Circumvallatie en de race tegen de klok
“Het is niet gemakkelijk om in deze gepolariseerde tijden de lokroep van de absolute zekerheid, die ons links en rechts vastberaden om de oren vliegt, te weerstaan. Jezelf te dwingen tot eerst luisteren, dan wikken, wegen, nog een nachtje slapen, met een frisse blik, door andermans bril, ‘wat als’ en ‘ja, maar’. Wankelmoedig leven, weifelend op de tast. Wie durft dat nog?”, zo schreef Merel van Vroonhoven in haar Volkskrant-column van afgelopen zaterdag. Er is een wedstrijd gaande. Een race of een extreem-rechtse regering haar macht kan verankeren voor de tegenkrachten zich dit realiseren en zich verenigen. En dit soort columns zijn een toonbeeld van hoe media ons die strijd laten verliezen.
We zien voor onze ogen hoe juridische waarborgen worden uitgekleed. Na ‘Amsterdam’ wordt van alles uit de kast getrokken om mensen te vervolgen als terroristen en om hun Nederlanderschap af te pakken. Dit is een gruwelijke uitbreiding van staatsbevoegdheden.
Daarnaast wordt het demonstratierecht ook uitgekleed, ook weer onder verwijzing naar ‘Amsterdam’. Dit is al veel langer een wens van Justitie-minister Van Weel, die onder het mom van de zogenaamde “stille meerderheid” demonstraties aan banden wil leggen.
En er zijn ook stille manieren waarop de autocratische staat voorwaarts kruipt. De regering onderwerpt langzaam steeds meer onderwerpen aan haar controle. Deze ontwikkeling gaat ook maar één kant op: er is geen enkel gebied waar de staat wordt ingeperkt.
Dit is het autocratische doel: stukje bij beetje de democratische rechtsstaat afbreken en macht centraliseren bij het kabinet. Dat is het doel van alle regimes die een pluralistische democratie willen ombouwen tot een dictatoriale staat.
En daarin zit ook de ‘wedstrijd’: de autocraten die dat doel willen bereiken, zitten in een race tegen de bewustwording van wat er nog over is van de pluriforme samenleving. De dictatuur moet worden ingericht voordat mensen beseffen dat ze zich hadden moeten verzetten.
Uiteindelijk hebben de meeste mensen iets te verliezen bij het afschaffen van de pluriforme samenleving. Mensen die nooit demonstreren hebben vaak pas door wat het belang van een demonstratie is, als het niet meer kan. We hebben allemaal baat bij een vrije, open samenleving.
Daarom zijn autocraten gebaat bij het sentiment dat het “wel goed komt”. De woorden van Sebastiaan Hooft van november vorig jaar klinken hopeloos naïef: de rechtsstaat blijkt niet in staat om de macht van het kabinet voldoende in te perken.
“Toch vragen veel mensen zich af of er reden is tot zorgen. We leven immers in een rechtsstaat, en de regering kan niet zomaar allerlei wijzigingen doorvoeren. Columnist Sebastiaan Hooft verwoordde het als volgt op X (voorheen Twitter): ‘In een solide democratische rechtsstaat zoals Nederland is de vrees om gedwongen het land te moeten verlaten vanwege een verkiezingsuitslag ongegrond. Politieke verschuivingen veranderen niet plotseling de grondvesten van onze rechtsstaat en burgerrechten’”, schreef ik toen.
Een belangrijke strategie in deze race tegen gewaarwording is de “circumvallatie“. Dat is een term afkomstig uit belegeringen, waarbij belegerende legers een systeem aan loopgraven groeven om steeds dichterbij een vijandig fort te komen.
In de politieke context is circumvallatie een strategie waarmee een dictatuur niet in één keer wordt gesticht, maar stukje bij beetje. Een autocratisch regime knaagt eerst aan impopulaire rechten, en versterkt daarmee haar positie om aan verdere rechten te knagen.
In nazi-Duitsland gebeurde dat bijvoorbeeld via de zogenaamde “Ostjuden”, Joodse vluchtelingen uit Oost-Europa. Veel Duitse Joden dachten dat het antisemitisme zich vooral tegen die vluchtelingen zou keren, maar uiteindelijk werden ook zij slachtoffer.
Deze strategie zorgt ervoor dat de vijanden van een regime zich niet realiseren dat ze een gemeenschappelijke vijand hebben. Die realisatie zou heel gevaarlijk kunnen zijn voor een autocratisch regime, en kunnen leiden tot verenigd verzet. Dat probeert een regime daarom te ontwijken.
Zo’n realisatie hebben wij de afgelopen week gezien bij Nora Achahbar. Zij lijkt zich gerealiseerd te hebben dat de haat van de regering-Schoof zich niet alleen beperkt tot vluchtelingen, maar tot alle mensen met een migratieachtergrond.
Hier zien we ook wat voor kwalijke rol media spelen in het mogelijk maken van circumvallatie. Media concentreren zich vooral op de vraag: zijn er racistische dingen gezegd in de ministerraad. Waarbij Schoof als enige duiding mag geven.
Terwijl: we weten dat de maatregelen die worden voorgesteld discriminatoire uitwerkingen hebben. Het afpakken van Nederlanderschap bijvoorbeeld raakt alleen mensen met een buitenlands paspoort, vooral mensen met een Marokkaanse achtergrond.
En dat geldt ook voor een mogelijk verbod op het “verheerlijken van terrorisme”. Er is allang duidelijk, na kritiek van onder andere de rechtspraak uit 2016, dat zoiets een gevaar vormt voor fundamentele grondrechten. Toch wordt het nu weer voorgesteld.
Zoals je kan zien: dat laatste document stamt van 8 jaar terug. Circumvallatie is niet iets nieuws. Al decennia wordt geknabbeld aan de rechten van mensen, zowel in het buitenland (zie de imperialistische boemerang) als met vluchtelingen.
Het proces van circumvallatie raakt nu in een stroomversnelling, maar is al jaren aan de gang. Het is goed om ons te realiseren dat dit niet alleen een proces is van het huidige kabinet, of van alleen de kabinetten-Rutte. Dit proces is al minstens vanaf de jaren tachtig gaande.
Ook aan de talkshowtafels wordt het racisme enorm gebagatelliseerd. Het is natuurlijk terecht om te wijzen op racisme van anderen, maar niet zoals hier: als “whataboutism” om af te leiden van het racisme in kabinetsbeleid. Dit is de media als susser.
En het is die susser-rol die Van Vroonhoven in haar opiniestuk speelt. Het lijkt in eerste instantie alsof ze zich vooral tegen extreem-rechts en het kabinet-Schoof richt, maar het stuk is doorweekt met centrisme: het gelijktrekken van links en rechts.
In haar stuk trekt ze de rechtse overheid en de linkse maatschappelijke oppositie gelijk, en beticht ze beiden van “absolute zekerheid”. Terwijl: er is nog wel degelijk een verschil tussen de zekerheid van de machthebber, en die van de demonstrant.
Juist daar steekt het. Voor een machthebber is zekerheid gevaarlijk, zoals we nu zien in de uitbreiding van staatsmacht en het beleidsmatig racisme. Maar voor wie in verzet gaat, is zekerheid juist noodzakelijk. Eeuwige twijfel weerhoudt ons van handelen.
Met andere woorden: de twijfelmoedigheid die Merel van Vroonhoven aandraagt, weerhoudt ons van de realisatie dat we snel moeten opstaan tegen de extreem-rechtse regering-Schoof, en alle kabinetten die willen knabbelen aan fundamentele grondrechten. Nu het nog kan.
Want we gaan nu in de richting van het Rubicon-moment: het moment waarop de regering zoveel macht naar zichzelf heeft toegetrokken dat het niet meer mogelijk is voor de samenleving om zich effectief te verzetten. Dan is Nederland een dictatuur.
Dit is de tweedeling waar we voor staan: we bouwen aan de realisatie dat we ons vereend moeten verzetten tegen de extreem-rechtse, dictatoriale krachten… Of we helpen de lakeien van Wilders om hun race tegen die realisatie te winnen. Meer smaken zijn er niet.
Bo Salomons
(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Twitter.)