Dekolonisatie van de Nederlandse archeologie
“Until the lions have their own historians, the history of the hunt will always glorify the hunter.” (Chinua Achebe)
Een discussie starten over dekolonisatie in Nederland is bijna onbegonnen werk. Wanneer dan ook opgravingen worden gestart op een achttiende eeuwse begraafplaats van tot slaaf gemaakte Afrikanen op Sint Eustatius – zonder enige vorm van betrekken van de directe afstammelingen wonend op het eiland – vinden niet veel Nederlanders dat iets om je druk om te maken. Zeker niet wanneer er een gelikte, misleidende pr-campagne op de opgravingen is losgelaten.
Beelden van opgegraven schedels en volledige skeletten gingen breeduit de wereld rond. Schoolklas na schoolklas werd op de opgravingslocatie rondgeleid, student-archeologen maakten vrolijk selfies tussen de opgegraven menselijke resten (mijn voorouders) en er werd enthousiast uitgelegd hoeveel de bevolking van Sint Eustatius dankzij deze opgravingen nu te weten kon komen over hun voorouders. Om te vragen of de bevolking daaraan behoefte had en er überhaupt mee kon instemmen om de graven van hun voorouders open te breken, was blijkbaar niet in de hoofden van de archeologen opgekomen. Of zij hadden er lak aan, want wat een unieke kans als archeoloog om zo je gang te kunnen gaan op een historische slavenbegraafplaats. Vanuit de hele wereld werden archeologen ingevlogen.
Protesten tegen de opgravingen
Vanuit mijn rol als voorzitter van de afdeling Ubuntu Connected Front (UCF) Tilburg en UCF Caribbean, ben ik samen met twee andere organisaties, Brighter Path Sint Eustatius en grassroot-organisatie SEAD, protestactiviteiten gestart tegen de opgravingen. In mijn eigen provincie Noord-Brabant begrepen ze onze verontwaardiging (een artikel in het Brabants Dagblad en een uitzending van Omroep Brabant), maar De Volkskrant vond het maar een ‘woke’ bedoening. Alsof ik ineens sinds de Black Lives Matter-protesten in 2020 racisme en kolonisatie had ontdekt. Je zou een meer onderzoekende houding verwachten van een landelijk dagblad.
Onze protesten tegen de opgravingen zijn begonnen met het organiseren van webinars met deskundigen uit het Caribisch gebied, een online petitie en het aanschrijven van de verantwoordelijke overheidsorganisaties op Sint Eustatius en in Nederland. Daarnaast zijn we bezig een netwerk op te zetten van ‘African centered’ archeologen die bereid zijn ons in te wijden op hun vakgebied en advies te geven.
Hoe ziet koloniale archeologie eruit?
Het blijkt lastig uit te leggen aan veel witte mensen waarom archeologie koloniaal kan zijn, of in Nederland bijna per definitie is. Het is een wat gevoelige analogie, maar wanneer een groep archeologen zonder iemand iets te vragen ineens graven gaat openbreken op een joodse begraafplaats, de menselijke resten blootlegt, foto’s daarvan naar de media stuurt, samples van tanden en botten in wetenschappelijke laboratoria over de wereld worden geanalyseerd, dan begrijpt iedereen de ophef die daarover zou ontstaan. Niet wanneer het historische Afrikaanse graven betreft, of graven van inheemse volkeren die hetzelfde trieste lot ondergaan, al zolang de archeologie als wetenschap bestaat.
Een bevriende advocaat die wij benaderden in verband met de petitie merkte op: “Archeologie is beschrijven van wat wordt gevonden. Daar zit geen perspectief aan vast.” Niks is minder waar. In de Amerikaanse blogpost “Decolonization of Archaeology” van Rachael Smith wordt dit heel duidelijk uiteengezet voor wat betreft de Amerikaanse archeologie. Zij beschrijft de desinteresse van archeologen voor de cultuur, gevoelens, idealen en praktijken van de nakomelingen wiens voorouders worden opgegraven. Door protesten van de inheemse gemeenschappen is daar vanaf de jaren zestig verandering in gekomen en zijn er wetten gekomen die bepalen dat nakomelingen betrokken moeten worden bij archeologische opgravingen en dat respect nageleefd moet worden voor hun geloof en spiritualiteit, vooral met betrekking tot begrafenissen.
Veel verder gaan deze wetten helaas niet en de geschiedenis van de nakomelingen wordt nog steeds geïnterpreteerd vanuit een westers, eurocentrisch standpunt. Want objectieve interpretatie bestaat niet; deze wordt direct beïnvloed door de ervaring, cultuur en idealen waarin het individu leeft. In Nederland ligt een en ander vast in de Erfgoedwet, maar die is niet van toepassing in Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba).
Omkeer van perspectief: van eurocentrisch naar het zelf schrijven van geschiedenis
De blogpost van Rachael Smith sluit af met een oproep tot participerend archeologisch onderzoek: “De beste manier om de kolonisatie van de archeologie tegen te gaan, is niet alleen de inheemse bevolking te raadplegen, maar hen direct bij het onderzoek te betrekken. Inheemse bevolkingsgroepen (en andere afstammelingen) moeten onderzoeksvragen stellen en beïnvloeden, de opgravingen begeleiden, bepalen wat wel en niet kan worden opgegraven en een grote rol spelen bij de verspreiding van informatie. Participatief onderzoek voorkomt ook dat de nakomelingen louter proefpersonen zijn of zich voelen in plaats van actieve spelers in hun eigen geschiedenis. Ze hebben de mogelijkheid om hun eigen vragen te beantwoorden, niet alleen de antwoorden op de vragen van anderen te accepteren. Uiteindelijk zijn de mensen die de minste vooringenomenheid hebben ten opzichte van de geschiedenis degenen die afstammen van die geschiedenis”.
Mensen op Sint Eustatius houden er niet van dat graven worden opengebroken. De reacties onder de petitie zeggen genoeg. Je laat de doden rusten, dat is onze cultuur. Zeker de doden die tijdens hun leven al misbruikt en mishandeld zijn. Het disrespect om hen op te graven, hun laatste rustplaats te verstoren, zonder enige vorm van overleg of instemming van de nazaten, roept woede en verontwaardiging op. Vanuit de hele wereld krijgen we steunbetuigingen vanuit de Afrikaanse gemeenschap in de diaspora. Wat denken die archeologen dat het toevoegt aan mijn leven om wetenschappelijk bewijs te hebben dat sommige van mijn opgegraven voorouders direct uit Afrika kwamen en anderen op Sint Eustatius zijn geboren? Ons verhaal, het verhaal van de Afrikanen in de diaspora, ons leed, onze kracht, onze geschiedenis wordt nog niet eens in de geschiedenisboeken opgeschreven vanuit ons perspectief. Laten we daar eens mee beginnen.
Een kritisch geluid uit eigen land is het proefschrift “Digging holes abroad. An ethnography of Dutch archaeological research projects abroad” van Sjoerd van der Linde. Hij reflecteert op de rol en verantwoordelijkheid van archeologen in relatie tot de waarden van anderen in de samenleving. Hij zegt het heel mooi: “Archeologen moeten aanvaarden dat materiële overblijfselen van het verleden niet uitsluitend een onderzoeksmogelijkheid bieden, en dat ze zich niet langer kunnen verschuilen achter een notie van archeologisch onderzoek als een neutrale activiteit die vrij is van politieke en sociale verantwoordelijkheden.”
Machtspositie van de Caribbean Research Group van de Leidse universiteit
Archeologie in het Caribisch gebied wordt sterk gedomineerd door de vakgroep Archeologie vanuit de Leidse universiteit. Ofwel zijn archeologen van lokale Caribische archeologische organisaties opgeleid in Leiden, ofwel Leiden is betrokken bij grootschalige archeologische onderzoeksprojecten in de regio gefinancierd door NWO. Ook andere universiteiten in het Caribisch gebied zijn voor faciliteiten vaak afhankelijk van Leiden. We schrijven hier meer over op ons blog. De archeologische instelling die op Sint Eustatius verantwoordelijk is voor de opgravingen, de Sint Eustatius Center for Archaeological Research (SECAR), is een ‘for-profit’-instelling en werkt volgens het zogenaamde Sint Eustatius Model. Dit model “vertoont minimale aspecten van lokale zelfreflectie, dekolonisatie en zelfinterpretaties”, aldus het boek “Managing our past into the future”.
Wij roepen hierbij SECAR en de vakgroep Archeologie in Leiden op kritisch naar zichzelf te kijken en zich te ontdoen van hun koloniale mindset en koloniale aanpak van archeologisch onderzoek op Sint Eustatius en de verdere Caribische regio waar zij werkzaam zijn.
Teken hier de petitie “Stop the Excavations at St. Eustatius African Burial Ground”.
Kenneth Cuvalay
Als je een stok zoekt om een hond te slaan zul je altijd wel wat vinden.
Dat is een oude zegswijze uit mijn land, Nederland. In mijn land worden ieder jaar wel menselijke overblijfselen (skeletten, schedels, botten) gevonden van mensen, mijn voorouders, die hier geleefd hebben en gestorven zijn. Soms worden zelfs complete begraafplaatsen gevonden en onderzocht, dwz opgegraven.
Alle overblijfselen worden fysisch-antropologisch onderzocht (de fysische antropologie is een aparte wetenschap, die aan verscheidene universiteiten gedoceerd wordt), en na afloop van dat onderzoek worden de resultaten gepubliceerd en weten we allemaal, voor zover we dat weten willen, weer een beetje meer over hoe onze voorouders leefden, wat voor ziekten ze hadden, waar ze vandaan kwamen en hoe ze dachten over leven en sterven en het hiernamaals.
Precies hetzelfde gebeurt op Sint Eustatius, waar een oude begraafplaats uit lang vervlogen tijden wordt opgegraven door de Leidse universiteit.
Van dergelijk onderzoek worden we allemaal wijzer: we kunnen bijv kijken hoe ziektebeelden en leeftijd bij overlijden overeenkomen met gelijktijdige begraafplaatsen in Nederland, of in de VS, of in Afrika. Het skeletmateriaal vertelt ons eerlijk en rauw hoe de mensen werkelijk geleefd hebben, zonder de opsmuk, mooipraterij of vaagheid van oude historici of mondelinge overleveringen.
Als je echt geïnteresseerd bent in het leven van je voorouders, zonder verfraaiing en zonder fabuleren, dan zou je deze opgravingen moeten toejuichen, ipv met achterdocht bejegenen.
Voor alle duidelijkheid: ik ben archeoloog, niet verbonden aan de Leidse universiteit, maar wel gezegend met een flinke dosis nieuwsgierigheid naar het echte leven van onze voorouders, van welke kleur dan ook.
Je beschrijft mooi hoe de meeste witte mensen hier in relatie staan met hun voorouders en de stoffelijke resten daarvan. Die lijken geen probleem te hebben met het opgraven daarvan.
Maar heb je er wel eens aan gedacht aan dat mensen in andere werelddelen daar anders naar zouden kunnen kijken? En dat zij graag zelf zouden willen beslissen hoe om te gaan met hun eigen voorouders en stoffelijke overblijfselen? Komt het je niet ergens wat raar voor dat (witte) mensen van hier gaan beslissen wat te doen met de voorouders van de mensen van daar, en dan ingaan tegen de wensen van mensen van daar? Dat zij hun denkwijzen, hun wereldbeeld, hun mensbeeld, hun relatie met hun voorouders en hun overblijfselen opdringen aan mensen elders? Dat ze die ideeën en geloven weigeren te respecteren?
Dit is het toonbeeld van eurocentrisme, dat natuurlijk is gestoeld op eeuwenlang kolonialisme en de bijbehorende racistische ideologie. Hoezo zouden wij niet kunnen bepalen wat we daar doen? Het komt niet eens in de Leidse universitaire hoofden op. (En natuurlijk zijn het weer wetenschappers uit dat extreem-rechtse Leidse bolwerk, maar dat uitleggen is voor een volgende keer.)
Draai het eens om. Natuurlijk kan dat niet echt, omdat wij hier niet eeuwenlang uitgebuit en onderdrukt zijn door zwarte mensen uit de Caraïben, maar toch: stel je voor dat een team uit die Caraïben hier de resten van de Oranjes zou komen opgraven in de nieuwe Kerk in Delft. Gewoon, omdat ze een “flinke dosis nieuwsgierigheid naar het echte leven van onze voorouders, van welke kleur dan ook, hebben”. Want “het skeletmateriaal vertelt ons eerlijk en rauw hoe de mensen werkelijk geleefd hebben, zonder de opsmuk, mooipraterij of vaagheid van oude historici of mondelinge overleveringen.” Dan zou er vermoedelijk wel wat tegengesputterd worden, vermoed ik. Waarom? Omdat deze familie van roofadel een bijzonder betekenis heeft voor een boel autoriteitsgevoelige mensen in Nederland. “Dat doe je niet, dat is respectloos!”, zou er geroepen worden, “wie zijn jullie om hier te komen graven?” Het is maar een gemankeerd gedachtenexperimentje, natuurlijk, want ze zouden niet eens het land in komen, laat staan levend in de buurt van die kerk geraken.
Archeologie is blijkbaar een wetenschap die zich flink weet te overschatten. “Het skeletmateriaal vertelt ons eerlijk en rauw hoe de mensen werkelijk geleefd hebben”. Interessant. Vertel mij hoe het skeletmateriaal vertelt dat die persoon ergens uit een Afrikaans land is ontvoerd, maandenlang in een pakhuis en schip heeft doorgebracht onder erbarmelijke omstandigheden, naakt, verkracht, vernederd. Zijn/haar naam is ontnomen, familie, taal, cultuur, religie is ontnomen, verkocht bij opbod op een marktplaats in ruil voor suiker, zijn of haar leven lang onbetaald heeft gewerkt op een plantage. Na een bewust uitgevoerde ontmenselijking wordt deze persoon vanaf zijn/haar laatste rustplaats weer opgegraven, maar nu om in een laboratorium terecht te komen. Nota ben zonder consent van hun nakomelingen die er niet van houden dat graven worden opengebroken, wiens spiritualiteit opnieuw wordt verkracht. Ja bepaalde ziektebeelden, gegeten voeding en leeftijd bij overlijden zullen te bepalen zijn, maar werkelijk, ‘who cares’?! De trans-Atlantische slavenhandel was een misdaad tegen de menselijkheid. Archeologen moeten hun plaats in de maatschappij leren kennen: “dat ze zich niet langer kunnen verschuilen achter een notie van archeologisch onderzoek als een neutrale activiteit die vrij is van politieke en sociale verantwoordelijkheden.”