De universiteit is tot in de haarvaten politiek
Wat mij het meeste irriteert aan die mediacampagne tegen “woke activisme” aan universiteiten, is de selectiviteit waarmee men het woord “activisme” gebruikt. Alsof de universiteit een steriele omgeving is, die wordt verstoord door het politieke engagement van een paar studenten.
De universiteit is tot in de haarvaten politiek. De (re)productie van kennis speelt een elementaire rol in de instandhouding van maatschappelijke machtsverhoudingen. Iedere syllabus, college of opdracht bevestigt óf bevraagt de manier waarop een samenleving zichzelf begrijpt.
Maar ook het rendementsdenken in het onderwijs, de bezuinigingsdrift in Den Haag, en het gejeremieer over publicatielijsten, “impact factors”, of cursusevaluaties: het is allemaal politiek gemotiveerd. En dus eigenlijk net zo goed een vorm van “activisme”. Alleen noemt niemand het zo.
Uiteindelijk is niks politieker dan het trekken van een grens tussen wat als legitiem “politiek” en wat als “a-politiek” moet worden beschouwd. Het diskwalificeren van discussies over terminologie of kennisproductie als “politiek activisme” is daar precies een voorbeeld van.
In plaats van studenten te verwijten dat zij de academische ruimte politiseren, dienen we de vraag te stellen: waarom worden sommige thema’s of problemen als intrinsiek politiek beschouwd en andere niet? Welke machtsbelangen of ideologische aannames liggen daaraan ten grondslag?
Mathijs van de Sande
(Dit stukje was eerder een draadje op Twitter.)