De middenpartijen waren altijd al innig verweven met radicaal-rechts
Aan de ene kant hebben middenpartijen een belangrijke rol gespeeld in het ontstaan van radicaal-rechts populisme. Zo werkte Geert Wilders lange tijd voor Bolkestein. In een interview met The New York Times, dat onderdeel vormde van een profiel over Wilders, beschreef Bolkestein zijn voormalige assistent als de “tovenaarsleerling” uit het beroemde verhaal van Goethe. Bolkestein had Wilders politiek geschoold, maar Wilders had niet geleerd om terughoudendheid te bewaren. “De leerling weet niet hoe hij moet stoppen”, aldus Bolkestein. Een vergelijkbare situatie deed zich voor toen het eerste exemplaar van Fortuyns boek “De verweesde samenleving” (1995) warm werd ontvangen door Enneüs Heerma, toenmalig leider van het CDA. Heerma hield een danklezing op de boekpresentatie, geschreven door Sybrand Buma, die zijn politiek assistent was in die tijd. In zijn boek “Tegen het cynisme” (2016) benadrukt Buma het belang van dat moment en de overeenkomsten tussen wat hij de “ideologiekritiek” noemt van Fortuyn en het CDA. Fortuyn, die inderdaad een soort intellectuele spons was, had veel van zijn ideeën ‘geleend’ van het CDA. De terugkeer naar “de menselijke maat”, een bekende slogan van Fortuyn, was al langere tijd een speerpunt van het CDA. Het stond centraal in het voorjaarscongres van 1995 en in het rapport “Nieuwe wegen, vaste waarden”. Jos van Gennip, directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, pleitte voor “het herstel van de menselijke maat” in reactie op trends als globalisering, toenemende sociale onzekerheid, anonimisering en onveiligheid. Het CDA moest zich volgens Van Gennip opwerpen als contrapunt voor de heersende cultuur, ook al zou dat de hoon en minachting van de “grachtengordel” wekken, een term die niet lang daarna vleugels zou krijgen. Andersom is mainstream rechts in staat gebleken om een deel van zijn politieke agenda te verwezenlijken dankzij de electorale successen van populistisch radicaal-rechts. Zoals Thijs Jansen, hoofdredacteur van Christen Democratische Verkenningen, in 2004 zou schrijven: “En een aantal belangrijke elementen uit dat politieke alternatief van Fortuyn strookten met de hervormingsagenda van het CDA, of waren daar zelfs – had ik soms de indruk – aan ontleend. En daarmee fungeerde Fortuyn als stormram voor het CDA om die agenda te realiseren.” Er is dus sprake van een complexe vorm van tweerichtingsverkeer: het rechts-populisme ontleende een groot deel van zijn politieke agenda aan de conservatieve stromingen binnen de middenpartijen, terwijl deze stromingen op hun beurt het populisme zogezegd als stormram gebruikten.
Merijn Oudenampsen in De middenpartijen waren altijd al innig verweven met radicaal-rechts (NRC)