kan staan”. Als ze het bureau uit willen lopen, pakt een inspecteur Raiss ineens hardhandig vast omdat hij zich zomaar zou ‘uitgeven voor een politieagent’. De agent roept om de pepperspray, andere agenten komen erbij en de 29-jarige wordt tegen een muur gedrukt, pols gekneusd, broek gescheurd. Hij vecht tegen de tranen. Ondertussen wordt er tegen hem geschreeuwd: “Kijk me aan!” Raiss: “Het gevoel dat ik had kan ik op geen enkele manier beschrijven. Het is het ergste wat ik ooit heb gevoeld.” Hij moet mee naar Deventer waar arrestanten worden vastgehouden die van een misdrijf worden verdacht. De volgende ochtend wordt hij vrijwillig verhoord en vrijgelaten wanneer ze erachter komen dat hij niets gedaan heeft en wél een politieagent is. De Amsterdammer is verontwaardigd en aangedaan.
In Schokkend: agent mishandeld door collega’s bewijst dat etnisch profileren echt is (Joop)