Arbeidsdwangbode no. 1 (januari – maart)
Kijk, bij rechtse politici is het voor iedereen duidelijk: die vinden dat arme mensen nog meer moeten gaan bijdragen aan de welvaart van de rijken. Werken, werken, werken, is hun motto, liefst tegen zo laag mogelijke lonen. Wie bijstand ontvangt, is in hun ogen per definitie een fraudeur en moet hard aangepakt worden. Het zijn echter meestal de progressieve politici (GroenLinks/PvdA), vakbonden, ngo’s, wetenschappers en ondernemers die met concrete voorstellen komen om baanlozen verder te disciplineren en nuttig te maken voor het kapitaal. Ze helpen de BV Nederland progressie te maken door het baanloze deel van de bevolking te kneden naar de voortdurend veranderende wensen van het kapitaal. Elke paar weken presenteren ze ergens in het land wel een project of plan. Onze baanloze Puk Pent zit daar bovenop en zal regelmatig verslag doen in de Arbeidsdwangbode.
4 januari | Een oproep tot meer echte bijstand
Op initiatief van hoogleraar Trudie Knijn en de Landelijke Cliëntenraad (LCR) is het manifest “Een oproep tot meer echte bijstand” opgesteld. De FNV is een van de ondertekenaars. Het manifest roept het kabinet op om zo snel mogelijk te zorgen voor “bestaanszekerheid, ondersteuning en toekomstperspectief voor baanlozen”. Het is de overheid die dat perspectief moet bieden en bijstandsgerechtigden hiertoe “met raad en daad” bij moet staan.
Het uitgangspunt is “solidariteit”, een “sociaal mensbeeld” en een “bejegening” van baanlozen vanuit “wederzijds respect en meer gelijkwaardigheid”, zo klinkt het mooi. Daartoe zouden er meer rechten en een sterkere rechtsbescherming moeten komen en baanlozen/vertegenwoordigers zouden meer zeggenschap moeten krijgen. Ook moet er veel meer geld naar gemeenten om de wet uit te kunnen voeren en de uitvoerders, de “professionals”, moeten meer erkenning en autonomie krijgen zodat ze bijstandsgerechtigden meer “tijd en aandacht” kunnen geven. Persoonlijk zit ik niet echt op meer aandacht te wachten. Wel op meer autonomie natuurlijk, maar die blijft het voorrecht van “de professionals”.
Dit sociaal-democratisch manifest wijst “dwang” via allerlei prikkels (de strikte handhaving) af, pleit voor iets hogere uitkeringen, meer toegang tot juridische bijstand, en baanlozen zouden niet voortdurend moeten hoeven te bewijzen dat ze onschuldig zijn. Het omvat ook een rijtje “nieuwe rechten” voor baanlozen: volwaardige begeleiding en scholing, zinvolle maatschappelijke participatie, een passend arbeidsaanbod, persoonlijke ontwikkeling, financiële bestaanszekerheid en zelfstandigheid en gelijkwaardigheid. Maar uitgewerkt worden die rechten niet.
Men erkent zo dat de huidige begeleiding en scholingsmogelijkheden ondermaats zijn, maar hoe het dan wel moet blijft onduidelijk. De suggestie dat wij nu niet zinvol zouden meedoen in de samenleving zegt meer over het dichtgetimmerde wereldbeeld van de opstellers dan over het daadwerkelijke leven van de meeste baanlozen. Wij staan niet buiten de maatschappij. En het paternalisme dat van het manifest afdruipt, doet vrezen voor wat men verstaat onder persoonlijke ontwikkeling, zelfstandigheid en gelijkwaardigheid. In hoeverre zijn die überhaupt mogelijk in onze onmachtspositie ten opzichte van de staat en de sociale dienst? Een recht op met rust gelaten worden, vinden we helaas niet terug in het lijstje.
Zolang het arbeidsethos en disciplinering richting de arbeidsmarkt centraal blijven staan in de voorstellen, zullen zulke ‘rechten’ uiteindelijk niet meer dan vermomde plichten blijken te zijn. We zullen immers gedwongen worden om een beroep te doen op die rechten om onze ‘reïntegratie’ te bevorderen. In het manifest wordt namelijk met geen woord gerept over het afschaffen van de basale verplichtingen van de Participatiewet en er wordt ook niet voorgesteld om machtsmiddelen van gemeenten af te nemen. Met dit manifest zijn we nog mijlenver verwijderd van een onvoorwaardelijke hoge uitkering.
22 januari | Vrijstelling van giften en proef samenwoning in Oude IJsselstreek
Langzaamaan wordt er her en der in het land een verhoogde vrijstelling van giften tot 1.200 euro (op jaarbasis) ingevoerd. Zo ook in Oude IJsselstreek, waar de aangenomen motie als ware overwinning wordt bejubeld (overigens, boodschappen in natura moeten nog wel worden opgegeven en verrekend). De motie “proef samenwoning” is ook aangenomen, blijdschap alom. Nu kunnen baanlozen zonder korting of stopzetting van hun uitkering zes maanden uitproberen of samenwonen wel fijn is. Bevalt het niet, dan blijft alles bij het oude. “Een mooi resultaat waarbij uitgegaan wordt van de menselijke maat”, aldus de Rooie Vrouwen over de aangenomen moties.
Waar komt die “menselijke maat” toch vandaan? En wat is dat eigenlijk? Wie bepaalt er wat “de menselijke maat” is? Is dat meetbaar? En wie mag het dan meten? En als er een “menselijke maat” bestaat, is er dan ook een “onmenselijke maat”? Het is opvallend hoeveel politici ineens over die “menselijke maat” spreken, als een soort rechtvaardiging van hun politiek. Het heeft wat weg van het woordje “humaan” dat ze graag in de mond nemen als het gaat om het asielbeleid. Ook daar gaat het dan vaak om het toevoegen van wat franje aan een verder ten diepste repressief beleid. Intussen rolt Oude IJsselstreek nieuwe werkverschaffingstrajecten voor baanlozen uit. Het is nog niet bekend gemaakt of men daar de “menselijke” of “onmenselijke maat” gaat hanteren.
26 januari | Jongeren krijgen uitkering op basis van vertrouwen in pilot “Het Bouwdepot”
De gemeente Eindhoven start door met de pilot “Het Bouwdepot”. Dakloze jongeren krijgen in dat kader een woonruimte en een uitkering van 1.050 euro. Er vindt geen verrekening plaats met andere inkomsten. Daar zijn geen regels voor en het wordt ook niet gecontroleerd. De deelnemers zijn tegelijk ook proefkonijnen van een onderzoek: kunnen op deze manier dakloosheid en schulden onder kwetsbare jongeren worden voorkomen? Dat lijkt me een nogal retorische onderzoeksvraag.
Van de jongeren wordt echter wel een ’tegenprestatie’ verwacht, maar die zou dan weer niet verplicht zijn. Dat lijkt haaks te staan op de plicht om een “bouwplan” op te stellen met doelen en afspraken. Ze moeten een opleiding gaan volgen of een baan vinden. Het initiatief krijgt een soort van navolging in Amersfoort en drie gemeenten in de Rijnstreek, waarbij in Amersfoort de nadruk ligt op schuldhulpverlening in ruil voor een maatschappelijke ’tegenprestatie’.
En zo belanden dakloze jongeren en jongeren die schulden moesten maken in een nieuwe wurggreep. Gun ze toch een gratis huis, gratis geld, gratis zorg en een leven waarin zij zelf kunnen bepalen wat ze nodig hebben en kunnen willen doen. Ik vermoed dat de resultaten, zeker op lange termijn, veel beter zullen zijn.
4 februari | FNV: werken zonder loon is een verdienmodel en levert nauwelijks betaald werk op!
De FNV publiceert een rapport over “misstanden” bij Participatiebedrijf WerkSaam Westfriesland. Na een WOB-procedure van drie jaar blijkt dat (weinig verrassend) er op grote schaal wordt verdiend aan bijstandsgerechtigden in reïntegratietrajecten (zoals via baanlozenuitzendbureau Flextensie) en dat er nauwelijks sprake is van uitstroom naar een baan. De baanlozen werden gepusht om mee te doen aan de trajecten, kregen geen loon en hadden geen arbeidsrechten. “De FNV wil dat mensen zo snel mogelijk duurzaam, met betaald werk, uit de uitkering komen en dat er een einde komt aan Werken zonder Loon”, aldus de bond.
Heel goed dat de FNV de tanden in Werksaam heeft gezet, well done! Dwangarbeid voor baanlozen moet stoppen, dat vinden wij ook. Maar we staan niet aan dezelfde kant: de arbeidsfetisjisten van de bond maken geen woorden vuil aan de dwang die op baanlozen wordt uitgeoefend, maar spitsen hun kritiek onder meer toe op het feit dat we er onvoldoende mee de uitkering uitstromen de arbeidsmarkt op. Van de FNV moet iedereen betaald werken, werken, werken, of je kan of niet, of je wil of niet. Met de #voor14-campagne leek er even een steviger linkse bondsvisie op bestaanszekerheid, baanloosheid en arbeid mogelijk, maar sinds de terugtocht van de #voor14-campagne naar de sectoren, en het daarmee buitenspel zetten van baanlozen, zijn we weer terug bij af.
22 februari | GroenLinks-wethouders manifest: het recht om mee te doen
Met het manifest “het recht om mee te doen” eisen GroenLinks-wethouders uit twintig gemeenten een “fundamentele” wijziging van de wet. In het kort luiden de concrete eisen: 1. Behandel mensen vanuit vertrouwen. Versoepel de bijstand, zodat een vergissing niet meteen leidt tot een terugvordering van duizenden euro’s. Schaf de gedwongen ‘tegenprestatie’ af. Geef gemeenten nog deze kabinetsperiode op zijn minst structureel 0,5 miljard euro erbij om meer mensen persoonlijke begeleiding te bieden. 2. Geef iedereen basiszekerheid. Verhoog de bijstandsuitkering met minstens 140 euro per maand, zodat mensen op zijn minst genoeg geld hebben om rond te komen (conform advies NIBUD en het Sociaal Cultureel Planbureau). Schrap de boete op samenwonen (de kostendelersnorm) voor iedereen, zodat mensen niet worden gekort op hun uitkering omdat ze met iemand in huis wonen die een inkomen heeft. Geef mensen met een kleine spaarpot of een koophuis gewoon recht op een inkomen zonder dat eerst alles van hen wordt afgepakt. Maak mensen met een beperking niet langer afhankelijk van het inkomen van hun partner. 3. Garandeer dat mensen mee kunnen doen. Vervang de tegenprestatie-banen door volwaardige aanstellingen en betaald met in ieder geval het minimumloon. Verruim de mogelijkheden om wat bij te verdienen naast de uitkering. Voer een bindend quotum in voor de overheid en grote bedrijven om mensen met een beperking aan te nemen.
In mijn kersverse van-onderop manifest “het recht om mezelf te zijn” staan daarentegen deze concrete eisen. 1. Maak alle uitkeringen onvoorwaardelijk (en veel hoger!) en schaf het hele bijstandsregime af. 2. Een verhoging van 140 euro is dus echt niet genoeg. “Mogen” bijverdienen is de arbeidsmoraal in stand houden. 3. Stop met het uitsluiten van baanlozen, stop met het suggereren dat niet mee doen: wij leven al gewoon in deze samenleving!
1 maart | Actieplan Energiearmoede GroenLinks en PvdA Amsterdam
Een GroenLinks en PvdA denktank presenteert het actieplan: “Geen Amsterdammer in de kou”. In de aankondiging adresseren ze de energie-armoede; hoe steeds meer Amsterdammers met een laag inkomen niet rond kunnen komen door de hoge inflatie en stijgende energiekosten. Ze vinden dat de aanpak van de klimaatcrisis en een energietransitie niet mogen leiden tot grotere ongelijkheid in de stad.
Een van de plannetjes in het document valt gelijk op: de voorgenomen stadsbrede inzet van de FIXbrigade (blz.13). Deze werkersbrigade komt een huis scannen op tochtproblemen, dicht daarna de gaten en kieren en stelt de cv-installatie beter in. Dat doen ze gratis bij arm gemaakte mensen (degenen met een inkomen tot 140 procent van het minimumloon). Ook krijgen armen de energiecoaches van Stichting !Woon op hun nek. Zo fijn, leren hoe zuinig om te gaan met energie en alsnog die rekeningen met heel veel moeite (niet kunnen) betalen. De enige brigade waar ik wel deel van zou willen uitmaken is er een die thuis bij de huisbazen langs gaat om hen eens flink de oren te wassen en te dwingen om die tochtproblemen zelf op te lossen, zodat de FIXbrigade dat niet gratis voor hen hoeft te doen. En als we dan toch op de thee zijn, zouden we hen eens hartig kunnen toespreken over een fikse verlaging van de huren.
Vanzelfsprekend worden de baanloze jongeren en vluchtelingen van de FIXbrigade niet regulier betaald. Het gaat om een leer-werktraject waarbij ze leren “fixen” en hun “kansen op de arbeidsmarkt vergroten”. Omdat dit traject zo ‘succesvol’ is, wil de gemeente ook “mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt” inzetten als leerling-fixer. Lees: alle baanlozen in Amsterdam kunnen richting die FIXbrigade worden gepusht.
En natuurlijk wordt de brigade als eerste ingezet in arme wijken. Want de mensen daar kunnen natuurlijk fluiten naar alle energietransitie regelingen, want die zijn voor hen onbetaalbaar. Het sociale gezicht van Amsterdam: ben je uitkeringsgerechtigd of moet je leven van een minimumloon? Dan maken we je huurwoning iets minder tochtig, zodat je netjes in je armoede kunt overleven. Naar verluidt zien Weesp en Zaandam ook brood in het oprichten van een FIXbrigade.
10 maart | GroenLinks Eindhoven: “Groene Banen, Gouden Toekomst”
GroenLinks Eindhoven komt (net voor voor de gemeenteraadsverkiezingen) met een wel heel bijzonder banenplan: “Groene Banen, Gouden Toekomst”. Daarin stelt de partij dat er 9.000 extra werkers in de energietransitie nodig zijn om de klimaatdoelstellingen te halen. Daarom willen ze een klimaatbanen-coalitie aangaan met allerlei scholingsinstituten en bedrijven.
GroenLinks wil ook de armoede door te lage lonen en uitkeringen in Eindhoven aanpakken. Dat willen ze niet doen door de uitkeringen aanzienlijk hoger en onvoorwaardelijk te gaan maken, maar door (aankomende) baanlozen een kans op (om)scholing te bieden. Als baanlozen in de scholingstrajecten zitten, staat de Participatiewet op de “pauzeknop” (welke verplichtingen niet meer gelden is best onduidelijk in dit plan). Wat natuurlijk inhoudt dat die knop ook uit de pauzestand kan komen: er blijft dus altijd een dreiging op de achtergrond aanwezig van disciplinering met Participatiewet-maatregelen. En tijdens de ‘pauze’ wordt de disciplinering die bij het bijstandregime ‘hoort’ verlegt naar een evenzo verregaande controle in een werkverschaffingstraject.
De kosten voor deze (om)scholing, leerwerktrajecten en coaching van baanlozen moeten uit een duurzaam-werk-fonds gaan komen. Omdat baanlozen (en minimumloonwerkers) wat huiverig zouden kunnen zijn voor het verlies van minimaregelingen en toeslagen wordt uit dit fonds, tijdens de scholing, een “basisinkomen” ter hoogte van een bijstandsuitkering met toeslagen en minimaregelingen betaald. De kosten daarvoor worden onder meer uit de overheidsbudgetten betaald. Het basisinkomen stopt op het moment dat een baanloze volledig betaald aan het werk is bij een baas.
De kans op een duurzame (lees, geen flex-) baan in de energietransitie is volgens GroenLinks heel erg groot. De bij de coalitie aangesloten bedrijven moeten zelf voor stageplekken zorgen en een, jawel, duurzame baangarantie geven. Waar kennen we dat toch van? O ja, bij dwangarbeid overal: bazen weten zich altijd wel onder zo’n baangarantie uit te wurmen. De gratis werker voldoet niet helemaal, zeggen ze dan bijvoorbeeld, geef mij maar liever een nieuwe. Ook moeten de bedrijven financieel bijdragen aan de scholings- en ondersteuningskosten. De baanlozen krijgen namelijk gedurende de trajecten een coach die hen bijstaat totdat ze uit de bijstand, pardon, het basisinkomen zijn.
En kijk, een addertje onder het GroenLinkse gras: “Wanneer mensen meer gaan verdienen, dan wordt er tijdig geld opzij gezet om verrassingen te voorkomen.” Een fonds dat geld dat baanlozen verdienen met werken voor een baas “opzij gaat zetten om verrassingen te voorkomen”?! So much for die “gouden toekomst” voor Eindhovense baanlozen.
15 maart | FNV Magazine-interview met GroenLinks-wethouders Lahlah (Tilburg) en Voortman (Utrecht)
Volgens FNV magazine lopen wethouders Lahlah en Voortman “voorop in de strijd voor een menselijke én hogere bijstand” en daarom krijgt GroenLinks een platform bij de vakbond. Dat vooroplopen deden ze in de afgelopen maanden door in hun eigen gemeente het proef-samenwonen voor baanlozen in te gaan voeren en de kostendelersnorm voor inwonenden tot 27 jaar niet toe te willen passen. Dat laatste is overigens gewoon een kabinetsvoorstel/wijziging.
Het “menselijke” zit hem bij de GroenLinks-politiek in het iets “minder streng” maken van het bijstandsregime. Maar de uitkeringen moeten wel laag blijven. En werken aan jezelf, meedoen in de maatschappij (bij voorkeur in een betaalde baan) moet worden gewaardeerd en een beetje beloond. Soms denk ik wel eens: als de FNV het politieke standpunt in kan nemen om de FvD en PVV uit te sluiten, dan zou ze dat ook eens kunnen overwegen bij zulke neo-liberale wethouders.
Puk Pent
Een interessante overdenking: hoe staan onvoorwaardelijke liefde en onvoorwaardelijke inkomensregelingen tot elkaar in verhouding? Of ruimer, hoe staan de liefde, aandacht en dat soort termen in verhouding tot sociaal-fiscaal-economische structuren?