Albayrak weigert slachtoffers mensenhandel verblijfsrecht te geven
De door de overheid ingestelde Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken wil meer bescherming voor slachtoffers van mensenhandel. Maar staatssecretaris van Justitie Nebahat Albayrak wijst dat af en laat potentiële slachtoffers bij wijze van proef zelfs opsluiten in “een besloten opvanghuis”. Onder het mom van het aanpakken van vrouwenhandel bestrijdt de overheid vooral de ongewenste migratie van vrouwen zonder toekomstperspectief.
De mondiale machtsverhoudingen veroorzaken in grote delen van de wereld extreme armoede, vooral onder vrouwen. Ze worden beschouwd als tweederangs burgers, en krijgen minder scholing en inkomen. Voor veel vrouwen is er alleen werk in de huishouding of in de prostitutie. Velen willen naar bijvoorbeeld Europa migreren om een beter leven op te bouwen. Hier creëert de patriarchale en racistische beeldvorming over migrantenvrouwen een voortdurende vraag naar hun vermeende seksuele beschikbaarheid en andere zogenaamd vrouwelijke eigenschappen, tegen een zo laag mogelijke prijs. Maar vraag en aanbod van “exotische” vrouwen kunnen moeilijk bij elkaar komen omdat Europa de grenzen gesloten houdt. En daar spelen nietsontziende mensenhandelaren op in.
Van mensenhandel is sprake wanneer handelaren geld verdienen met het werven van mensen voor uitbuiting of misbruik. Het gaat daarbij om gedwongen werk in mensonterende omstandigheden, waaraan de voornamelijk vrouwelijke slachtoffers nauwelijks geld overhouden. Mensenhandelaren halen vrouwen onder valse voorwendselen naar Nederland, bieden hen te koop of te huur aan, en buiten hen financieel, lichamelijk en geestelijk uit. Jaarlijks worden er naar schatting over de hele wereld tussen de 700 duizend en 2 miljoen vrouwen en kinderen verhandeld. In Europa zouden tussen de 500 en 700 duizend vrouwen verhandeld worden en als slaaf in de seksindustrie werken. Ze worden gedwongen tot prostitutie via misleiding, manipulatie, emotionele chantage, het opzadelen met schulden, bedreiging, geweld, isolatie, opsluiting, en permanente controle.
Beschermingsplicht
Mensenhandel is een vorm van georganiseerde misdaad die alleen succesvol bestreden kan worden als de slachtoffers ervan blijvend bescherming krijgen. Justitie heeft uitgebreide veiligheidsprogramma’s voor mensen die uit de school klappen over criminele organisaties en daardoor gevaar lopen. Voor hen wordt relatief goed gezorgd. Zulke getuigen kunnen een andere identiteit krijgen en worden intensief bijgestaan bij het opbouwen van een compleet nieuw leven. Maar als het gaat om vrouwen die getuigen tegen mensenhandelaren houdt de overheid er opeens heel andere normen op na. Slachtoffers van vrouwenhandel die aangifte doen tegen hun handelaren, krijgen op grond van een zogeheten B9-regeling een tijdelijke verblijfsvergunning. Maar na afloop van de rechtszaak worden ze uitgezet. Ze mogen dan nog wel een verblijfsvergunning wegens humanitaire redenen aanvragen, maar dan moeten ze wel kunnen aantonen dat terugkeer naar eigen land niet mogelijk is. In de praktijk is dat erg lastig en het lukt vrouwen dan ook zelden om zo'n verblijfsvergunning te krijgen. Omdat ze vaak ontzettend bang en afhankelijk zijn van hun handelaren, durven veel slachtoffers sowieso geen aangifte te doen en ook niet terug te keren. Zo blijven ze illegaal en lopen ze voortdurend het risico te worden opgepakt en opgesloten.
In het onlangs verschenen advies “De mens beschermd en de handel bestreden” pleit de in officiële kringen gezaghebbende Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) ervoor om alle vrouwen die mogelijk het slachtoffer zijn geworden van mensenhandel tijdelijk verblijfsrecht te geven, ook als ze niet meewerken aan de opsporing en vervolging van mensenhandelaren. Volgens het Mensenhandelverdrag van de Raad van Europa mag de hulpverlening aan verhandelde vrouwen namelijk niet afhankelijk zijn van hun bereidheid om mee te werken aan rechtszaken tegen de handelaren. Daarom moet volgens de ACVZ niet het opsporingsbelang van de huidige regeling voorop staan, maar de plicht van de overheid om de vrouwen te beschermen.
De ACVZ stelt in haar advies voor om vermoedelijke slachtoffers bij ”een geringste aanwijzing van mensenhandel” meteen een verblijfsvergunning te geven voor een half jaar. In die periode zou het slachtoffer tot rust kunnen komen en kunnen overwegen om mee te werken aan de vervolging van de handelaren. Na een half jaar zou de IND moeten beoordelen of de vrouw ook daadwerkelijk slachtoffer is. Is de IND daarvan overtuigd, dan zou het slachtoffer een tweede tijdelijke verblijfsvergunning moeten krijgen, voor één jaar. Meewerken met de overheid is voor beide vergunningen geen vereiste. “Om slachtoffers te motiveren toch mee te werken” adviseert de ACVZ ook nog om alleen erkende slachtoffers die met de overheid meewerken, voortgezet verblijfsrecht te geven. De uitkomst van het strafrechtelijk onderzoek tegen de handelaren is daarbij niet van belang. Slachtoffers die niet meewerken, zouden na afloop van hun tijdelijke verblijfsvergunning illegaal worden en moeten terugkeren naar eigen land, “tenzij hun persoonlijke situatie of de situatie in het land van herkomst hieraan in de weg staat”. Ook in deze volgens de ACVZ “evenwichtige” regeling hangt blijvende bescherming van de slachtoffers dus af van hun bruikbaarheid voor het onderzoek tegen de handelaren.
Actieteam
Het ACVZ-voorstel lijkt een voorzichtige stap richting bescherming voor alle slachtoffers van mensenhandel. Maar Albayrak vindt zo’n regeling “te ver” gaan, wegens de “sterk aanzuigende werking” die het zou hebben “in de landen waar de vrouwen vandaan komen”. Daarmee lijkt ze te suggereren dat overal ter wereld vrouwen staan te trappelen van ongeduld om zich te laten misbruiken en verhandelen in de hoop hier verblijfsrecht te bemachtigen. De staatssecretaris wil vrouwenhandel alleen bestrijden als ze tegelijk de migratie van arme gelukzoekende vrouwen kan tegengaan.
Mensenhandelaren beperken zich overigens niet tot vrouwen uit arme landen. Ook kwetsbare groepen meiden en jonge vrouwen in Nederland vallen in hun handen. Begin 2008 begon Albayrak daarom een proefproject waarbij meiden die het risico lopen om verhandeld te worden, onder toezicht van voogdij-instelling Nidos in “een besloten opvanghuis” worden gestopt. Het gaat om een oude boerderij ergens in Noord-Nederland. De deuren daarvan zitten op slot, in de tuin lopen particuliere beveiligers rond en er hangen camera’s. De meiden ervaren de plek als een regelrechte gevangenis. Dat komt hun bereidheid om aangifte te doen tegen hun handelaren bepaald niet ten goede. “Ik ben er een keer of drie gaan kijken. Het is een bron van frustratie voor de meisjes. Ze worden 24 uur per dag in de gaten gehouden”, aldus Albayrak. Maar er is volgens haar “geen keus”. Een verblijfsvergunning zou “geen oplossing” zijn, want dat zou “het probleem groter, niet kleiner” maken. Maar voor slachtoffers van vrouwenhandel is verblijfsrecht juist de oplossing.
Jarenlang dwongen Nigeriaanse mensenhandelaren honderden of misschien zelfs wel duizenden Nigeriaanse jonge vrouwen om in Nederland of elders in Europa als prostituee te werken. Enige tijd geleden werd zo’n mensenhandelbende opgerold en vervolgd. Om mensenhandel vanuit Nigeria verder te bestrijden pakt Albayrak niet alleen de daders aan, maar vooral ook de potentiële slachtoffers. In 2008 zond ze een “Snelle Actie Team” van IND-ers naar Nigeria om jonge Nigeriaanse vrouwen tegen te houden die met het vliegtuig naar Nederland wilden reizen. Het actieteam controleerde een maand lang rechtstreekse KLM-vluchten van Nigeria naar Nederland op potentiële slachtoffers. Als een Nigeriaans meisje alleen reist, zonder retourticket of met een vals paspoort, dan zou dat duiden op vrouwenhandel. Zo’n meisje wordt dan door de IND-ers tegengehouden en teruggestuurd naar haar familie. Zolang het beleid blijft om de Europese grenzen dicht te houden voor arme vrouwen op zoek naar een betere toekomst zullen vrouwenhandelaren kunnen blijven profiteren van makkelijk uit te buiten arbeidskrachten voor de seksindustrie. Een beleid tegen migratie bevordert bedoeld of onbedoeld de vrouwenhandel.
Harry Westerink