De lange armen van de Grijze Wolven in Europa
Het kwam voor velen als een verrassing dat Frankrijk deze week besloot om de Grijze Wolven, van origine de jeugdafdeling van de Turkse extreem-rechtse Partij van de Nationalistische Beweging (MHP), te verbieden, nadat de radicale islamistische terreur in Europa weer de kop opstak.
De groep wordt “Grijze Wolven” genoemd omdat de oorspronkelijke Turkse benaming een beetje raar zou klinken: de “Haarden van Idealisten”. Die werden opgericht als onderdeel van de anti-communistische golf van rechtse politiek in de jaren zestig, door in de VS opgeleide ambtenaren van de Turkse staat.
We komen zo terug op die ontstaansgeschiedenis, maar willen het eerst even over het heden hebben.
De beweging trad onlangs weer in de openbaarheid via de aanvallen op de Armeense gemeenschappen en monumenten in Frankrijk. Een gedenkteken voor de massamoorden van 1915 werd bedekt met felgele graffiti, en we zagen menigten boze Turken die door Armeense wijken trokken tijdens het hoogtepunt van de gevechten tussen Azerbeidzjan en Armenië over het betwiste gebied Nagorno-Karabach, de grootste opflakkering in lange tijd van het decennialange conflict.
De Franse president Emmanuel Macron kon de eisen van de Armeens-Franse gemeenschap niet negeren, nu de presidentsverkiezingen in het land dichterbij komen. Het verbod voelt echter aan als een soort van zoethouder, aangezien er geen officiële organisatie is die “de Grijze Wolven” heet en die dus verboden gaat worden. Het valt nog te bezien of het verbod zo geïnterpreteerd zal gaan worden dat het diverse groepen gaat omvatten die dezelfde ideologie delen. Dat zal er vooral van afhangen of de Turks-Armeense spanningen nog zullen toenemen in Lyon en diverse andere belangrijke Franse regio’s.
Het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft Frankrijk zwaar bekritiseerd vanwege de beslissing, en betuigde daarmee niet alleen steun aan de ‘jongeren’ van de MHP, de coalitiepartner van regeringspartij AKP, maar kwam zo ook op voor deze mensen die men duidelijk ziet als onderdeel van het staatsapparaat in brede zin, en gaf hen de boodschap dat Turkije achter hen staat.
De Grijze Wolven, de Idealistische Haarden, de idealisten… Hoe ze ook genoemd worden, deze organisatie werd opgericht in het kader van Operatie Gladio, een clandestien anti-communistisch initiatief dat tijdens de Koude Oorlog gesteund werd door de Verenigde Staten. De groep ontstond als een organisatie van de “deep state”, en ontwikkelde zich door tot een paramilitair instrument in handen van de staat.
De eerste Idealistische Haard werd in 1966 opgericht door rechtenstudenten van de Universiteit van Ankara. Zij noemden hun leider Alparslan Türkeş: “başbuğ” (de “Grote Leider”) – geïnspireerd op de “Führer”.
Türkeş verbleef in de jaren vijftig van de vorige eeuw als jonge legerofficier een tijd in de Verenigde Staten, en trainde daar voor speciale oorlogsvoering, ‘scheve’ oorlogsvoering en guerrilla-oorlogsvoering.
In 1956 keerde hij terug, als een lid van de Turkse vertegenwoordiging in de NAVO, om de eerste contra-guerrilla-expert van Turkije te worden. Hij werd het hoofd van de NAVO-kantoren die onder de Turkse stafchef vielen.
De anti-communistische groepen organiseerden zich in die tijd binnen het staatsapparaat als eenheden voor een burgeroorlog en tegen opstanden.
Het Handboek 31-51 voor de contra-guerrilla-operaties van het Amerikaanse leger, dat in 1961 werd gepubliceerd, zei het volgende over de werking van speciale strijdkrachten:
“Openbare speciale activiteiten omvatten vernietigingsacties tegen openbare en particuliere eigendommen, transport- en communicatiesystemen; invallen en hinderlagen tegen militaire en politiehoofdkwartieren, garnizoenen, konvooien, patrouilles en depots; terrorisme door moord, bombardementen, gewapende overvallen, martelingen, verminkingen en ontvoeringen; het uitlokken van incidenten, represailles en het vasthouden van gijzelaars; en activiteiten die gebruik onmogelijk maken, zoals brandstichting, overstroming, sloop, gebruik van chemische of biologische middelen, of andere handelingen die bedoeld zijn om het gebruik van een installatie, een gebied, een product of een faciliteit te voorkomen.
Heimelijke illegale activiteiten zijn onder meer spionage, sabotage, verspreiding van propaganda en geruchten, het uitstellen of verkeerd sturen van orders, het geven van valse of misleidende orders of rapporten, moord, afpersing, chantage, diefstal, namaak en het identificeren van personen voor een terroristische aanslag.”
Er stond ook: “De ondergrondse elementen van een geheime macht hebben normaal gesproken geen legale status.”
We hebben het over een structuur waarin het veiligheidsapparaat van de staat, politieke partijen en jeugdorganisaties met elkaar verweven zijn, een complex dat tot op de dag van vandaag voort bestaat.
De organisatie richtte zich op arme jongeren in verre uithoeken van Anatolië en begon die plattelandsjongens op te leiden in de militaire kampen die na 1968 in de westelijke provincie İzmir werden opgezet. Gepensioneerde legerofficieren zorgden voor de scholing van deze jonge mannen.
De door de staat gesteunde opkomst van deze paramilitaire troepenmacht ging door in de jaren zeventig en bereikte een hoogtepunt tijdens de centrumlinkse regering van Bülent Ecevit. Toen het land richting de militaire staatsgreep van 1980 rolde, eisten de massamoorden op de Universiteit van Istanboel en in de wijk Bahçelievler in Ankara het leven van veel intellectuelen en een heleboel jonge mensen.
De militaire staatsgreep van 12 september 1980 was een schok voor de idealisten. Ze geloofden dat ze voor de staat hadden gewerkt, maar veel prominente leden werden gearresteerd, gevangen genomen en gemarteld.
De Grijze Wolven verloren hun focus in de jaren na de staatsgreep van 1980. De maffia trad naar voren en lokte de idealisten die vers uit de gevangenis kwamen.
De groep had al in de jaren zeventig goede contacten met maffia om wapens aan te kunnen schaffen en middelen te verzamelen. De staat had ook stevige controle over de maffiagroepen, net als over de Grijze Wolven-beweging.
In de loop van de jaren tachtig begon de Grijze Wolven Maffia vorm te krijgen, met onder meer Muhsin Yazıcıoğlu, Abdullah Çatlı, Mehmet Gül, Mehmet Şener en Yalçın Özbey als grote spelers. De voorzitter van de Europese Turkse Federatie, en de initiatiefnemer van de relatie met de maffia, Lokman Kondakçı, gaf later in zijn memoires toe dat heroïnehandel de gemakkelijkste manier was om geld binnen te halen.
Deze nationalistische maffia begon in de jaren negentig actief deel te nemen aan de strijd van Turkije tegen de brede Koerdische politieke beweging, wat weer een extra dimensie toevoegde aan de relatie met de staat. De groep wist de smokkelroutes van drugs van Afghanistan richting Europa en Noord-Amerika volledig onder controle te krijgen.
Naast hun betrokkenheid bij de maffia werkten de leden van de groep nog steeds voor de staat. In het tijdperk na de coup van 1980 vond Turkije het een goed idee om de Grijze Wolven in te zetten tegen het Armeense Geheime Leger voor de Bevrijding van Armenië (ASALA). Dat was een organisatie die door Turkije terroristisch werd genoemd, omdat ze jarenlang Turkse diplomaten en bureaucraten aanvielen als vergelding voor massamoord op Armeniërs en de verbanning uit hun oude moederland Anatolië onder het Ottomaanse Rijk en Turkije.
ASALA richtte zich op vele Turkse belangen en diplomatieke missies, ook in Frankrijk. Het toenmalige hoofd van de Turkse nationale inlichtingendienst MİT, Mehmet Eymür, zei veel later bij een proces dat de Grijze Wolven werden ingezet tegen ASALA, tegen de separatistische Koerdische Arbeiderspartij PKK en tegen de marxistisch-leninistische revolutionair-linkse beweging DEV-SOL. “Het is niet mogelijk om deze activiteiten met gewone mensen uit te voeren”, zei Eymür in een getuigenis. “We hebben mannen nodig die dingen kunnen breken.”
Alaattin Çakıcı, een van de leiders van deze nationalistische maffia, leidde de inspanningen om de Armeniërs aan te vallen, inclusief naar verluidt het vermoorden van ASALA-leider Agop Agopyan. Lang verhaal kort: het inzetten van Grijze Wolven tegen Armeniërs in Europa is niets nieuws voor Turkije.
Er zijn onbevestigde berichten dat de recente marsen tegen de Armeniërs in Lyon door Turkse functionarissen zijn georganiseerd, maar dat gaat slechts om geruchten – voorlopig althans.
Over smokkelen gesproken: in 1972 werd MHP-senator Kudret Bayhan betrapt op het smokkelen van 146 kilo morfinebasis naar Frankrijk, met zijn diplomatieke paspoort als dekmantel.
En de huidige leider van de MHP, Devlet Bahçeli, werd in de aanloop naar de coup van 1980 met Kalashnikov-machinegeweren in zijn auto betrapt. Zijn relatie met de inlichtingendienst is al jaren een publiek geheim.
De Turkse president Recep Tayyip Erdoğan beschikt in Europa over een uitgebreid inlichtingennetwerk via moskeeën en de aanhangers van Milli Görüş, een conservatieve islamitische traditie waar de president en zijn regerende partij uit zijn voortgekomen. De Grijze Wolven hadden ze daarbij niet per se nodig, maar toen de Armeense kwestie oplaaide, bleek dat de Turkse machthebbers nog steeds “mannen nodig hebben die dingen kunnen breken”.
Turkije voert een harder buitenlands beleid en laat zien dat het niet aarzelt om het nationalistische deel van de Turkse gemeenschap in Europa te gebruiken om zijn belangen te behartigen. Dat heeft ook in Duitsland alarmbellen doen afgaan. De Duitse Groenen, Die Linke en de extreem-rechtse Alternative für Deutschland (AfD) hebben allemaal opgeroepen tot soortgelijke voorzorgsmaatregelen als in Frankrijk.
De Turks-Duitse parlementslid Cem Özdemir van de Groenen behoort tot degenen die hebben opgeroepen tot een verbod op de organisatie. “Tegen elk extreem-rechts. Het maakt niet uit of ze Duits of Turks zijn of ergens anders vandaan komen”, zei Özdemir in een tweet. “De ultra-nationalistische Grijze Wolven verdienen het om verbannen te worden!”
Ankara heeft laten zien dat het onrust kan zaaien in Frankrijk wanneer het maar wil, vooral voor een Macron die in de aanloop is naar de verkiezingen, en die op zijn beurt weer heeft laten zien dat hij kan aandringen op de hardste maatregelen om dat tegen te gaan. Toch zijn er diepe banden tussen de twee landen die al heel lang geleden zijn ontstaan. De inlichtingendiensten van beide landen hebben een relatie die verder gaat dan die tussen hun respectievelijke regeringen.
Volgens columnist Doğan Özgüden was dat het meest dramatisch zichtbaar toen Frankrijk een oogje dichtkneep bij activiteiten van de Turkse inlichtingendiensten in 2013, waarbij drie vertegenwoordigers van de Koerdische nationale beweging in het Koerdische informatiebureau in Parijs werden doodgeschoten door een huurmoordenaar van de MİT. “Het is al zeven jaar geleden, maar Frankrijk heeft de rol van de Turkse staat in deze verachtelijke moorden nooit aan het licht gebracht”, aldus Özgüden.
Ergun Babahan
(Dit is een vertaling van het artikel “Turkey, Grey Wolves and their tentacles around Europe” dat op 7 november verscheen op de website Ahval. Vertaald door Doorbraak.)