Al-Mansouri: Iraans of Nederlands?
Steek je auto’s in de brand, steel je iets of sla je een bushok kapot, dan ben je volgens de Nederlandse media een ‘Marokkaanse jongere’. Maar ben je een mensenrechtenactivist en doe je vrijwilligerswerk voor een goed doel, dan ben je ‘dé Nederlandse mensenrechtenactivist Abdullah al-Mansouri’. Want al-Mansouri strijd voor mensenrechten en uit kritiek op Iran, dus: hij moet wel een Nederlander zijn. Het is belachelijk dat de etniciteit of nationaliteit van iemand in de Nederlandse media afhangt van of diegene een dader of een slachtoffer is.
Vorig jaar mei is al-Mansouri in Syrië opgepakt en uitgeleverd aan Iran, omdat hij daar is bestempeld als terrorist. Al-Mansouri is de president van Ahwaz Liberation Organisation (ALO), deze beweging streeft naar onafhankelijkheid van de regio al-Ahwaz. Tegenwoordig is het de provincie Khuzestan in Iran. Op internet zijn filmpjes te zien van de ALO, waarop mannen met wapens in hun handen en maskers op hun gezicht zijn afgebeeld met een strijdbaar Arabisch lied op de achtergrond. Na een aantal bomaanslagen vorig jaar januari zijn vijftig ALO’ers opgepakt, waarvan er tot nu toe drie zijn geëxecuteerd. De zoon van Abdullah al-Mansouri, Adnan al-Mansouri, heeft in een interview aan de Volkskrant verteld dat de afgelopen maanden al twaalf ALO’ers zijn geëxecuteerd. Mehrdad Lavaei, een Iraans mensenrechtenactivist, vertelt weer aan de Volkskrant dat het voor Iraniërs van Arabische herkomst op zich geen probleem is om ook op hoog niveau te werken in Teheran of andere grote steden. ‘Maar je moet geen soenniet zijn, dan word je gediscrimineerd.’
In Nederland sloot Abdullah al-Mansouri zich aan bij Amnesty International om zich in te zetten voor mensenrechten in het algemeen en al-Ahwaz in het bijzonder. Later werd hij daar adviseur over het Midden Oosten. Volgens de Volkskrant – die al-Mansouri een vrijheidsstrijder noemt – kenden ze hem in Maastricht als een ‘aimabele en goed geïntegreerd allochtoon’. In Iran is hij een ‘staatsgevaarlijke terrorist’.
Op 30 oktober 2007 namen een aantal Kamerleden van de SP, Groenlinks en PVV deel aan een stille wake bij de Iraanse ambassade in Den Haag. De twee linkse partijen en de uiterst rechtse konden nu bij elkaar komen. Geert Wilders, die bekend staat met zijn uitlatingen over Arabieren en moslims, ging nu de straat op voor een Arabische soennitische moslim. Niet omdat al-Mansouri hem zo boeit, maar puur om Iran zwart te maken. Want volgens de Verenigde Staten hoort het uiteindelijk tot de ‘as van het kwaad’. Groen Links en de SP vonden het geen probleem om samen met de PVV de straat op te gaan voor een Nederlander die kritiek uit op Iran. Het was voor deze twee partijen in dit geval niet belangrijk om juist stelling te nemen tegen de PVV die allerlei andere Nederlanders (vooral moslims) voortdurend belachelijk maakt, beledigt en in een hoek drijft.