De enige vorm van “politiek geweld” waar alle Amerikaanse politici tegen zijn
De schietpartij op de Trump-verkiezingsbijeenkomst van zaterdag onthult een Amerikaanse tweepartijenconsensus over wat politiek geweld is – en wie het zou mogen gebruiken.
Vanuit de twee partijen in de Verenigde Staten heeft een reeks van ’s werelds grootste daders en veroorzakers van politiek geweld zich gehaast om politiek geweld te veroordelen na de moordpoging op voormalig president Donald Trump afgelopen zaterdag.
De politici verenigden zich snel rond de taal van “politiek geweld”, in plaats van terrorisme, om de moordaanslag te beschrijven, uitgevoerd door Thomas Matthew Crooks, die werd doodgeschoten tijdens de verkiezingsbijeenkomst in west Pennsylvania. Alles bij elkaar verraden de vele veroordelingen een duidelijke overeenstemming over wat politiek geweld zou zijn en in wiens handen het geweldsmonopolie moet blijven.
“Het idee dat er in Amerika dit soort politiek geweld plaatsvindt, is ongehoord, het is gewoon niet gepast”, zei president Joe Biden, de aanhanger van Israëls genocidale oorlog tegen Palestina, met een dodental dat volgens onderzoekers kan oplopen tot 186.000 Palestijnen. Biden’s beperktere punt was echter correct: dodelijke aanvallen op de Amerikaanse heersende klasse zijn tegenwoordig zeldzaam. Politiek geweld dat niet van “dit soort” is – het politieke geweld van georganiseerde verwaarlozing, armoede, gemilitariseerde grenzen, politiegeweld, opsluiting en deportatie – is aan de orde van de dag.
“Iedereen moet het veroordelen”, zei Biden over de moordaanslag.
En veroordelen heeft bijna iedereen in het Democratische politieke establishment gedaan: “Politiek geweld is absoluut onaanvaardbaar”, schreef senator Bernie Sanders (onafhankelijk, Vermont) op Twitter. “Er is absoluut geen plaats voor politiek geweld in onze democratie”, twitterde voormalig president Barack Obama, die de leiding had over de oorlog en militaire aanvallen tegen Afghanistan, Irak, Syrië, Libië, Jemen, Somalië en Pakistan, met massale aantallen burgerdoden. Obama voegde eraan toe dat we “dit moment moeten gebruiken om ons weer toe te leggen op beschaafdheid en respect in onze politiek”. “Er is geen plaats voor politiek geweld, inclusief het afschuwelijke incident waarvan we net getuige waren in Pennsylvania”, schreef Democratisch parlementslid Alexandria Ocasio-Cortez uit New York.
Het koor van veroordelingen was voorspelbaar en op zich geen probleem: er is niets mis met het verlangen naar een wereld zonder stochastische moordaanslagen, zelfs op politieke tegenstanders. Maar wanneer de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Israël Katz van de regerende fascistische Likudpartij, twittert: “Geweld mag nooit deel uitmaken van de politiek”, dan wordt het begrip “politiek geweld” van zijn betekenis ontdaan.
Het probleem is niet zozeer hypocrisie of onoprechtheid – ondeugden die zo gewoon zijn in de politiek dat ze nauwelijks vermelding verdienen. Het probleem is eerder welk beeld van “politiek geweld” deze berichtgeving dient: Zeggen dat “politiek geweld” “geen plaats” heeft in een samenleving die georganiseerd wordt door politiek geweld in binnen- en buitenland is toegeven aan de normalisering van dat geweld, zolang het door de staat en kapitalisten wordt gemonopoliseerd.
Zoals schrijver Ben Ehrenreich opmerkte op X: “Er is geen plaats voor politiek geweld tegen rijke, witte mannen. Het is in strijd met alles waar Amerika voor staat.”
Trump en zijn Republikeinse Partij zullen ongetwijfeld beelden blijven oproepen van een apocalyptische rassenoorlog en paranoïde tribalisme, en die zullen door de moordaanslag waarschijnlijk alleen maar worden versterkt. Democraten mogen zich beleefd opstellen tegenover de man die consequent heeft opgeroepen tot hun gewelddadige omverwerping, maar ze kunnen zichzelf niet redden met de pretentie dat hun goede wensen aan Trump eigenlijk oproepen zijn tot een einde aan politiek geweld.
Democratische leiders zullen oproepen tot beleefdheid en doorgaan met het vullen van de schatkisten van politieafdelingen in het hele land, terwijl ze miljarden aan voorwaardenvrije dollars en bommen naar Israël sturen. Binnen de VS vormen deze veroordelingen van politiek geweld nu het decor voor nog meer gewelddadige onderdrukking en politieoptreden tegen protestbewegingen en andersdenkenden.
“We zullen deze aanval van links niet tolereren”, zei Republikeins parlementslid Mike Kelly uit Pennsylvania, die aanwezig was bij de verkiezingsbijeenkomst. Er is weinig bekend over de ideologie van de vermoedelijke schutter; naar verluidt was hij een geregistreerde Republikein die ooit doneerde aan een Democratisch PAC-fonds op de dag van Biden’s inauguratie.
Andere Republikeinen bekritiseren de Democraten ondertussen als ze gewoon de waarheid vertellen over Trumps extreem-rechtse uitingen. “Vandaag is niet zomaar een geïsoleerd incident”, schreef senator J.D. Vance van Ohio op Twitter. “Het centrale uitgangspunt van de Biden-campagne is dat president Donald Trump een autoritaire fascist is die koste wat het kost gestopt moet worden. Die retoriek leidde rechtstreeks tot de moordpoging op president Trump.”
Als centristische Democraten die gewoon feitelijkheden over Trump verwoorden, door Republikeinen als onverantwoordelijk kunnen worden afgedaan, dan is dat een slecht voorteken voor links dat zich tegen fascistische krachten organiseert – vooral in een tijd waarin linkse en pro-Palestijnse protestbewegingen gemakkelijk worden gecriminaliseerd door zowel Democratische als Republikeinse leiders. Dit is wat vrede betekent in een wereld waar een aanval op een fascistische voormalige (en mogelijk toekomstige) wereldleider de enige gebeurtenis is die de twee partijen bijeen kan brengen om “geweld” te veroordelen.
Natasha Lennard
(Dit artikel verscheen gisteren onder de titel “The Only Kind of “Political Violence” All U.S. Politicians Oppose” op The Intercept.)