Beweging tegen Wilders
Doekle Terpstra, ex-voorzitter van de CNV en prominent lid van de CDA, vraagt zich in een brief aan Trouw af of hij de enige is die boos en bezorgd is over Wilders. ‘Onbegrijpelijk vind ik het, dat de ’redelijke mensen’ – waartoe ik mijzelf ook reken – zo onverschillig lijken te zijn. Wanneer staan wij eens op? Wanneer manifesteren wij ons met de oproep dat genoeg, genoeg is’, schrijft hij. Al snel heeft het onderwerp het nieuws gedomineerd. Sommige kranten hebben al een onderzoek gedaan, naar wat de samenleving ervan vindt.
Mohamed Sini, voorzitter van de stichting Islam en Burgerschap, zou de initiatiefnemer worden, maar doet er niet meer aan mee. René Danen, woordvoerder van Nederland Bekent Kleur, zei dat zij zich zeker zullen aansluiten bij de tegenbeweging. Ook de directeur van Vluchtelingenwerk Nederland, Edwin Huizinga, zegt de oproep van Terpstra te onderschrijven. Daarnaast weten we sinds kort dat de beweging wordt gesteund door: voorzitter Elco Brinkman van Bouwend Nederland, voetbalcoach Foppe de Haan van Jong Oranje, burgemeester Annemarie Jorritsma van Almere, schrijver Geert Mak, Erica Terpstra van NOC*NSF en rabbijn Abraham Soetendorp.
Het initiatief wordt breed gedragen: van links tot rechts, van progressief tot conservatief. De voortrekkers presenteren zich als redelijke mensen, maar Terpstra’s eigen partij steunt bijvoorbeeld wel het keiharde migranten- en vluchtelingenbeleid. Annemarie Jorritsma’s partij, de VVD, heeft nog geen maand geleden de notitie Immigratie en Integratie gepresenteerd, waarin fundamentele mensenrechten worden beperkt en ontkend. (zie artikel: VVD vliegt uit de bocht) De oppositie in de Tweede Kamer – van Jan Marijnissen tot Rita Verdonk – is tegen een beweging tegen Wilders. Veel politici vinden dat Wilders in de Kamer aangepakt moet worden, en ‘hij moet niet bestookt worden vanaf de zijlijn’, aldus Alexander Pechthold. Met andere woorden: burgers moeten zich er niet mee bemoeien.
Maar de burgers zouden zich er juist mee moeten bemoeien. Uitgaande van het idee dat racisme geen mening maar een misdaad is, zal deze tegenbeweging gesteund moeten worden. De tegenbeweging moet toegankelijk zijn voor iedereen in de samenleving. De racistische uitspraken van PVV-leider Geert Wilders zouden door ons allen bestreden moeten worden. Doorbraak is één van de bewegingen die bezig is om van onderop een beweging op te zetten tegen racisme, ook tegen het racisme van Wilders. Daarvoor heeft Doorbraak onder andere inhoudelijke debatten georganiseerd waarin men zich kon verdiepen in de ideologie van het rechtspopulisme in het algemeen.
De ervaringen met dit soort bewegingen, waarin bekende figuren de voortrekkersrol spelen, is vaak dat het wel een groot initiatief wordt, maar helaas eindigt met een eenmalige grote actie. Dit eenmalige moet een eventuele beweging proberen te voorkomen en zij moet als doel hebben om een structurele vorm aan te nemen.
Helaas is Wilders niet de enige in Nederland met racistische uitspraken. De tegenbeweging zal zich – misschien nu al, misschien later – niet alleen moeten richten tegen VerWildering, maar ook tegen de Verdonkering en de VerKampering van de samenleving. De strijd tegen racisme moet op alle vlakken plaatsvinden.