Atlas Aletta van BPW Leiden: “De ’tijdelijke oplossing’ voor flexhuurders is een permanent verdienmodel van huisbazen” (video)
Zo’n dertig mensen deden gistermiddag in Leiden mee aan de actie die de Leidse afdeling van de Bond Precaire Woonvormen (BPW) had georganiseerd. De actie was gericht tegen de dreigende huisuitzettingen van de tijdelijke huurders die in de roodwitte Stationsflat wonen tegenover station Leiden Centraal. Met een al langer lopende campagne is de BPW Leiden bezig om druk op te bouwen tegen de verhuurder van de flat, Urban Interest, en zo de tijdelijke huurcontracten omgezet te krijgen naar vaste contracten.
De actie vond plaats op het plein voor station Leiden Centraal, op een steenworp afstand van de flat met flexhuurders. Drie mensen van de BPW Leiden hielden een toespraak, van wie een van hen, Bo, zelf ook een van de tijdelijke huurders van de flat is. Een buurvrouw van hem, ook flexhuurder, hield ook nog een kort praatje.
Zie ook de speeches van Cornelia en Bo.
De stemming tijdens de actie was strijdbaar en betrokken. Er werden leuzen geroepen als “Huizen voor mensen, niet voor winst” en “Vecht, vecht, vecht, wonen is een recht”. Naast mensen van de BPW waren er ook Doorbraak-activisten aanwezig, en ook andere ondersteuners van Bo en de overige flexhuurders van de flat. Bo dreigde op 9 december op straat te komen staan, maar heeft dankzij de druk en publiciteit van de BPW inmiddels een vast huurcontract aangeboden gekregen en ook geaccepteerd, voor woonruimte in een ander deel van Leiden. Maar andere flexhuurders in de flat komen op termijn, als ook hun tijdelijke contract afloopt, in dezelfde problemen als Bo. Want ook zij kunnen dan inwisselbaar en dakloos worden gemaakt door Urban Interest. De strijd gaat dus door.
Hieronder de integrale toespraak van Atlas Aletta, een van de oprichters van BPW Leiden.
Harry Westerink
Hallo allemaal, en welkom op onze Stationsflatdemo hier op het Stationsplein. We staan hier vandaag vanwege huisuitzettingen door tijdelijke contracten. Degenen van jullie die een beetje meegelezen hebben, hebben ook vast de woorden van Urban Interest, de eigenaar van de Stationsflat, voorbij zien komen. Mooie woorden waar je, met je boerenverstandsbril op je kop, dwars doorheen leest.
Ik wil het hier vanmiddag hebben over meer dan alleen de Stationsflat. Ik wil het hebben over het taalgebruik gebezigd door niet alleen Urban Interest, maar door allerhande pandeigenaren, overheidsinstanties, verhuurmakelaars, en ja, zelfs de gewone man.
Er wordt ons verteld dat wij te maken hebben met woningnood. Dat de woningmarkt op slot zit. Dat de fuik waarin woningzoekenden zich bevinden, opgelost kan worden door “out-of-the-box” denken; handig gebruik van leegstaande panden en subsidies voor ontwikkelaars van tijdelijke oplossingen.
Ik zeg dat de lieden die ons dit alles verkondigen, allen op een troon van leugens zitten. Ik zeg ook dat hun woorden, nagepapegaaid door het NOS-journaal, zaterdagbijlagen en internetcolumns, werken als een bijtend zuur dat van onze harde strijd een week geklaag maakt.
Taal. Is. Belangrijk.
De woorden die men gebruikt, vormen het denken. De denkwijze van mensen vormt hun handelen. En hun handelen vormt de wereld. Dus, lieve mensen, knoop in uw oren:
- Er staan in Nederland meer dan acht miljoen woningen. In 2020 waren er vierhonderdduizend “woningtransacties”. Oftewel: er waren dat jaar vierhonderdduizend woningen beschikbaar. Er is geen “woningnood”, nee. We bevinden ons in een wooncrisis.
- Een veilige plek om te slapen is een mensenrecht, geen product. We spreken hier niet over “woningmarkt”, we hebben het over volkshuisvesting.
- Met de invoer van tijdelijke huurcontracten hebben huisjesmelkers hun kans schoon gezien. Woningen worden opgekocht om mensen er tijdelijk te laten wonen en hen vervolgens, na een jaar of twee, in te wisselen voor andere huurders. Zo de huurbescherming omzeilend. De “fuik van woningzoekenden” is een kunstmatig gecreëerde stoelendans.
- Nederland kent tegenwoordig meer dan zeventig bedrijven die zichzelf de titel “leegstandsbeheerder” gegeven hebben. Handig gebruik makend van anti-kraak contracten waarbij hun bewoners geen huurders zijn, maar bruikleners. Die hebben hun huurdersrechten weggetekend in ruil voor een dak boven hun hoofd. Deze leegstandsbeheerders noemen dat “avontuurlijk wonen”. Maar het is gewoon een rechteloos bestaan.
De subsidies voor dingen zoals “Tiny House projecten” worden vrijgevig uitgedeeld door wethouders die zich graag profileren als progressief, ruimdenkend en sociaal. Ongebruikte bedrijventerreinen en te ontwikkelen gebieden worden bevlekt met Scandinavisch ingerichte stacaravans, als trailerpark voor Young Professionals. Na een jaar of vijf mag je weer oprotten met je verplaatsbare huisje. Net als boompjes die geplant worden in verrijdbare bakken, in plaats van in de volle grond, mag ook jij niet wortelen.
De projectontwikkelaar wrijft in zijn handen; jouw “tijdelijke oplossing” is zijn permanent verdienmodel.
Lieve mensen. Laat het bijtend zuur dat dit taalgebruik is, onze harde strijd niet maken tot een week geklaag. Maak een vuist tegen de wooncrisis, en eis volkshuisvesting.
Atlas Aletta