Doorbraak wijst op noodzaak van vluchtelingenzelforganisatie

Drukte op de vluchtelingendag in Leiden

Zo’n 80 mensen, waaronder een flink aantal vluchtelingen uit het Katwijkse asielzoekerscentrum, bezochten op 20 juni de bijeenkomst van het Platform Vluchtelingenorganisaties Leiden (PVL). Na ervaringsverhalen van vluchtelingen uit ex-Joegoslavië en Kameroen spraken een activist van Doorbraak en medewerkers van Stichting Uitgeprocedeerde Vluchtelingen en VluchtelingenWerk Zuid-Holland Noord over hun ondersteuningswerk. “De PVV en veel andere tegenstanders van vluchtelingen bouwen macht op. Daarom moeten wij ons ook organiseren en de strijd aangaan tegen racisme en uitsluiting”, aldus Doorbraker Harry Westerink.

Veel vluchtelingen vroegen tijdens de daarop volgende publieke discussie aandacht voor hun moeilijke situatie. Uit hun vragen om steun bleek hoezeer ze dag in dag uit worden getroffen door het keiharde vluchtelingenbeleid. Zo gaven ze aan dat ze in het asielzoekerscentrum graag Nederlands zouden willen leren. Maar dat blijkt volgens de regels niet te mogen. De overheid houdt vluchtelingen het liefst zo lang mogelijk geïsoleerd van de rest van de samenleving.

PVL-voorzitter Marzia Mansoor uitte scherpe kritiek op de campagne “Leiden, stad van vluchtelingen”. Het is haar ervaring dat vluchtelingenzelforganisaties veel te weinig zijn betrokken bij die campagne, die midden jaren 90 door het Leidse gemeentebestuur werd opgezet en het karakter kreeg van een soort reclameslogan, een imago dat vooral goed bleek voor het stadschauvinisme. “Leiden, stad van vluchtelingen? Dat zullen we zelf moeten opbouwen, van onderop, gezamenlijk, met vluchtelingenzelforganisaties, steungroepen, politieke activisten en anderen”, reageerde Westerink daarop, die in zijn praatje (zie hieronder) de noodzaak aangaf van zelforganisatie en collectieve strijd. De kersverse SP-wethouder Roos van Gelderen was ook aanwezig bij de bijeenkomst. Ze werd opgeroepen om de PVL en vluchtelingensteungroepen de materiële middelen te geven waarmee ze hun werk en strijd kunnen blijven voortzetten. Dat zal moeilijk worden, want er is zwaar weer op komst. De gemeente wil de komende tijd namelijk miljoenen gaan bezuinigen.

Doorbraak-praatje

“Ik ben activist bij De Fabel van de illegaal en Doorbraak. Met het werk bij deze organisaties ondersteun ik vluchtelingen en migranten met en zonder verblijfsrecht.

Het Nederlandse vluchtelingenbeleid is keihard. Vluchtelingen staan onder zware druk. Dat geldt zeker voor vluchtelingen zonder verblijfsrecht, maar steeds meer ook voor vluchtelingen met een verblijfsvergunning. Na de pardonregeling in 2007 is het beleid nog meer aangescherpt. Het recht op asiel lijkt in de praktijk zo goed als afgeschaft te zijn. En het categoriale beschermingsbeleid, dat sommige vluchtelingen nog wat bescherming bood, is de laatste jaren voor steeds meer landen opgeheven en dreigt binnenkort in het geheel te verdwijnen. De uitslag van de verkiezingen van 9 juni geeft  nog meer reden om somber te zijn. Als er een regering met de PVV, de VVD en het CDA zou komen, dan zou dat nieuwe en dramatische verslechteringen in het vluchtelingenbeleid opleveren. Maar ook een wat minder rechtse regering geeft vluchtelingen geen reden tot juichen. Dat heeft het harde beleid van de voormalige PvdA-staatssecretaris Nebahat Albayrak wel duidelijk gemaakt, en ook het beleid van haar PvdA-voorgangers sinds begin jaren 90.

Ik merk dat het vluchtelingenbeleid steeds slechter wordt, jaar in jaar uit. Het wordt helaas steeds normaler dat vluchtelingen geen goed onderdak hebben, geen of onvoldoende inkomen, geen goede medische zorg, geen veiligheid, geen bescherming. Dat mag niet, dat hoort niet. En toch gebeurt het. Veel Nederlanders stellen zich vijandig op tegenover vluchtelingen. Ze eisen een streng migratiebeleid. Nederland glijdt steeds meer af naar een land waar het racisme op straat, van onderop dus, wordt gevoed en versterkt door het racisme van de staat, van bovenaf. Het wordt helaas steeds normaler om vluchtelingen te beledigen, uit te schelden, uit te sluiten, op te jagen. Dat komt door het groeiende racisme, door de toenemende haat tegen “allochtonen” en vooral tegen moslims.

In zo’n klimaat is het van groot belang dat de maatschappelijke steun aan vluchtelingen blijft bestaan. In grote lijnen bestaat die steun uit twee delen, twee richtingen. Ten eerste de individuele hulp, dus de steun aan individuele vluchtelingen op het gebied van verblijfsaanvragen, onderdak, leefgeld, en medische zorg. De Leidse steungroep De Fabel van de illegaal geeft die individuele steun. Ten tweede de collectieve steun via politieke actie en lobby, dus de strijd van en voor groepen vluchtelingen op het gebied van verblijfsrecht en allerlei rechten en voorzieningen. De landelijke basisorganisatie Doorbraak richt zich op die collectieve strijd. Zowel de individuele hulpverlening als de collectieve strijd zijn noodzakelijk om de positie van vluchtelingen verbeterd te krijgen, of minimaal om te voorkomen dat die positie nog verder verslechtert.

De vraag is dan: hoe bouwen we steun op? Hoe kunnen we de positie van vluchtelingen verbeteren? Wat is daar voor nodig? In elk geval hoort daar het besef bij dat we ons moeten organiseren. We moeten macht hebben om invloed te kunnen uitoefenen en verbeteringen te kunnen bereiken. Organisatie is macht. Samen staan we immers sterk. Dat geldt overal in de samenleving, en dus ook op het gebied van vluchtelingen en steun aan vluchtelingen. Heel belangrijk is dat vluchtelingen zichzelf organiseren. Dus dat ze hun eigen organisaties opbouwen. Zo kunnen ze gezamenlijk problemen bespreken, oplossingen bedenken, hun stem laten horen, eisen stellen en maatschappelijke invloed krijgen. En zo is het ook makkelijker mogelijk dat anderen hen steunen. Vluchtelingenzelforganisaties en steungroepen kunnen zo gezamenlijk een vuist maken. De voorstanders van een keihard migratiebeleid bouwen macht op. Zij winnen steeds meer terrein. Kijk maar naar de opkomst van de PVV. Daarom moeten de voorstanders van een menswaardig migratiebeleid, voorstanders van vrije migratie, zich ook organiseren. Zij moeten terrein terugwinnen. Dat begint bij organisatie.

Het Platform Vluchtelingenorganisaties Leiden is een mooi voorbeeld van de mogelijkheden die vluchtelingen hebben om zich te organiseren. Het PVL is een van de zeer weinige platforms van vluchtelingenzelforganisaties in Nederland. In veel gevallen organiseren vluchtelingen zich op basis van nationaliteit. Dat is begrijpelijk, alleen al vanwege de gemeenschappelijke taal en herkomst. Maar het is ook nodig dat deze zelforganisaties samen opkomen voor de belangen van vluchtelingen. Het PVL is zo’n initiatief. Vluchtelingen uit diverse delen van de wereld zijn in dit platform verenigd en behartigen gezamenlijk hun belangen. Ik weet dat het vaak moeilijk is om dit soort organisaties draaiende te houden. Daarom ben ik blij dat het PVL bestaat.

Vluchtelingenzelforganisaties hebben vaak sociaal-culturele activiteiten. Voorzover ik dat kan waarnemen en meemaken, is het politieke activisme binnen die organisaties momenteel veel minder ontwikkeld. Gezien de voortdurende verslechtering van de positie van vluchtelingen is het juist hard nodig, denk ik, om meer aan politieke actie en  pressie te doen. Jaar in jaar uit verslechtert het beleid. Dat kan alleen gestopt worden met voldoende tegendruk, tegenmacht. Alleen als vluchtelingenzelforganisaties en steungroepen en veel anderen zich massaal laten horen en hun invloed laten gelden, ontstaan er kansen om het keiharde beleid een halt toe te roepen. Dat gaat niet makkelijk. Daarvoor moet veel werk worden verzet. Maar het is noodzakelijk, als we dit land tenminste leefbaar willen houden voor vluchtelingen. Dat geldt trouwens ook voor migranten, voor mensen die geen asiel hebben aangevraagd, maar ook in de hoek zitten waar de klappen vallen. Zoals bijvoorbeeld Marokkaanse Nederlanders. Die hebben ook belang bij zelforganisaties die hun belangen verdedigen.

De Fabel van de illegaal en Doorbraak hebben al vaker samengewerkt met groepen vluchtelingen en migranten. Zo hebben we jaren geleden een grote landelijke campagne van illegale arbeidsmigranten ondersteund. Zo’n 2.500 migranten kregen daardoor een verblijfsvergunning. Ook hebben we een groep van Turks-Koerdische dienstweigeraars ondersteund. Nu werken we samen met een zelforganisatie van Burundese vluchtelingen, vereniging Ntundenganye.

Ik merk in mijn contacten met vluchtelingen vaak dat ze vooral oog hebben voor individuele hulp bij hun overlevingsstrijd. Het probleem is dat die individuele hulp steeds moeilijker wordt, omdat de regels steeds strenger worden en de samenleving steeds vijandiger. Als het onrecht in de regels zelf zit inbegrepen, dat kun je met die regels geen rechtvaardigheid meer bereiken. Dan moeten de regels, de wetten, de hele samenleving veranderen, juist ook om ervoor te zorgen dat individuele vluchtelingen nog een toekomst in dit land kunnen hebben. Collectieve strijd is dus uiterst belangrijk voor het leven van elke individuele vluchteling.

Misschien is bij het organiseren van vluchtelingen nog wel het belangrijkste dat vluchtelingen daardoor niet langer meer object zijn, object van beleid, van onderzoek, een voorwerp dat uitgesloten, opgepakt en uitgezet kan worden. Nee, door zich te organiseren worden de vluchtelingen subject, ze verheffen hun stem, ze geven hun mening, ze stellen eisen, ze proberen kracht en macht op te bouwen. Ze zijn immers mensen, geen dingen. Al zo lang maken zoveel mensen in de politiek en in de media vluchtelingen tot dingen, tot objecten. Het is daarom hoog tijd om op te staan en te zeggen: “Hier ben ik. Praat niet over mij, maar praat met mij. Hou rekening met mij, met ons vluchtelingen. Wij maken ook deel uit van deze samenleving. Wij willen ook meedoen. Negeer ons niet langer, maak ons niet illegaal, criminaliseer ons niet, ontmenselijk ons niet, beroof ons niet van onze vrijheid en onze waardigheid. Erken ons als mensen.”

Veel vluchtelingen zijn boos en ontevreden over het leven in Nederland, over de richting die de samenleving uitgaat. Het is belangrijk om wat te doen met die onvrede, om actief te worden, samen met anderen. Het wordt hoog tijd om een ander geluid, een andere mening te laten horen dan het keiharde vluchtelingenbeleid dat zo gangbaar is in het parlement. Er moet een andere visie worden gegeven dan de racistische praatjes op straat en in de buurt. Daarom moeten we ons organiseren en de strijd aangaan. Doorbraak wil daar graag een bijdrage aan leveren. We zouden het fijn vinden om hierover met vluchtelingenzelforganisaties de komende tijd verder te praten en hopelijk ook samen actieplannen te maken en uit te voeren.”

Doorbraak