De zeven mythes van nieuw rechts
Britta Hosman, de regisseur van “Radicaal rechtse voorhoede”, zegt in een vraaggesprek over haar documentaire dat ze de “extreem-rechtse bubbel” maar eng vindt, en blij is dat ze terug is in haar eigen bubbel. Maar, zegt ze, door je ogen voor hen te sluiten gaan ze niet weg. Daarom pleit ze voor dialoog met de fascisten. We moeten naar ze luisteren. En dan moeten we ons afvragen of ze nu eigenlijk iedereen het land uit willen jagen, of dat ze zeggen: “Ik ben bang voor de moderne tijd en ik weet niet hoe ermee om te gaan.” Ik ben blij dat ze extreem-rechts herkent voor wat het is, maar verbaas me er altijd een beetje over als mensen fascisten niet serieus nemen. Steeds willen mensen hun woorden verzachten. “Ze zeggen wel dat ze Europa willen heroveren en voor het blanke ras willen bestemmen, maar dat bedoelen ze vast niet zo, ze willen vast alleen maar zeggen dat ze het moeilijk hebben met de moderne tijd.” Maar wat nu als deze gestudeerde en overduidelijk intelligente mensen gewoon menen wat ze zeggen? Wat nu, als ze misschien wel de grootst mogelijke nazikul uitslaan over een verzonnen oorlog tegen witte mensen die vervangen worden door joden en moslims – maar ze dodelijk serieus zijn over hun doel? Waar ik ook sterk met Hosman van mening over verschil, is dat luisteren naar extreem-rechts. Want in Nederland zijn we al sinds Fortuyn naar extreem-rechtse ‘bezorgde burgers’ aan het luisteren. Of het nu gaat om lui die gemeenteraden of azc’s aanvallen en die vervolgens gelijk krijgen, of om Luyendijk die eiste dat we eindelijk (ein-de-lijk) eens naar PVV-ers gingen luisteren, of over de verhoudingsgewijs idioot grote aandacht die de media hebben voor elk lavendelig scheetje dat Baudet laat. De vraag is dan: wat heeft al dat luisteren naar extreem-rechts ons opgeleverd? Hebben we daarmee racisme en onvrede “in goede banen” kunnen leiden? Het antwoord moet een ondubbelzinnig nee zijn. Vergeleken met de tijd waarin in Nederland en de meeste andere landen nog een soort cordon sanitaire bestond, en de CD met 3 zetels in het parlement zat, is extreem-rechts nu niet alleen enorm gegroeid (laatste peiling: FvD + PVV = 29 zetels), maar dreigt ze in meerdere Europese landen zelfs in het centrum van de macht terecht te komen. Of is daar al. En er is ook nog iets anders aan de hand: nieuw rechts laat zich niet in centristische ‘goede banen’ leiden. Het effect van al die aandacht en legitimerende dialoog is juist dat ze radicaliseert. Janmaat werd ooit veroordeeld vanwege de uitspraak: “Vol = vol”. Toen Gerrit Zalm in het kielzog van de nieuw rechtse agenda van Bolkestein die uitspraak in 1992 herhaalde, viel ze al niet eens meer op. En waar we kort geleden nog in shock waren omdat Schreeuwwitje wel even “minder Marokkanen” ging regelen, negeren onze media nu grotendeels de oproep van Blut, Boden und Baudet om verkrachting goed te keuren en Europa dominant blank te maken, en hebben ze het liever over zijn fucking piano.
Grutjes in De zeven mythes van nieuw rechts (Grutjes)