De denkbeeldige democratie van links
Terwijl linkse politici snel oproepen om onze geliefde democratie te verdedigen tegen de aanvallen van haat, verkeerde informatie en samenzweringen, zijn grassroots bewegingen als de onze niet bang om te benoemen dat wat er woensdag in Washington DC gebeurde de manifestatie is van een probleem dat inherent is aan onze democratie: witte suprematie.
Het wordt tijd dat we erkennen dat onze democratieën, zowel in Europa als in de VS, zijn gebouwd op de overtuiging dat witte mensen superieur zijn aan niet-witte mensen, en onze rijkdom op het geweld dat door die overtuiging wordt gerechtvaardigd. Witte suprematie is dus ingebakken in onze democratie, in haar instellingen en in de mensen die er voor werken, en heeft de fascistische opstand van Capitol Hill aangewakkerd en gefaciliteerd. De democratisch gekozen president van de Verenigde Staten ontstak het vuur, en de politie bluste het niet maar wakkerde het aan. De relschoppers hebben daardoor urenlang vrijuit rondgelopen in een van de zogenaamd meest beveiligde gebouwen in een van de zwaarst bewapende landen ter wereld. Ze hebben geplunderd, foto’s gemaakt waarop ze gemakkelijk geïdentificeerd kunnen worden, bommen geplaatst en vier mensen dood achtergelaten. Hoe veilig ze zich voelden om te doen wat ze deden is verontrustend, want ze weten – en wij weten – dat ze nauwelijks serieuze gevolgen zullen ondervinden van hun daden. De reactie van onze linkse politici? Warme woorden over hoe goed onze democratie is en de kracht van het vriendelijk blijven.
English original of this text. Engelstalige origineel van deze tekst.
In het licht van zulke lege opmerkingen voelen bewegingen als de onze zich verantwoordelijk om een ander verhaal naar voren te brengen over hoe dit soort gebeurtenissen te interpreteren. Ten eerste moeten we erkennen dat ons systeem witte mensen, en dan vooral mannen, niet net zo verantwoordelijk houdt voor hun handelen als alle anderen. Huiselijk geweld en verkrachting leiden zelden tot een veroordeling, politieagenten lijken onaantastbaar, zelfs als er geregistreerd bewijs is, en witte gewapende relschoppers kunnen Capitol Hill bezetten terwijl vreedzame Black Lives Matter-demonstranten op de grond worden gedrukt.
Het belangrijkste is dat we moeten ophouden te denken dat problemen zoals witte suprematie niet bij ons systeem horen, maar slechts veroorzaakt worden door een paar rotte appels. Dat denken leidt tot de illusie dat we door deze elementen uit de samenleving te verwijderen – bijvoorbeeld door heen in de gevangenis te zetten – onze problemen voor eens en altijd hebben aangepakt. Want de problemen komen toch terug, schijnbaar steeds sterker, in de moord op zwarte mensen door politieagenten, de aanranding van honderdduizenden vrouwen in gevangenissen, op de werkplek en thuis, de criminalisering van migranten, vluchtelingen, sekswerkers, drugsverslaafden, enzovoorts. We kunnen de problemen niet oplossen via het criminaliseren of demoniseren van mensen. Pas na afloop van het geweld roepen om gerechtigheid heeft onontkoombaar tot gevolg dat de bepalende factoren van het onrecht en het mogelijke voorkomen daarvan over het hoofd worden gezien.
Dus wanneer linkse politici ons oproepen om een dialoog te openen, anderen te respecteren ongeacht de meningsverschillen, en op de wet en de orde te vertrouwen (allemaal uitspraken die werden gedaan in reactie op de rellen), dan herhalen ze eigenlijk een zwakke en paternalistische leugen. Helaas is het niet voldoende om aardig en tolerant te zijn, en degenen te straffen die ons beeld van een functionele samenleving verstoren, om gelijkheid en rechtvaardigheid te bereiken. Via die retoriek gaan we uiteindelijk accepteren dat bepaalde mensen, vanwege hun persoonlijkheidskenmerken, gewoonweg vol haat zitten. En hoewel het ontegenzeggelijk is dat een lid van een fascistische groep alles haat wat niet wit is, leidt deze verklaring onvermijdelijk tot het negeren van de structurele wortels van het probleem, en het zich alleen richten op de individuele uitingen ervan. Met andere woorden, het zou hetzelfde zijn als het behandelen van symptomen zonder de onderliggende ziekte te genezen.
We begrijpen nu bijvoorbeeld dat het witte supremacisme toeneemt sinds de witte arbeiders en middenklasse gedesillusioneerd raken door de politiek van de meritocratie. Het idee dat ons sociaal-economische systeem degenen die hard werken en zich aan de regels houden eerlijk en overvloedig beloont, wordt al sinds het tijdperk van Margaret Thatcher en Ronald Reagan gepromoot, maar ook versterkt door politici als Barack Obama, Silvio Berlusconi, en ja: Mark Rutte. In werkelijkheid betekent de toenemende concurrentie op de arbeidsmarkt dat een goed diploma zich niet meer altijd vertaalt in een goed betaalde baan. Het onderwijs wordt financieel minder toegankelijk, vooral voor studenten met een laag inkomen. Cruciaal is dat het letterlijk onmogelijk is om een waardig leven te leiden, of zelfs te overleven, met een minimumloonbaan. Zelfs de rijkdom van de middenklasse krimpt onder de neo-liberale herstructurering van de economie.
Een andere belangrijke factor is dat witte mensen, vooral cis hetero mannen, hun aloude geprivilegieerde status gedestabiliseerd zien worden door de opkomst van de rechten van minderheden, van LGBTQ+-rechten tot de rechten van vluchtelingen. Voor alle duidelijkheid: de komst van progressieve hervormingen heeft witte mensen niet van hun eigen rechten beroofd. Maar het maakt hen tot een onderdeel van de mensheid, in plaats van de universele en superieure uitdrukking ervan. Dat is ongekend in de geschiedenis. Ze voelen zich nu genaaid door politici, maar ook de minderheden en de economie, en nu schieten het witte supremacisme en de reactionaire politiek schieten hen te hulp.
Ook al is dit een onvolledige verklaring voor het witte supremacisme, nu is al te zien dat het aannemen van een systeemperspectief, een perspectief dat de moed heeft om onze democratie te bekritiseren wanneer dat nodig is, het voordeel heeft dat het tot nuttige conclusies kan leiden. Op basis daarvan kunnen we werken aan daadwerkelijk verzet, solidariteit en bruikbare oplossingen. We kunnen vaststellen welke aspecten van ons beleid, onze economie en onze cultuur de problemen mogelijk verergeren, en binnen welke instituties ze worden gereproduceerd. We kunnen bijvoorbeeld van een model dat probeert onrechtvaardigheid tegen te gaan via zinloze diversiteitstrainingen op de werkplek, overstappen naar een model dat stopt met het verheerlijken van ons koloniale verleden in scholen en musea. We zouden, met andere woorden, een culturele en systeemrevolutie kunnen bereiken, die nodig is om het witte supremacisme en de instellingen die het in stand houden (het gevangenis-industriële complex, de patriarchale familiestructuur, het neo-liberale kapitalisme, etc.) uit onze democratie te slopen.
Uiteindelijk vergt het inspanning en moed om de problematische aspecten van onze samenleving aan te pakken. Het vergt het uitdagen van de status quo, het erkennen van de waarheid over onze koloniale geschiedenis, het erkennen van systemische discriminatie, elkaar ter verantwoording roepen en het versterken van onze onderlinge banden. #Leidenvoor14 bouwt, net als andere groepen, aan grassroots intersectionele bewegingen die de moed hebben om dergelijke ingewikkelde vragen aan te pakken, en dit is echt de oplossing waar we op kunnen hopen. Binnen sociale verbanden ontmaskeren we uitbuiting, pakken we discriminatie aan en werken we aan een rechtvaardige en solidaire samenleving. Het zijn basisbewegingen die dagelijks veel verschillende mensen in een dialoog betrekken, een dialoog die niet gebaseerd is op blinde tolerantie en aardigheid, maar op oprechtheid en opbouwende kritiek. Het zijn altijd de basisbewegingen die aandacht blijven schenken aan de zorgen van de arbeidersklasse en gemarginaliseerde gemeenschappen.
Ondertussen zijn de linkse partijen gestopt met luisteren. Toch vragen ze je om een dialoog te openen en hun denkbeeldige democratie te verdedigen.
Marty, een queer vrouw en intersectioneel activist (bij onder andere #Leidenvoor14 en XR)