Chili: studentenprotest en mijnwerkersstrijd
Op 15 juli haalden felle studentendemonstraties zelfs zomerslaperige Nederlandse media. Tussen de 30.000 (aldus de regering) en de 80.000 (aldus organisatoren) studenten en anderen betoogden in de hoofdstad Santiago. De politie pakte 54 actievoerders op, en bij rellen aan het eind van de demonstratie raakte 32 agenten gewond, althans volgens de politie. Het aantal gewonde demonstranten werd in het Volkskrant-artikel niet vermeld. Maar gezien de inzet van traangas en waterkanon en de heftigheid van de confrontatie moet dat aantal aanzienlijk geweest zijn.
De demonstratie maakte deel uit van een protestgolf in het onderwijs die intussen al drie maanden bezig is. Actievoerders eisen dat er meer geld naar onderwijsinstellingen gaat. Ze willen ook dat het bestuur ervan – dat onder dictator Pinochet naar gemeenten was overgeheveld – weer in handen van de landelijke overheid komt. In de huidige situatie heerst ongelijkheid en geldtekort, want gemeenten beschikken over te weinig fondsen. De regering heeft ook nog eens een bezuiniging in openbare scholen aangekondigd.
De massabetoging van 15 juli werd een confrontatie met staat en president. De Volkskrant: “De stoet van studenten, leraren, moeders en kinderen trok richting het presidentiële paleis van Sebastian Pinera toen de politie begon op te treden. ‘De studenten moeten leren dat de straat niet van hun is’, aldus de woordvoerder van de president.” Dat lesje autoritair staatsrecht – dat de straat van de staat en haar gewapende eenheden is, niet van mensen die voor hun rechten opkomen – had een eerdere generatie Chilenen al eens gekregen, door middel van Pinochets staatsgreep in 1973 en de daaropvolgende repressie. Studenten en veel anderen zijn gelukkig niet erg in de stemming om zich deze pedagogie van staatswege te laten aanleunen, want de protesten zijn sindsdien eerder nog toegenomen.
Zo was het op 4 augustus alweer raak. “De Chileense oproerpolitie heeft donderdag studentenprotesten in de hoofdstad Santiago uiteengejaagd. De politie zette traangas, waterkanonnen en bereden politie in tegen de demonstranten die eisen dat de regering meer geld uittrekt voor het noodlijdend openbaar onderwijs.” Volgens de minister van binnenlandse zaken was de betoging “onwettig”. Bij de rellen wierpen sommige demonstranten barricaden op en vochten ze hard met de oproerpolitie. Intussen zocht de regering in overleg met parlementsleden van de oppositie naar een compromis, waar een verhoging van onderwijsuitgaven deel van zouden moeten uitmaken. Maar de woede en het radicalisme van de opstandige studenten zal zich met een fooi niet makkelijk laten afkopen.
Op 9 augustus volgde wederom een grote demonstratie. Tussen de 60.000 (politiecijfer) en de 100.000 (organisatoren) demonstreerden. Deze keer was de demonstratie toegestaan. Weer trokken mensen op naar het presidentiële paleis. Daar gooiden betogers met stenen en schoten agenten met het intussen vertrouwde traangas en het waterkanon. Intussen zijn drie scholieren al 21 dagen in hongerstaking. Demonstranten voerden spandoeken mee: “het is tijd om te vechten, niet om te onderhandelen”.
Het gaat inmiddels om de grootste golf van straatprotest sinds het einde van Pinochets dictatuur in 1990. President Pinera zag zijn populariteit volgens opinieonderzoek dalen tot 26 procent. De man werd in 2010 president, en wist zich eventjes wat extra populariteit te verschaffen door vooraan te staan bij een reddingsoperatie van ondergronds na een ongeluk opgesloten mijnwerkers. Die populariteit is verleden tijd. Mijnwerkers kregen zelfs op een herdenkingsplechtigheid een jaar na die reddingsactie fruit en stenen naar hun hoofd gegooid door demonstranten die boos waren dat ze zich lieten lenen voor presidentiële PR. Dat meldt althans Fox News.
Pinera is een zakenman en leidt een kabinet vol zakenlieden. Hij is de eerste openlijk rechtse president sinds de val van de dictatuur. Hij leidt een land waar de economie stevig groeit: 6 procent op jaarbasis. Maar het land heeft ook opvallend grote verschillen tussen arm en rijk. Een verlangen naar toegankelijk onderwijs drijft veel van de 3,5 miljoen studenten tot protest. Soortgelijke verlangens dragen er ongetwijfeld aan bij dat 72 procent van de bevolking de huidige protesten goedkeuren.
Het studentenprotest is niet het enige teken van onvrede en rebellie in Chili. Arbeiders voeren eveneens actie. Op 12 juli staakten mijnwerkers van de kopermijn Codelco tegen herstructurering en de invoering van een nieuw management. Ze vrezen dat dit een voorbode is van privatisering van dit staatsbedrijf, en maken zich zorgen dat dit banen kost en arbeidsvoorwaarden verslechtert. De staking hakte erin, al snel begrootte Codelco dat ze er inkomstenverlies van 40 miljoen dollar door leed.
Later werd er opnieuw gestaakt in de kopermijnbouw. Bij een van die acties in Chile Collahuasi ontsloeg een mijndirectie zes arbeiders. Vervolgens dreigde de vakbond met een proteststaking op 2 september. In weer een andere kopermijn, Enscondida, staakten mijnwerkers twee weken. Op 5 augustus hervatten ze het werk. Het bedrijf, grotendeels in de handen van Billiton, weigerde aanvankelijk te onderhandelen. Maar met verliezen van 30 miljoen dollar per dag viel dat niet vol te houden. Het bedrijf deed uiteindelijk in onderhandelingen kennelijk toch concessies op het gebied van onder meer een bonusregeling. En… de stakers krijgen doorbetaald.
Stakingsstrijd en studentenprotest zetten druk op regering en ondernemers. Ook in Chili kunnen we intussen wel spreken van een stevige revolte op allerlei fronten. Er gonst van alles, van Mapuche-Indiaanse gemeenschappen die voor hun land strijden tot homo-activisten die in actie zijn gegaan. Met name het studentenprotest krijgt brede ondersteuning: er is een initiatief van 42 sociale organisaties, met een manifest “Democratie voor Chili”, waarin staat: “Het economische en sociale systeem is in een diepe crisis die de gemeenschappen heeft genoodzaakt zich te mobiliseren. Een historische beweging zonder precedent trekt de bases in twijfel van de economische en politieke orde die in 1980 werd opgelegd.” Dat was het jaar waarin Pinochet een grondwet doordrukte om zijn dictatuur een legitiem jasje te geven. Intussen is er een initiatief voor een volksstemming over het onderwijsstelsel – een initiatief dat de breedte van het protest kan laten zien maar ook de strijd kan helpen begraven in een stembusgang. Dat zou geen recht doen aan die jonge demonstrant die zegt: “We zullen doen wat nodig om het systeem en onze levens te veranderen.” Dat vereist: véchten, de straat op blijven gaan, staken en meer. Die geest van opstand is volop terug in Chili.
Een mooi geïllustreerd artikel van Jérome E.Roos over de studentenprotesten in Chili verscheen op 5 augustus: “Violent police repression of student protests in Chile” .
Peter Storm
Maker van het weblog Rooieravotr.
Hieronder zijn nog 2 mooie fotopagina’s te vinden:
Foto pagina 1
Foto pagina 2