Bijverdienen in de bijstand
Bijverdienen is dus een misleidende term. Het moet zijn: u heeft inkomsten uit werk en de sociale dienst vult het aan. Piet van der Lende is al tientallen jaren het gezicht van de Bijstandsbond. Ook Van der Lende stelt: “Bijstand is het laatste vangnet als er geen of te weinig inkomsten zijn uit werk of uitkering.” Met uitkering doelt Van der Lende op WW, WIA, Ziektewet of een andere werknemersverzekering. Van der Lende heeft moeite met het uitgangspunt van de bijstand en de verschillende bijverdienregelingen. “Daar wordt al jarenlang discussie over gevoerd. En die begint altijd met de hoogte van de bijstand. Stijging wil men slechts beperkt, uit vrees dat mensen anders in de bijstand blijven zitten.” Dat geldt dus ook voor het bijverdienen. De maximale vrijlating van 209 euro wordt daarbij vaak niet eens gehaald, door te weinig verdiensten in combinatie met alle beperkende voorwaarden en ingewikkelde regels. Een moeder met jonge kinderen tot 12 jaar mag bijvoorbeeld 6 maanden lang maximaal 25 procent van haar inkomsten houden, tot 209 euro en daarna 30 maanden lang nog maar 12,5 procent. Volgens Van der Lende vreest politiek rechts vooral dat bijstand plus vrijlating te dicht in de buurt van het minimumloon komt. Bijstanders zouden “dan niet meer te motiveren zijn” om zich uit de bijstand te werken. Toch telt Amsterdam volgens de gemeente meer dan drieduizend bijstandsgerechtigden met inkomsten uit een parttime baan: in februari dit jaar 3.400 van de circa 40.000 bijstanders. In 2016 waren het nog maar 2.800. Van der Lende: “Dat bijstanders werken is vooral om onder de mensen te zijn en zich te kunnen ontplooien. Links vindt dat het minimumloon omhoog moet om armoede te voorkomen. Dat vindt de Bijstandsbond ook. Dan kan ook de bijstand omhoog. De patstelling tussen rechts en links leidt tot het compromis van de ingewikkelde bijverdienregeling”
Joop Lahaise in Bijverdienen in de bijstand (Mug)