“Dienst Terugkeer en Vertrek gebruikt coronacrisis om opgesloten mensen zonder verblijfsrecht nog meer te treiteren”
François vluchtte uit Burundi naar Nederland, waar hij inmiddels al 15 jaar leeft. Hij werd in januari 2020 opgepakt, nadat hij was vergeten om het licht op zijn fiets aan te zetten. Omdat hij geen verblijfsrecht heeft, werd hij opgesloten in het Rotterdamse detentiecentrum. Daar zat hij vijf maanden gevangen. Hij maakte het gevangenisregime voor en tijdens de coronacrisis mee. Een gesprek over zijn ervaringen.
“De agent die mij op straat aanhield, ging bellen”, zo begint François zijn verhaal. “De politie wilde weten wie ik was. Ze wilden me een bekeuring geven. ‘Waarom krijg ik een boete?’, vroeg ik. Ik werd naar het politiebureau gebracht en zat ’s nachts op cel. Ik wist nog steeds niet wat de reden was waarom ik was opgepakt. Het vingerafdrukapparaat op het politiebureau bleek kapot te zijn. Daarom kon de politie niet nagaan wie ik was. Ik zei: ‘Jullie weten genoeg van mij.’ Ik werd de volgende dag naar het politiebureau in Den Haag gebracht. Het vingerafdrukapparaat werkte daar wel. Daar moest ik twee nachten op cel blijven. Ik kom uit Burundi en heb eerder een verblijfsvergunning gehad. Maar die werd weer ingetrokken, omdat Burundi door de Nederlandse overheid veilig was verklaard. Al een hele tijd moet ik zonder verblijfsrecht leven. Ik snap het niet: ze pakken mijn verblijfsvergunning af en vragen dan later of ik een verblijfsvergunning heb. Nou, nee dus.”
Tijd rekken
“Na Den Haag brachten ze me naar de gevangenis in Rotterdam. Ze wilden me gaan uitzetten. Ze gaven me een advocaat, maar dat was een advocaat van de gevangenis. Zo zie ik het. Een andere gevangene vertelde me dat hij een eigen advocaat had. Hij regelde dat ik die advocaat ook kreeg. Toen de coronacrisis kwam, vroegen alle advocaten van de mensen die zaten opgesloten, om hun vrijlating. Ambtenaren van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DTV) gingen met me praten. Ik vroeg: ‘Waarom moet ik met jullie samenwerken?’ Ze zeiden: ‘We gaan een laissez passer aanvragen, en als je die niet krijgt, dan ben je na zes maanden vrij.’ Ze wilden me dus naar de ambassade van Burundi brengen om toestemming te krijgen om me te deporteren.”
“Maar die ambassade was dicht, vanwege corona. Dus ze konden die toestemming helemaal niet krijgen. En er vlogen ook geen vliegtuigen naar Burundi. Toch bleef ik gevangen zitten. Ik zei tegen de DTV: ‘Je zou toch contact gaan zoeken met de ambassade? Maar je kunt me toch niet uitzetten?’ Ze deden net alsof ze met iets bezig waren, alsof ze de uitzetting aan het voorbereiden waren. Ze spelen gemene spelletjes. Ze straffen me, terwijl ik geen crimineel ben. Ze nemen me mijn vrijheid af en laten me dan in de gevangenis stikken. Ik zei tegen de DTV: ‘Jij hebt gezegd dat je thuis werkt. Wat doe je daar dan? Waarom laat je me niet vrij?’ De DTV is alleen maar tijd aan het rekken. Ze gebruiken corona als excuus om de gevangenen nog meer te treiteren.”
Anderhalve meter
“Ik zat met een andere man in een cel van anderhalf bij twee meter, met stapelbedden en een wc. Voor de coronatijd zat ik per dag vijf uur vast op cel. Overdag kon ik naar een gemeenschappelijke ruimte in de gevangenis. Maar tijdens de coronatijd zat ik per dag 22 uur vast op cel. En de gevangenen mochten geen bezoek meer krijgen. Ik wist dat de cellen in andere gangen leeg waren. Maar toch moesten wij met z’n tweeën in zo’n kleine ruimte zitten. Dat was wegens corona heel gevaarlijk. Want als de ene persoon hoest, dan komt dat naar de andere persoon toe. Overal in de rest van de samenleving moet je anderhalve meter afstand van elkaar houden. Maar in zo’n cel kan dat helemaal niet. Dus daar loop je voortdurend het risico om te worden besmet. Het eten in de gevangenis was steeds hetzelfde. Je krijgt 15 euro per week, maar dat is veel te weinig. Er is een gevangeniswinkel met een minimaal aanbod van producten die ook nog duur zijn. Je kunt niets bestellen dat niet in die winkel ligt. Je kunt dus zelf niet bepalen wat je wilt kopen. Als je ziek bent, dan hebben ze steeds hetzelfde medicijn, voor alle ziekten. Ook de medische zorg is dus slecht.”
“Nederland is een onveilig land voor mij. Ik heb geen enkel recht hier. Ik heb geen huis, geen werk, geen geld, geen zorgverzekering, geen eten. Mijn advocaat is nu bezig om een schadevergoeding te eisen voor de tijd dat ik gevangen zat. Ik ben nu vrij, maar wat voor vrijheid is dat? De vrijheid om kapot te gaan. Waar moet ik heen? Ik kan naar de LVV in Rotterdam gaan. Dan krijg ik voor een paar maanden opvang. En daarna sta ik weer op straat. Dat heeft dus geen enkele zin. In die LVV gaat de DTV ook weer proberen om me te deporteren. Ze spelen steeds opnieuw spelletjes. Ze spelen met mijn leven.”
Harry Westerink