Column: Het verzet moet kiemen
“Als ik naar de filmpjes kijk waar al mijn bekende geliefde AFA-stadjers de weg van nazi’s blokkeren… moet ik huilen. Het komt te dichtbij”, zei mijn kameradin vanochtend. “Ik kan daar niet tussen staan en mijn dochters ook niet. Mijn jongste dochter was per ongeluk bij aanvang van de Pegida-demonstratie op de Vismarkt en heeft de dreiging van die Pegida-lui naar haar kleurrijk persoon heel erg gevoeld. Ze heeft zich snel uit de voeten gemaakt. Waarom mag Pegida hier zomaar demonstreren? Waarom moet mijn mooie dochter deze dreiging voelen?”
Om die racistische dreiging van het extreem-rechtse Pegida te counteren organiseerde Groningen Tolerant een manifestatie op de Grote Markt. Daar was het goed toeven. Gearmde mensen, warme strijdbare toespraken en geëngageerde muziek op een plein. Een statische manifestatie en een kuierende demonstratie. Er werd geld opgehaald voor bed-bad-brood-voorzieningen voor ongedocumenteerde mensen. Hoe meer Pegida-koppen er werden geteld, hoe meer euro’s er werden gedoneerd. Deze manifestatie stond nergens tussen.
In ieder geval niet tussen Pegida en de politie. Oh nee… de politie stond tussen Pegida en AFA. Want ook extreem-rechts heeft demonstratierecht.
De manifestatie van Groningen Tolerant zal zonder meer de aanwezigen hebben gesterkt. Zij weten van elkaar waar ze voor staan; dat hebben ze elkaar verteld. De opkomst was prima. Het was gezellig en ontspannen.
Pegida had het ook naar de zin. Ook zij hebben elkaar gesterkt en elkaar weer verteld wat ze van elkaar al weten. De opkomst was wat magertjes. Het was gezellig en ontspannen.
AFA ging ook lekker. Ook zij weten waarom ze het doen, waar ze tegen en voor strijden. De opkomst was magertjes. Het was niet gezellig en niet ontspannen.
Tussen Pegida en AFA stond de popo. De popo moet “escalaties” voorkomen. De popo moet Pegida en AFA (of anderen) uit elkaar houden. “Rellen” voorkomen. De popo duwt AFA weg, rijdt op AFA in, snauwt ze af en mag, nee moet, fysiek gewelddadig worden. De popo mag dat. Politiegeweld is een soort van “acceptabel”, want hoe kan een staat zich anders handhaven dan door de belofte van geweld en uiteindelijk ook daadwerkelijk geweld. En wat heeft de staat daarvoor nodig? Een apparaat als de politie. Het politieapparaat is geweld: staatsgeweld.
De burgemeester van Groningen, als opperbobo van volksvertegenwoordigers en stadsbestuur, rijdt niet zelf op AFA in. Nee, dat doet de popo voor hem. Dat doet de popo voor en namens de stadjers. Dat doet de popo dus ook voor en namens de mensen in die andere ontspannen en gezellige manifestatie.
Je zou verwachten dat de burgemeester van Groningen liever te paard luid schreeuwend op Pegida zou inrijden. En zo dat extreem-rechts tuig de stad uit zou willen jagen. Maar nee dus. De burgemeester beschermt Pegida. De burgemeester (lees: volksvertegenwoordigers en stadsbestuur) draagt actief en impliciet bij aan de laffe status quo waarin extreem-rechts kan broeien en groeien.
Er als er straks een dag komt waarop het extreem-rechts tuig de burgemeester is? Dan rijdt er een nazi-burgemeester op warme en gezellige manifestaties in.
Dat er maar heel veel mensen gaan huilen bij de filmpjes. Het daadwerkelijk verzet tegen extreem-rechts moet ergens kiemen…
Puk Pent