De verloren denazificatie
In de afgelopen artikelen heb ik het gehad over de nazi’s die door hun ‘kameraden’ zijn verraden, en de nazi’s die Duitsland hebben leeggeroofd. Er is nog een groep nazi’s die nu bijna vergeten is: degenen die na de oorlog in vrijheid konden leven.
Veel nazi’s hebben godzijdank de oorlog niet overleefd. Velen zijn door de nazi’s zelf vermoord, in de oorlog omgekomen, of pleegden zelfmoord. Een deel is na de oorlog veroordeeld en ter dood gebracht door een van de vele tribunalen.
Maar lang niet alle nazi’s zijn ter dood gebracht. De hoogste pief die de oorlog heeft overleefd was Albert Speer, de minister van Bewapening vanaf 1942. Hij wordt soms (zoals in de film “Der Untergang”) neergezet als een “goede nazi”.
Dat heeft Speer vooral zelf voor elkaar gekregen. Hij had het voordeel dat hij een van de weinige overlevenden was binnen de “inner circle” van Hitler. Zo kon hij in zijn memoires zichzelf makkelijker vrijpleiten en de schuld op anderen schuiven.
Speers dagboeken worden nog steeds aangehaald als een van de weinige bronnen die er zijn over het dagelijks leven in de nazitop. Daarin omschrijft hij hoe hij een “toekijker” was in het regime, en hoe hij de meest destructieve plannen van Hitler probeerde te saboteren.
Dat is echter een leugen. Albert Speer was als Generalbauinspektor für die Reichshauptstadt verantwoordelijk voor alle bouwmaterialen in Duitsland, ook die gebruikt werden voor de bouw van concentratiekampen. Hij was persoonlijk betrokken bij Auschwitz.
Ook was hij een centraal figuur in de Arbeitseinsatz, het systeem van dwangarbeid dat noodzakelijk was om productie op gang te houden. Door heel Europa werden dwangarbeiders naar Duitsland verscheept om voor Speer te werken, zodat tot op het laatst nog geproduceerd kon worden.
In zijn dagboeken legt hij de nadruk op zijn carrière als architect, maar ook dat leidt af van zijn daadwerkelijke verantwoordelijkheid. Hij zette zichzelf graag neer als een architect die toevallig ook minister was, in plaats van minister die ooit architect was geweest.
Na de oorlog heeft Speer tot 1966 gevangen gezeten. Zijn pogingen om eerder vrijgelaten te worden, werden geblokkeerd door de Sovjet-Unie, die hem ter dood hadden willen brengen voor zijn rol in het regime. Na zijn vrijlating werd hij veel geïnterviewd.
Na zijn vrijlating kon Speer genieten van de opbrengsten van zijn memoires, en van de veilingopbrengst van roofkunst. Hij was een graag geziene gast bij allerlei programma’s, en overleed in 1981 vlak voor hij zou meedoen aan een BBC-programma in Londen.
Een andere hoge nazi die de oorlog overleefde was Karl Dönitz, die in Neurenberg tot tien jaar cel werd veroordeeld. Hij was de laatste grootadmiraal van de Kriegsmarine, de oorlogsvloot van nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Na de zelfmoord van Hitler was hij, ingevolge het politieke testament van Hitler, twintig dagen lang rijkspresident van de Flensburg-regering, die uiteindelijk werd ontmanteld om plaats te maken voor de geallieerde bezetting van Duitsland.
Na de oorlog heeft Dönitz altijd volgehouden dat hij en zijn Kriegsmarine geen blaam troffen voor de oorlogsmisdrijven van nazi-Duitsland, en dat hij altijd een apolitieke officier was geweest. Dönitz was echter altijd een toegewijde NSDAP-er en antisemiet geweest.
Tijdens de oorlog was hij een nauwe bondgenoot van Hitler, wat er waarschijnlijk toe heeft geleid dat Dönitz werd aangewezen als rijkspresident na Hitlers dood. Zelfs na Neurenberg gaf hij de schuld voor zijn veroordeling aan Joden, in plaats van zijn eigen handelen.
Na zijn veroordeling weigerde hij zijn loyaliteit aan Hitler op te geven, terwijl honderden geallieerde officieren aangaven zijn gevangenneming onrechtvaardig te vinden. Vanaf zijn vrijlating in 1956 tot zijn dood in 1980 leefde hij in relatieve rust een afgesloten leven.
De relatieve onbekendheid van Speer en Dönitz staat in schril contrast met een andere overlever van het nazi-regime: raketontwerper Wernher von Braun. Hij was verantwoordelijk voor het nazi-raketprogramma dat door de nazi’s op Londen was gericht.
Von Braun was het typische soort technicus dat het goed deed onder de nazi’s: iemand die vooral bezig wou zijn met zijn eigen hobby, voor wie het niet uitmaakte onder welke omstandigheden dat was. Dus hielp hij oorlogswapens maken voor de nazi’s.
Hiervoor maakte hij ook gebruik van slavenarbeid. De arbeid van veel van zijn productie was afkomstig van het concentratiekamp Mittelbau-Dora, waar de gevangenen (vanzelfsprekend) onder afschuwelijke omstandigheden moesten werken.
Von Braun is nooit veroordeeld. Sterker nog, na de oorlog kreeg hij een baan aangeboden in de VS, waar hij verder kon werken aan raketten, ditmaal voor NASA. Hij werd daar directeur van het Marshall Space Flight Center.
Tot zijn dood in 1977 was hij een vrij man. In 1977 kreeg hij nog een hoge onderscheiding van president Ford voor alles wat hij voor de wetenschap en de VS had gedaan. Ook hij heeft met succes zijn verantwoordelijkheid voor de misdrijven van de nazi’s witgewassen.
Niet alleen buiten Duitsland kregen nazi’s baantjes. Veldmaarschalk Erich von Manstein was bevelhebber gedurende veel van de Tweede Wereldoorlog, zowel in Frankrijk als in de Sovjetunie, waar hij verantwoordelijk was voor meerdere oorlogsmisdrijven.
Ook was hij een fel voorstander van de antisemitische samenzweringstheorie over “Judeo-Bolsjevisme”, dat communisme een Joodse uitvinding is om ‘het westen’ te verzwakken. Hij was mede verantwoordelijk voor de inzet van einsatzgrüppen tegen Joodse burgers.
Na de oorlog was hij verantwoordelijk voor het verspreiden van de mythe van de “schone Wehrmacht”: alleen de SS zou oorlogsmisdrijven gepleegd hebben, het reguliere leger zou zich daaraan niet schuldig hebben gemaakt. Een leugen die vandaag de dag nog wordt geloofd.
In Neurenberg werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien jaar, onder meer voor het executeren van burgers en het doden van krijgsgevangenen. Maar in 1953 werd hij onder druk van Churchill en Adenauer vrijgelaten, zodat hij zijn expertise in Duitsland kon inzetten.
Want na de Tweede Wereldoorlog begon de Koude Oorlog, en de NAVO had een sterk Duits leger nodig om een mogelijke aanval van de Sovjets af te slaan. Dus werden voormalige nazi’s (met operationele ervaring tegen het Rode Leger) gerekruteerd om het Duitse leger op te bouwen.
Dit had hij deels te danken aan zijn eigen mythologie. In zijn zeer populaire memoires beschreef hij hoe alle verliezen van Duitsland in feite de schuld waren van Hitler, die de wehrmachttop zou hebben geblokkeerd. De mythe van “goede generaals, slechte Führer”.
De werkelijkheid is anders. Duitsland had grote logistieke problemen die niet alleen aan Hitler te wijden waren, maar ook aan de cultuur van Duitse officieren. Veel historici denken ook dat Duitsland onmogelijk de oorlog had kunnen winnen in hun positie van toen.
Maar die mythe is hardnekkig gebleven, waardoor er ook een soort militaire cult rond Manstein is ontstaan. Een compleet onverdiende reputatie, die hem evenwel veel geld en een belangrijke positie na de oorlog hebben opgeleverd.
Het aannemen van nazi-generaals na de oorlog was overigens een modus operandi voor de NAVO. Meerdere generaals van de werhmacht, waaronder Speidel en Heusinger, hebben hoge posities bekleed binnen de NAVO, ondanks hun nazi-verleden.
Denazificatie in West-Duitsland werd over het algemeen minder streng ter hand genomen. Vergeven en vergeten leek het devies, en er werd vooral geen verantwoordelijkheid genomen. Omwille van praktische redenen konden veel voormalige meelopers aanblijven.
Het zou nog lang duren voordat Duitsland uiteindelijk verantwoordelijkheid nam voor de misdrijven tijdens de Tweede Wereldoorlog, zeker tot de jaren 70 (toevallig terwijl ook veel oude nazi’s aan het overlijden waren).
Toch zijn heel veel nazi’s weggekomen. Om maar te zwijgen van de vele collaborateurs, informanten en andersoortige “mitläufer” door de jaren heen. Veel hebben nooit rekenschap hoeven geven aan hun verleden, in ieder geval niet in het openbaar.
De onwilligheid waarmee de geallieerden en de Duitse regering na de oorlog de denazificatie ter hand hebben genomen, is het laatste toonbeeld van hoe de nazi’s in hun machtsgreep werden geholpen door centristen die omwille van het gemak de strijd niet aandurfden.
En daarom is het goed om af te sluiten met de collaborateur Franz von Papen. Hij was degene die het eerste kabinet-Hitler mogelijk had gemaakt, en diende als vicekanselier. Al snel was hij politiek weggespeeld door de nazi’s en verliet hij de politiek.
Na de oorlog werd hij vrijgesproken in Neurenberg. Hij probeerde in de jaren vijftig zijn politieke carrière weer op te starten, op dezelfde conservatief-katholieke voet als hij in de jaren dertig had gedaan. Hij bleef zijn acties tot zijn dood in 1969 verdedigen.
Tijdens zijn leven werden zijn kerkelijke titels hersteld, zoals hij die vóór de oorlog had genoten, en kreeg hij een pauselijk Grootkruis. Hij heeft nooit hoeven boeten voor zijn grootste misdrijf: Hitler aan de macht brengen.
Bo Salomons
(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Twitter.)
Wernher von Braun was volgens Wikipedia onderdeel van meer dan 1600 Duitsers (Waarvan de meeste leiders of leden van de Nazi partij) die straffeloos in dienst werden genomen en beschermd door de overheid in de VS. Zie https://en.wikipedia.org/wiki/Operation_Paperclip en https://nl.wikipedia.org/wiki/Operatie_Paperclip