Dwangarbeiders uit Zutphen en Lochem moeten onderdelen maken voor nieuw Rotterdams pretpark
De omstreden ‘superondernemer’ Hennie van de Most is bekend van zijn pretparkenimperium en zijn vermogen veel geld te verdienen met de meest onwaarschijnlijk projecten, zoals bijvoorbeeld het ombouwen van een kerncentrale tot een drukbezocht pretpark en het verhuren van een leegstaand vakantiepark aan het COA voor de huisvesting van asielzoekers. Met ingang van 1 januari 2017 heeft hij een samenwerkingsverband verlengd dat hij vorig jaar is aangegaan met de gemeenten Zutphen en Lochem. Dit samenwerkingsverband houdt in dat Van der Most in zijn ‘werkatelier’, een werkruimte gevestigd in een voormalige kazerne in het plaatsje Eefde bij Zutphen (niet ver van de kapitale villa van Van der Most in Gorssel), een bont gezelschap van bijstandsgerechtigden, taakgestraften, ex-verslaafden en – opnieuw – asielzoekers, zonder loon (“met behoud van uitkering”) laat werken aan onderdelen voor zijn nieuwste pretpark dat waarschijnlijk volgend jaar zijn deuren zal openen: Speelstad Rotterdam. Hier kunnen kinderen en hun ouders zich – uiteraard tegen betaling – met allerlei attracties amuseren op het terrein van een voormalige vuilverbrandingsoven in Rotterdam. De onbetaalde arbeidskrachten worden aangeleverd door de gemeenten Zutphen en Lochem, die op het gebied van sociale zekerheid een gezamenlijk, op afstand geplaatst – en dus door de respectieve gemeenteraden moeilijk te controleren – uitvoeringsorgaan beheren onder de naam Het Plein. In het ‘werkatelier’ van Van der Most kunnen, aldus beide gemeenten, “mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt werkervaring opdoen”. Dat het hier gaat om productiewerk ten behoeve van een commercieel bedrijf, waarvan de eigenaar normaliter betaalde werknemers zou moeten inschakelen, en hier dus sprake is van met de Participatiewet strijdige verdringing, is volgens de gemeenten een subjectieve mening die zij niet delen. Evenmin als de constatering dat de arbeidskrachten onder druk worden gezet om dit onbetaalde en geestdodende werk te verrichten en dat zulks in strijd is met artikel 4 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Louis van Overbeek in Overijsselse Bul Super lapt ‘t um weer (Mug)
Gewoon reguliere arbeid dus maar het laat alweer eens zien dat de opdrachtgever niet voor arbeid wilt betalen en ook een broertje dood heeft aan rechten van de arbeiders. Natuurlijk zal men de wet (EVRM artikel 4) ook gewoon negeren.
Als je vraagt aan een willekeurige gemeente wat nu de definitie is van een afstand tot de arbeidsmarkt, kan niemand jou dat uitleggen. Werkelijk niemand, zelfs de politiek kan het niet. En waarom kunnen ze dat niet? Het is gewoon een marketing term om iets wat krom is, recht te praten.