Discussie over open brief aan Rekening Retour

Anarchisme
Het platform Rekening Retour, met daarin onder meer Doorbraak, organiseert op 23 oktober een manifestatie tegen de komende bezuinigingen. De oproep voor de actie schoot drie anarchistische groepjes uit Utrecht in het verkeerde keelgat. Ze waren van plan geweest om zich bij het platform aan te sluiten, maar door die oproep is hun “aanvankelijke enthousiasme echter omgeslagen in stevige teleurstelling”. Zo schreven ze in een open brief die tot allerlei discussies leidde.

Het Anarchistisch Kollektief Utrecht, de Anarchistische Anti-deportatie Groep Utrecht en de Werkgroep Stop Deportaties publiceerden hun brief op 16 september. Ook op de website van Doorbraak werd hij gepost. De kern van hun kritiek is dat de oproep niet “het hele verhaal” bevat, “reformistisch is” en geen “internationale dimensie” heeft. Ook zijn de anarchisten tegen de deelname aan het platform van “enkele grotere organisaties, die zich binnen de gematigde hoek bevinden en top-down georganiseerd zijn (SP, FNV)”. Ze vinden dat het “verzet moet worden opgebouwd vanuit de basis” en daarom geven ze “de voorkeur aan een aanvankelijk misschien kleiner maar wel serieus verzet, dat op langere termijn opgebouwd wordt en echt een vuist wil en kan maken tegen het kapitalisme”.

Op de websites van Indymedia en RevLeft kwamen al snel reacties los. Er was begrip: “Als je geweten gaat wroeten kun je dat niet negeren, samenwerken heeft een bepaalde ‘prijs’ die voor mensen onacceptabel kan zijn.” En er waren zelfs mensen die helemaal tegen demonstreren waren: “Klassenbewustzijn is een proces met een materiële basis, geworteld in directe confrontatie met de tandwielen van kapitaal en de staat in het dagelijks leven. Het is daar dat de strijd moet plaats vinden, niet bij de een of andere demonstratie waar op idealistische wijze god weet wat gepropageerd wordt voor drie extra abonnees op het organisatiekrantje. Groepen die denken dat het uitdelen van krantjes, roepen op demo’s en werven van leden een substituut voor sabotage, staking, lock-outs en echte klassenstrijd zijn, zijn niet alleen het spoor bijster…” Wat overigens de droge vraag opriep: “En wat ís die directe confrontatie met de tandwielen van het kapitaal?”

Kritieken

Maar er waren ook veel kritieken. “Schrijf en onderschrijf vooral manifesten die zich afzetten tegen de doelstellingen van grote reformistische clubs, maar neem hun doelpubliek, in tegenstelling tot die organisaties zelf, wél serieus, ga anoniem naar de actie en politiseer!”, zo werd er gereageerd. “Anti-kapitalisten kunnen zich ook organiseren om te zorgen dat er meer mensen van zo’n manifestatie weggaan als anti-kapitalist dan er heen waren gekomen, zodat het probleem van de bezuinigingen verbonden wordt met toenemende repressie, racisme en armoede in de arme landen. En om te zorgen dat voor een volgende keer het gewicht van anti-kapitalisten groter is in de mobilisatie, moeten anti-kapitalistische organisaties tussen zulke demonstraties groeien, actief zijn.”

“Het is juist de taak van anti-kapitalisten om het voortouw te nemen in het organiseren van massale protesten tegen de bezuinigingen en dat niet over te laten aan de reformisten.” En: “Anti-kapitalisten moeten juist zelf aan de basis staan van acties, door zelf te mobiliseren, met anderen samen te werken, kortom handen vuil maken, in plaats van langs de zijlijn de pure utopie te verkondigen. Wie dat doet, zal niet zo snel serieus worden genomen.” Iemand waarschuwde ook: “Het is erg gemakkelijk om te denken dat de manifestatie van Rekening Retour wel vanzelf groot wordt en dat anti-kapitalisten dus wel de rol van de ‘luis in de pels’ kunnen spelen en kunnen waarschuwen tegen het reformistische gevaar.”

Reformisme

Daarbij zou het “van cynisme getuigen om te denken dat zo’n beweging alleen maar richting reformistische kant kan gaan, want dan schrijf je de deelnemers bij voorbaat af.” Daar ging ook Peter Storm op zijn weblog uitgebreid op in. “De kunst voor revolutionairen is om ook van bovenaf op gang gebracht protest tegelijkertijd vooruit te helpen en de greep van bovenaf erop te weerstreven, te ondermijnen, zodat de strijd de aangelegenheid van alle betrokkenen zelf, en niet van hun beroepsleiders, wordt. Om dat te bereiken moeten we echter niet weglopen vanwege het enkele feit dat een protest bijvoorbeeld door een vakbondsbestuur of een door de SP geleid comité uitgeroepen is – of door een samenwerkingsverband waarin de IS, die wel erg vriendelijk tegen zulke clubs wil zijn, een hoofdrol speelt. Maar het staat niet bij voorbaat vast dat ze dit steeds lukt. Radicalere groepen en mensen – Doorbraak, Griekenland Is Overal, anderen – proberen met wisselend succes voor aanscherping te zorgen. Hoe serieuzer de inbreng van radicalen is – in argumenten, maar ook in het daadwerkelijk mensen oproepen om aan de actie deel te nemen, desnoods door die flyer nu even gewoon te helpen verspreiden –, hoe groter de kans dat onze kritiek effect heeft.”

In veel van de reacties werd de Utrechtse anarchisten tenslotte gevraagd hoe zij het verzet dan wél vorm zouden willen geven. “Wat zijn jullie alternatieven? Welke acties gaan jullie plannen om arbeiders, ambtenaren (oké, behalve de politieagenten en de militairen!), studenten etc, op te roepen om tegen de bezuinigingen (of tegen kapitalisme als een geheel) te strijden? Grote woorden kan iedereen zeggen, dus het gaat over acties! Wat is jullie voorstel? Waar nodigen jullie ons uit in plaats van in Den Haag op 23 oktober te protesteren?” Of met ironie: “Ik en anderen zullen met nieuwsgierigheid uitkijken naar de resultaten om te leren hoe het wel moet. Tot die tijd ga ik mijn energie steken in het mobiliseren voor de actie op 23 oktober en wens de mensen die zich afzijdig willen houden succes met hun eigen initiatieven.”

Tragedie

Na lezing van alle reacties blijft er een gevoel hangen dat er in veel bijdragen wel erg grote en stoere woorden gebruikt worden. Woorden die niet erg aansluiten bij de reëel bestaande beweging, die momenteel immers nog piepklein en zeer slecht georganiseerd is. Daarbij hebben tot nu toe alleen individuen wat geroepen, en horen we van de betrokken organisaties niet veel. Ook Doorbraak heeft in alle drukte nog geen kans gezien om als organisatie te reageren. De betekenis van statements van allerlei ongeorganiseerde individuen is natuurlijk beperkt: want hoe denken ze hun breed geformuleerde ideeën in de praktijk te gaan brengen? In hun eentje? Dat lijkt een beetje de tragedie van dit soort debatjes in Nederland.

De praktijk van de Utrechtse anarchisten lijkt overigens voornamelijk te draaien om kleinschalige directe acties waarbij steeds “het hele verhaal” verteld wordt. Veel van de reacties op hun open brief op internet en in de wandelgangen hebben gemeen dat men de kritiek van de briefschrijvers wel zegt te delen, net als hun kijk op de samenleving, maar dat men hun strategie niet ziet zitten, in dit geval dus het niet meedoen aan het platform. Maar als een specifieke politieke stroming voor zo’n andere strategie kiest, ligt het dan niet voor de hand dat die gebaseerd is op een heel andere kijk op de samenleving? Een andere kijk op de machtsverhoudingen, op de mogelijkheden tot verandering, op hoe mensen in de samenleving staan?

Het lijkt er sterk op dat de briefschrijvers naar de samenleving kijken als een vrij losse verzameling redelijk onafhankelijke individuen, waarvan velen via onder meer pamfletten met “het hele verhaal” erin overtuigd kunnen worden om hun ideeën en gedrag te veranderen, om eveneens anarchist te worden en op zoek te gaan naar andere anarchisten om mee te gaan doen aan directe acties. Dat lijkt te duiden op een meer individualistisch anarchisme. Anarchisten en andere linksen met een meer socialistische kijk zouden waarschijnlijk eerder benadrukken dat mensen in de eerste plaats sociale wezens zijn. Dat mensen bloot staan aan allerlei invloeden die zulke snelle veranderingen tegengaan. Dat mensen ook behoefte hebben aan sociale acceptatie en materiële zekerheden, en verantwoordelijkheden hebben naar anderen toe. Daardoor zullen ze in het algemeen niet zo snel individueel enorm veranderen, maar eerder samen met hun omgeving stapje voor stapje wat linkser worden. Om dat te bereiken moet links steeds nadrukkelijk aanwezig zijn, mensen opzoeken, contacten opbouwen, vertrouwen winnen en samen strijden. Juist nu, met de komende bezuinigingen, liggen daartoe de mogelijkheden bij wijze van spreken voor het oprapen.

Eric Krebbers