Burundese vluchtelingen staan samen sterk

Jeanine Barambona
De zelforganisatie van Burundese vluchtelingen Ntundenganye heeft in samenwerking met Doorbraak een kritisch rapport uitgebracht over het vluchtelingenbeleid. “We moeten ons verenigen en niet tegen elkaar laten uitspelen”, zegt Jeanine Barambona, een van de oprichters van Ntundenganye.

In 2005 dreigde Barambona uitgezet te worden naar Burundi en daarmee gescheiden te worden van haar man en kinderen in Nederland. Die schending van het recht op een gezinsleven zette haar aan tot actie. Ze regelde een goede advocaat en ging op zoek naar lotgenoten, naar andere Burundese vrouwen die problemen hadden met hun verblijfsrecht. Ze vond het moeilijk om als illegaal in de openbaarheid te treden, maar ze zette door. Ze wist vijf vrouwen bij elkaar te brengen, wat uiteindelijk leidde tot de oprichting van vereniging Ntundenganye in 2007. “In het begin spraken we af dat ieder van ons steeds een nieuw persoon zou meenemen naar onze volgende vergadering. Zo groeide het aantal leden. Nu hebben we er zo’n 200. Ongeveer 15 leden houden de organisatie draaiende.” Opvallend is dat er meer vrouwen dan mannen lid zijn. “Dat komt omdat ik de voorzitter van de vereniging ben”, zegt Barambona zelfbewust. “Vrouwen vertrouwen nu eenmaal eerder andere vrouwen dan mannen, zeker als het gaat om mishandeling en verkrachting.”

Speelbal

Via contacten met een mensenrechtenorganisatie in Burundi is de vereniging goed op de hoogte van wat afgewezen vluchtelingen overkomt bij terugkeer in Burundi. Een Burundese oppositiepartij leverde forse kritiek op de regering vanwege de slechte behandeling van teruggekeerde vluchtelingen. Ook Ntundenganye droeg bij aan die politieke druk. De vereniging drong er bij de ambassade van Burundi in Brussel op aan om de Nederlandse overheid geen toestemming meer te geven om vluchtelingen naar Burundi uit te zetten. Dat had succes, want sinds enige tijd werkt de ambassade niet meer mee met uitzettingen. Toch worden afgewezen Burundese vluchtelingen nog steeds opgesloten in illegalengevangenissen, “in afwachting van uitzetting”. De vereniging wil dat nu gaan aanvechten.

De Nederlandse regering heeft Burundi ontwikkelingshulp toegezegd als het land vluchtelingen terugneemt. “Dat is een soort koehandel. Vluchtelingen worden zo gebruikt als wisselgeld en speelbal. Met het geld worden in Burundi trouwens helemaal geen sociale projecten voor vluchtelingen, vrouwen en armen gesteund. Nee, daar koopt de politie wapens van. En die politie mishandelt en martelt mensen, verkracht vrouwen, en bedreigt ook teruggekeerde vluchtelingen.”

Weerbaar

In 2009 organiseerde Ntundenganye een demonstratie bij de Tweede Kamer, waar honderden Burundezen aan deelnamen. Daardoor kwam Barambona in de publiciteit en werd ze ook in Burundi via de media bekend. “Mijn moeder woont daar nog en is bang dat ze door mijn activiteiten gevaar loopt. Ik zou natuurlijk beschouwd kunnen gaan worden als een vijand van de regering. En dan zou de politie mijn moeder kunnen gaan bedreigen.”

Barambona merkt hoe onveilig Burundese vluchtelingen zich in Nederland voelen. “Mensen hebben in Burundi in angst geleefd, en nu moeten ze hier nog steeds in angst leven.” Sinds de afschaffing van het categoriale beschermingsbeleid voor Burundi zijn veel Burundezen illegaal gemaakt en worden ze opgejaagd. “Ze zien geen toekomst meer. Dat geldt zeker ook voor vrouwen. Ze voelen zich gedwongen om zich te prostitueren en zich in slavernij-achtige omstandigheden te laten uitbuiten.” Om vrouwen weerbaar te maken wil Ntundenganye empowermentbijeenkomsten organiseren. “Samen staan we sterk. Als vereniging hebben we met elkaar afgesproken dat we ons niet moeten laten verdelen door het etnische verschil van Hutu en Tutsi. We zijn immers allemaal Burundezen en vluchtelingen. En we strijden voor het recht om hier te blijven.”

Ntundenganye heeft dringend geld nodig voor het organiseren van activiteiten. Wil je de organisatie steunen, maak dan geld over naar rekeningnummer 4213978 t.n.v. vereniging Ntundenganye te Almere o.v.v. "gift".

Harry Westerink