Alevitisch Nieuws 29 (8 mei – 24 september)

Een bloemlezing van de berichten op de Facebook-pagina “Alevitisch Nieuws” van 8 mei tot en met 24 september.

8 mei – Geen asfalt voor alevitische dorpen

Alevitische dorpen in Turkije worden op allerlei manieren achtergesteld door de staat. Het jongste voorbeeld komt uit het dorp Büyükafşar in de provincie Kırıkkale, dat grenst aan de provincie Ankara.

De inwoners van Büyükafşar hebben zich tegenover de pers beklaagd over het feit dat de wegen van en naar hun dorp al een eeuw lang niet zijn geasfalteerd. Ze benadrukken dat ook de omliggende alevitische dorpen gebruik moeten maken van zandwegen. Dit in tegenstelling tot soennitische dorpen in de omgeving die beschikken over uitstekende wegen. (bron: PIRHA)

13 mei – Manisa erkent cemhuizen

De grootstedelijke gemeente Manisa erkent de cemhuizen als gebedshuizen. Dit houdt onder meer in dat cemhuizen, de gebedshuizen van alevieten, sommige gemeentelijke diensten gratis gaan ontvangen. Het besluit werd kenbaar gemaakt door Ferdi Zeyrek (foto), die recent namens de sociaal-democratische Volkspartij van de Republiek (CHP) werd verkozen tot burgemeester.

Al sinds de oprichting van de republiek in 1923 wordt het alevitisme niet formeel erkend als geloof door de Turkse staat. Hieruit vloeit voort dat ook de gebedshuizen van alevieten niet als zodanig worden erkend. In de afgelopen decennia zijn steeds meer gemeenten, tegen het officiële staatsbeleid in, de cemhuizen wel gaan erkennen. De cemhuizen hoeven daardoor bijvoorbeeld niet te betalen voor de levering van water.

9 juli – Alevieten Amasya bezorgd

Inwoners van de overwegend alevitische wijk Kirazlıdere in de Turkse stad Amasya hebben hun zorgen geuit voor de camera’s van de linkse Artı Gerçek TV over een in hun wijk verspreid pamflet. Precies op de eerste dag van de alevitische vastenperiode ter herdenking van de in 680 bij Karbala vermoorde en voor alevieten heilige imam Hüseyin zijn er in de wijk op grote schaal anonieme pamfletten uitgedeeld waarin wordt opgeroepen om de “poort van het geluk” te openen door op de soennitische wijze te bidden.

Volgens de geïnterviewde alevieten uit Amasya kan de timing geen toeval zijn en zijn de pamfletten verspreid om te provoceren.

10 juli – In memoriam: Fİrİk Dede (1901-2007)

Exact 17 jaar geleden overleed de bekende alevitische voorganger Firik Dede op 106-jarige leeftijd. Firik Dede woonde zijn hele leven in de overwegend Koerdisch alevitische regio Dersim en behoorde tot de voorgangersfamilie van Derviş Cemal (Derviş Cemal Ocağı). De door alevieten zeer gerespecteerde Firik Dede heeft in zijn lange leven onbeschrijflijke tragedies meegemaakt.

In de jaren dertig werd Firik Dede vervolgd vanwege het leiden van de alevitische eredienst, de cem. Het alevitische geloof werd en wordt niet erkend door de Turkse republiek. Hij was ooggetuige van de ethnocide op de alevitische bevolking van Dersim in 1937-1938 door het Turkse leger en moest tot 1941 onderduiken om niet in de bebloede handen van de staat te vallen.

In 1981 beleefde Firik Dede zijn grootste persoonlijke tragedie. Zijn zoon Behzat werd in Dersim door militairen onder leiding van kolonel Aytekin İçmez vastgebonden aan een boom en voor de ogen van zijn broer gemarteld en ter plekke doodgeschoten. Firik Dede leidde na de moord op zijn zoon een teruggetrokken bestaan. Hij heeft nooit meer een woord gesproken en zich nooit meer geschoren.

Een prachtig mystiek citaat dat aan Firik Dede wordt toegeschreven uit de periode dat hij nog sprak, luidt: ‘Weet, mijn zoon, dat het donker gelijk staat aan het kwaad. Daarom buig ik al mijn hele leven voor het ochtendgloren. Want het ochtendgloren kondigt het licht aan, en weet dat het licht geen vlekken bevat.’

Twee jaar na Firik Dedes dood werd kolonel İçmez in Bursa doodgeschoten door militanten van de Maoïstische Communistische Partij (MKP). De MKP stelde in een verklaring wraak te hebben genomen voor de moord op Behzat. (Wikipedia)

22 september – “Staatsorgaan staat onder controle van MHP”

Ali Kenanoğlu, voormalig alevitisch parlementslid voor de Partij van de Volkeren voor Gelijkheid en Democratie (DEM Parti), heeft verklaard dat het Presidium voor de Alevitische en Bektashi Cultuur en Cemhuizen (Turkse afkorting: ABKCB) zwaar onder controle staat van de fascistische Partij van de Nationalistische Beweging (MHP). De MHP is een politieke bondgenoot van president Erdoğan. Kenanoğlu roept alevieten en alevitische organisaties op om niet in te gaan op allerlei aanbod van diensten en producten door het ABKCB.

Het ABKCB is een in 2022 opgericht staatsorgaan dat deel uitmaakt van het Turkse ministerie van Toerisme en Cultuur. Het doel van dit staatsorgaan is om alevieten staatsgetrouw te maken en te integreren binnen de Turks-soennitische geloofsopvattingen van de staat. Het paradoxale aan het ABKCB is dat de Turkse staat het alevitisme niet erkent als een geloof en zijn cemhuizen niet beschouwt als gebedshuizen. Het onderbrengen van het ABKCB bij het ministerie van Toerisme en Cultuur is een strategische zet geweest om aan die ontkenningslijn vast te kunnen blijven houden – het alevitisme wordt daarmee gedegradeerd tot een “cultureel verschijnsel” – en om tegelijkertijd de inzet van overheidsmiddelen mogelijk te maken om alevieten te assimileren.

Ambtenaren van het ABKCB, die gelieerd zijn aan de MHP, reizen naar alevitische dorpen om allerlei diensten en producten aan te bieden aan de alevitische gemeenschap. Daarmee hopen zij invloed te kopen. Het gaat bijvoorbeeld om airco’s, afdaken, meubilair of onderhoudsbeurten voor cemhuizen. Met name die cemhuizen die geen lid zijn van een alevitische koepelorganisatie zijn een geliefd doelwit van het ABKCB.

24 september – “Nederland is aan het verruwen”

Ik zie en lees (vooral in Nederland) dat vrouwen met een hoofddoek hard worden aangepakt, gewoon omdat ze hun islamitische identiteit op hun unieke manier willen beleven. Ik was vroeger extreem seculier totdat ik mijn boek “Niran en ik” begon te schrijven. Ik besefte dat ikzelf al die tijd onderdrukt was door mijn ‘moderne’ gemeenschap waar vrouwen en mannen gelijkwaardig zijn. In theorie, niet in de praktijk.

Ik maakte deel uit van het patriarchaat en met mijn kunstmatige seculiere en geëmancipeerde achtergrond wist ik zogezegd wat goed was voor moslimvrouwen. Tijdens mijn schrijfproces leerde ik dat vrouwen in mijn familie en gemeenschap geen onafhankelijke geesten waren, maar gewoon vrouwen die hún traditionele identiteit van goede vrouw en moeder vervulden. En diep geloofden dat zij het gezicht van de moderne, seculiere vrouw waren. Kunstmatig dus. Ik heb menig gesprekken gehoord onder die vrouwen waar de discussie niet ging over maatschappelijke en inhoudelijke thema’s, maar over wie de beste börek kon bakken. Ik verveelde me steendood bij die gesprekken en werd kwaad op mijn moeder. Hoe kon zo’n verstandige vrouw met die mensen omgaan?

Ik moest heel vaak zwijgen en mocht geen mening vormen van mijn moeder. Want niemand houdt van een betweterige vrouw en ik moest toch ooit met een Turkse aleviet trouwen. Tot op de dag van vandaag voer ik een innerlijke strijd met mezelf, want ik weet niet wie ik ben of beter gezegd wie ik wil zijn omdat ik nooit de vrijheid van een stem had. Tot op de dag van vandaag word ik nog altijd genegeerd door mijn gemeenschap, omdat ik een kritisch boek heb geschreven over mijn opvoeding. Ik wil maar zeggen: het is niet de hoofddoek die vrouwen onderdrukt, maar de cultuur waarin je opgroeit. Nederland is aan het verruwen en ik vrees dat die verruwing hier ook gestuwd zal worden door mensen die geen nuance willen horen of lezen. Het is daarom belangrijk dat vrouwen elkaar blijven steunen. En dat zeg ik als een onderdrukte vrouw die nooit vrouwelijke solidariteit heeft mogen ervaren uit haar eigen ‘moderne, geëmancipeerde’ gemeenschap.

Pinar Akbaş

(Eerder verschenen op Twitter. Pinar Akbaş is aleviet en feministisch auteur en publiciste.)