Alevitisch Nieuws 21 (6 juli – 18 september)
Een bloemlezing van de berichten op de Facebook-pagina “Alevitisch Nieuws” van 6 juli tot en met 18 september.
6 juli – Onbeschaamd bezoek MHP aan alevieten
De provinciale voorzitter van de ultra-nationalistische Partij van de Nationalistische Beweging (MHP) in Samsun, Abdullah Karapıçak (foto), heeft een bezoek gebracht aan alevitische dorpen in de districten Ladik en Havza. Karapıçak benadrukte tijdens zijn bezoek dat alevieten “Turkmeense” moslims zijn en dat zijn partij de meest gevoelige partij is voor de eisen van alevieten. Alevieten zouden bovendien een “volkse vorm van de islam” aanhangen. Individuen en organisaties die dit betwijfelen, zouden heulen met “het imperialisme”.
Karapıçaks woorden zijn het beste samen te vatten als extreem-rechtse onzin. Veel alevieten benadrukken dat hun geloof een eigenstandige religie is en het is absoluut niet zo dat alevieten het Turks per definitie als moedertaal hebben. Koerdisch is de tweede taal binnen de alevitische gemeenschap.
De stelling van Karapıçak dat de MHP de meest gevoelige partij voor de eisen van alevieten is, is ronduit onbeschaamd. De MHP steunt het autoritaire regime van Erdoğan, dat doof is voor de eisen van alevieten. Alevieten willen een formele erkenning van hun geloof en hun gebedshuizen, maar krijgen deze niet. Bovendien zijn militanten en sympathisanten van de MHP betrokken geweest bij meerdere pogroms tegen alevieten, waarbij honderden mensen zijn vermoord: Malatya (1978), Sivas (1978), Maraş (1978), Çorum (1980) en weer Sivas (1993).
21 juli – Racist Özdağ wil cemhuizen niet erkennen
Ümit Özdağ (foto), leider van de extreem-rechtse Partij van de Overwinning (ZP), heeft verklaard dat zijn partij tegen een formele erkenning van cemhuizen – de gebedshuizen van alevieten – is. De kleine ZP trekt op dit moment veel aandacht in Turkije met haar openlijk racistische retoriek tegen Syrische vluchtelingen. Zo pleiten de ZP-fascisten voor een gedwongen terugkeer naar Syrië.
Özdağs argumentatie is een schoolvoorbeeld van hoe Turkse nationalisten alevieten zien: alevieten zijn moslims, moslims bidden in een moskee, dus een cemhuis is geen gebedshuis.
Özdağs weigering heeft binnen zijn partij overigens wel tot strubbelingen geleid. Zo heeft vice-voorzitter Ayhan Türk uit protest zijn functie neergelegd.
2 september – Besni dwarsboomt bouw cemhuis
De door de AKP bestuurde gemeente Besni (bijna 30.000 inwoners) in de provincie Adıyaman weigert – ondanks herhaalde verzoeken van lokale alevitische organisaties – medewerking te verlenen aan de bouw van een cemhuis. Alevieten maken ongeveer twintig procent van de grotendeels Koerdische bevolking van Besni (foto) uit, maar hebben geen eigen gebedshuis in de gemeente. Het gemeentebestuur weigert aanpassingen door te voeren in de bestaande bestemmingsplannen.
Ayşe Sürücü (foto), parlementslid voor de linkse Democratische Partij van de Volkeren (HDP), heeft schriftelijke vragen gesteld aan de Turkse regering over de opstelling van de gemeente.
13 september – Weer anti-alevitische aanval in Ankara
In Ankara zijn twee mannen gearresteerd die een boom bij het Hüseyin Gazi Cemhuis in brand hebben gestoken. Het gaat om een wensboom. Mensen knopen een lapje stof om een tak van dergelijke bomen en spreken daarbij een wens uit. De brandstichters rechtvaardigden het geweld tegen de wensboom vanuit hun orthodoxe overtuiging dat de praktijken rondom de boom tegen de islam zouden zijn.
De brandstichting bij het Hüseyin Gazi Cemhuis is het zesde geval van geweld tegen alevitische gebedshuizen en organisaties in Ankara deze zomer. De daders komen meestal weg met lichte straffen.
14 september – Alevieten gaan park Adana beheren
In de deelgemeente Çukurova van de stad Adana wordt een park aangelegd ter herinnering aan de 35 dodelijke slachtoffers van het bloedbad van Sivas (zie schetsen). Dit bloedbad vond op 2 juli 1993 plaats. Een fundamentalistische en nationalistische horde maakte op die dag jacht op deelnemers aan een alevitisch festival.
De sociaal-democratische burgemeester van Çukurova, Soner Çetin (links op de foto), heeft samen met Sıtkı Keskin (rechts op de foto) van het Alevitisch Platform Adana een protocol ondertekend waarin het beheer van het herinneringspark wordt toegewezen aan dit platform.
18 september – Nabestaande bloedbad Sivas verhoord
Hüseyin Karababa is op verzoek van de officier van Justitie van Sivas verhoord door de politie in Ankara. Hüseyin Karababa is alevitisch activist en broer van de tijdens het bloedbad van Sivas vermoorde Gülsüm Karababa. Hij moest zich melden op het politiebureau omdat hij tijdens de jongste herdenking van het bloedbad in Sivas een spandoek had geopend met de tekst “Alevitische genocide”. De activist wordt verdacht van “het zaaien van haat en aanzetten tot tweedracht”.
Karababa (rechts op de foto) zegt trots te zijn op het spandoek en dat hij de term genocide al meer dan tien keer heeft gebruikt tijdens rechtszaken tegen de verdachten van het bloedbad. Op 2 juli 1993 werden in de Turkse stad Sivas 35 mensen vermoord door een fundamentalistische en nationalistische massa. De slachtoffers waren deelnemers aan een alevitisch festival.