Discrimineert de rechter nou wel of niet?
Het is alsof je na het boodschappen doen bij de fietsenstalling komt en je fiets staat er niet meer. Omdat je niet zeker weet of het gestolen is, ga je eerst kijken of de gemeente je fiets niet heeft meegenomen, en of iemand ander je fiets niet misschien heeft verplaatst. Of je gaat nog even heel goed nadenken of je niet toch met de tram bent gekomen en je fiets misschien nog thuis staat. Pas als dat allemaal niet het geval is, ga je ervan uit dat je fiets inderdaad gejat is. Die aanpak van de Raad is vergelijkbaar met hoe er bijvoorbeeld naar arbeidsmarktdiscriminatie gekeken wordt. Daar heeft het SCP in 2007 geprobeerd om met oog op objectieve factoren zoals opleidingsniveau, werkervaring en leeftijd de verschillen in werkloosheid tussen autochtone en allochtone Nederlanders te verklaren. Ook daar werd een onverklaarde rest gevonden – en deel van de hogere werkloosheid onder allochtonen was dus te herleiden naar discriminatie. Dat werd later bevestigd door praktijktests waarbij met fictieve CV’s of met acteurs gekeken werd naar de keuzes die werkgevers en uitzendbureaus maken als zij vergelijkbare kandidaten met verschillende etnische achtergronden over de vloer krijgen. Uiteindelijk werd keihard aangetoond dat discriminatie een belangrijke rol speelt op de Nederlandse arbeidsmarkt. Maar deze vlieger gaat niet op voor de Raad voor de rechtspraak. Voor een deel ligt dat aan de factoren die in het onderzoek zijn meegenomen. Als je bijvoorbeeld eerdere straffen betrekt in de verklaring van de hogere straffen, dan zou je toch ook rekening moeten houden met het feit dat die eerdere straf ook al onterecht of te hoog zou kunnen zijn. Zo kom je in een vicieuze cirkel van verklaringen terecht. Dat is het ingewikkelde aan institutionele vormen van discriminatie: waar moet je beginnen? Ten tweede zitten er in het onderzoek, en in de uitingen van de Raad, nog steeds veel te veel factoren die nog niet meegewogen zijn als mogelijke verklaring. Zo worden nu al taalbarrières, de houding van de verdachte en de kwaliteit van de verdediging als mogelijke andere verklaringen gegeven. Verklaringen nota bene die toch wel weer aan de kant van de verdachte zitten.
Gregor Walz in Discrimineert de rechter nou wel of niet? (Joop.nl)