Duitsland: de brede opvatting van terreur en de uitlevering van de Koerdische journalist Karakoç
De Koerdische journalist Serdar Karakoç, die woont in Nederland, moet aan Duitsland worden uitgeleverd. Een gesprek met zijn advocaat Yener Sözen in Gelsenkirchen.
Op 7 augustus heeft een rechtbank in Amsterdam besloten dat de Koerdische journalist Serdar Karakoç door Nederland aan Duitsland moet worden uitgeleverd. Op verzoek van de Duitse Justitie was hij al in mei gearresteerd vanwege een vermeend lidmaatschap van de Koerdische Arbeiderspartij PKK. Hoe kwam de rechtbank tot deze uitspraak?
Sözen: “Na de arrestatie in zijn woning in Kerkrade hebben we samen met zijn advocaat in Nederland verzocht het arrestatiebevel op te heffen. Serdar Karakoç woont al 24 jaar als erkende vluchteling in Nederland. Hij is daar als journalist werkzaam en heeft een voltijdsbaan als leraar. De beschuldigingen die door Duitsland worden geuit vormen in Nederland helemaal geen terroristische handelingen. Op 14 juni stelde de rechtbank het arrestatiebevel voorwaardelijk buiten werking. Op 24 juli erkende de rechtbank dat de beschuldigingen weliswaar in Nederland niet strafbaar waren, maar vond toch dat de Duitse autoriteiten het nader moesten kunnen onderzoeken. Op 7 augustus stemde de rechtbank in met de uitlevering: er zou sprake zijn van een rechtsgeldig uitleveringsverzoek. Het lidmaatschap van een buitenlandse terroristische organisatie (=art. 129b, vert.) is principieel ook in Nederland strafbaar.”
Is dit volgens u vanuit juridisch oogpunt legitiem?
“Naar mijn overtuiging zijn dergelijke besluiten politiek gemotiveerd. Ik beschouw de houding van de rechtbank waarbij sec vanuit rechtspositivistisch oogpunt wordt geredeneerd (waarbij een beslissing genomen wordt puur op basis van het recht dat de staat vastgelegd heeft, red. jW) als catastrofaal. Betrokkenen kunnen niet concreet inschatten of individuele handelingen, die ze in een ander EU-land hebben verricht, strafbaar zouden kunnen zijn, wanneer ze dat volgens het recht van het Europese land waarin ze grotendeels leven – in dit geval Nederland – niet zijn. De strafrechtelijke vervolging van de heer Karakoç dient vooral de buitenlandse belangen van Duitsland. De Bondsrepubliek vat het terreurbegrip zeer breed op. Door middel van het Europees arrestatiebevel wordt deze uitleg de overige lidstaten opgedrongen.”
Wat voor gevolgen heeft dit voor Serdar Karakoç?
“Hij verscheen niet op de rechtszitting van 7 augustus, en zijn huidige verblijfplaats is onbekend. De Nederlandse autoriteiten hebben tegen hem een eigen arrestatiebevel uitgevaardigd, en dat van Duitsland is ook nog van kracht. Er wordt waarschijnlijk in heel Europa naar hem gezocht.”
In Duitsland wordt de persvrijheid als een groot goed beschouwd. Hoe kunnen we verklaren dat een journalist op dergelijke wijze wordt vervolgd?
“De persvrijheid stoot in toenemende mate op de heersende politieke belangen. De vervolging van journalisten, met name uit Turkije, is erop gericht kritische stemmen tegen de maatschappelijke verhoudingen aldaar in de kiem te smoren. Radicaal-linkse kritiek op de maatschappelijke verhoudingen in Turkije is in de Bondsrepubliek niet gewenst omdat het tot problemen in de buitenlandse politieke verhoudingen zou kunnen leiden. De strafrechtelijke vervolging is ook ter afschrikking bedoeld van degenen die blijven schrijven.”
Welke rol speelt de politieke ontwikkeling naar rechts in Europa hierbij?
“Momenteel is de Bondsrepubliek wereldwijd naast Turkije het meest ijverige land bij de vervolging van Turkse en Koerdische linksen. Het land benut haar leidende rol in de EU om ook steeds meer mensen buiten de eigen staatsgrenzen te vervolgen, bijvoorbeeld in Cyprus, België, Frankrijk, Zweden en Italië. De kwestie Karakoç maakt duidelijk hoe gevaarlijk dat voor journalisten is. In 2022 werd de Koerdische journalist Özgül Emre gearresteerd, vanwege een beschuldiging van lidmaatschap van de organisatie DHKP-C. Het proces bij de Kamer voor Staatsveiligheid van het Oberlandesgericht in Düsseldorf loopt nog. Zij was ook gevlucht voor vervolging door de Turkse staat en een erkend vluchteling in Duitsland. Zulke 129b-processen vinden vaak voor een groot deel plaats buiten het zicht van de openbaarheid. Ook zogenaamde Duitse linksen interesseren zich hier nauwelijks voor, ondanks dat ook zij steeds meer worden vervolgd.”
Gitta Düperthal
Dit artikel verscheen op 21 augustus 2024 onder de titel “Die BRD legt den Terrorbegriff sehr weit aus” op de website van junge Welt (jW). Het werd vertaald door Harald Minkens en licht bewerkt door de Doorbraak-redactie.