Een politiestaat in drie eenvoudige stappen

PVV-er Raymond de Roon, geradicaliseerd en gevaarlijk. Moet ook hij persoonsgericht worden aangepakt, en moeten zijn gegevens worden gedeeld?

Vandaag behandelt de Eerste Kamer de Wet gegevensverwerking persoonsgerichte aanpak radicalisering en terroristische activiteiten. Een van de drie wetten die samen de Nederlandse surveillancestaat gigantisch uitbreiden.

Even in de herinnering: waarom is privacy überhaupt van belang? Kennis is macht. Als een staat ergens niets van weet, kan die staat er niet tegen optreden. Privacy is daarom de eerste beschermingslinie tegen autocratisch handelen van een overheid.

Hierom moet de informatiepositie van de overheid, als het gaat om gegevens die mensen aangaan, zoveel mogelijk worden beperkt. Ingevolge het legaliteitsbeginsel: alleen als er een wettelijke rechtvaardiging bestaat, mag een staat in een bepaald gebied optreden.

En ook daarom wordt het recht op een privéleven ook beschermd in artikel 8 van het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens: alleen als het noodzakelijk is in een democratische samenleving, mag het privacyrecht worden geschonden. Deze beperkingen gaan overigens ook te ver.

Het belang van privacy geldt in het bijzonder als gegevens in het geheim worden verzameld. In landen met geheime diensten voelt iedereen zich bekeken, en durven mensen minder risico’s te nemen met vrije meningsuiting. Zelfs als dat ‘officieel’ is toegestaan.

Nu, wat staat er in deze wetten? Allereerst de Wet gegevensverwerking persoonsgerichte aanpak radicalisering en terroristische activiteiten, die vandaag in de Eerste Kamer wordt behandeld. Op het oog lijkt een wet over “casusoverleggen” misschien onschuldig.

Maar het wetsvoorstel gaat in feite meer om de gegevensdeling dan het overleg. Elke keer als een van de deelnemers van het “casusoverleg” (bijvoorbeeld gemeente, politie of OM) het over een persoon wil hebben, moeten ze alle informatie over die persoon delen met alle andere deelnemende organisaties.

Wie mogen er in dit “casusoverleg” besproken worden? Iedereen die “in verband kan worden gebracht met radicalisering”. Radicalisering wordt gedefinieerd als “het proces dat kan leiden tot het, op ideologische gronden, in ernstige mate overtreden van de wet”. Dat is gigantisch breed.

Allereerst is er geen juridische definitie wat het betekent om de wet “in ernstige mate” te overtreden. Gaat dat dan om de ernst van het misdrijf? Of de veelvoud? Of is elke wetsovertreding “ernstig”? In de Memorie van Toelichting op de Wet wordt dit niet uitgelegd.

Ook al stelt de Memorie dat het wetsvoorstel niet gaat over activisme, toch is die grens niet zo helder als wordt voorgesteld. Zo wordt gesproken over “burgerlijke ongehoorzaamheid”, dat zou gaan over het “laten arresteren voor lichte overtredingen”. Maar wat is dan een lichte overtreding?

Overtredingen zijn, in Nederland, gedragingen die in Boek Drie van het Wetboek van Strafrecht staan. Denk aan fietsen zonder licht of openbaar dronkenschap. Maar hoe zit dat met, bijvoorbeeld, het blokkeren van een weg voor klimaatactivisme?

Naast dat “radicalisering” breed is gedefinieerd, gaat de wet ook nog eens over alles dat kan leiden tot radicalisering. Dit is geen beperking. Allerlei zaken kunnen mogelijk leiden tot radicalisering. Het bestaat uit allerlei kleine stapjes. Zijn al die kleine stapjes van belang?

Zo worden in het Verenigd Koninkrijk allerlei klimaatactivisten verwezen naar deradicaliseringsprogramma’s. Betekent dat dat hun bijeenkomsten mogelijk kunnen leiden tot radicalisering? Volgens de Britse staat in ieder geval wel.

En natuurlijk Frank van der Linde die door de Nederlandse politie op een terrorismelijst is geplaatst voor demonstreren. Hij is gelijk ook een voorbeeld van wat er met je gebeurt als je gegevens in de handen van geheime politiediensten komen.

En bovendien gaat het niet alleen om mensen die zelf radicaliseren, maar iedereen die in verband kan worden gebracht met radicalisering. Dat is een zo goed als oneindige lijst. Vrienden? Familie? Activisten? Onderwijzers? Journalisten? Religieuze leiders? Allemaal verdacht.

Daar staat tegenover dat het wetsvoorstel gegevensdeling wil verplichten voor deelnemende partijen. Een verplichting dus voor de gemeente om informatie met de politie te delen. Hiervoor bestaat in het huidige wetsvoorstel geen belangenafweging of grondrechtenafweging.

Alleen bij “zwaarwegende redenen” mogen partijen weigeren om gegevens te delen. Dat is het systeem op zijn kop. Bij privacygevoelige gegevens zou er alleen gedeeld mogen worden bij “zwaarwegende redenen”, nadat een grondrechtentoets is gedaan. Dat slaat de wet compleet over.

Dit is niet alleen mijn mening, maar ook de kritiek van de Nederlandse Orde van Advocaten en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Die laatste bekritiseert ook het slecht omschreven doel van de wet, wat een risico is gezien de brede reikwijdte van de informatieverplichting.

Ook de Raad van State (RvS) is kritisch op deze punten. Bovendien wijst de RvS erop dat de minister van Justitie ook toegang heeft tot alle gedeelde gegevens, wat de informatiepositie van het ministerie enorm versterkt. Justitie wordt dus nog machtiger.

In conclusie: een wetsvoorstel dat de Nederlandse politie en het ministerie van Justitie (met het daaraan verbonden NCTV!) toegang geeft tot onmetelijk veel persoonsgegevens. Maar daar houdt het niet op. Er zijn nog twee andere wetten in de maak die het gevaar van deze wet alleen maar versterken.

Zo is er een wetsvoorstel in de maak om zogenaamd “informeel onderwijs” aan controle te onderwerpen. Ook dit wetsvoorstel heeft een gigantisch brede reikwijdte en enorme bevoegdheidsuitbreidingen, zonder goede onderbouwing.

Hier is deze maand nog stevige kritiek op gekomen vanuit het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten, die op hetzelfde neerkomt: het wetsvoorstel is te breed, bevat te weinig waarborgen en gaat onzorgvuldig om met informatie.

Worden deze wetsvoorstellen samen aangenomen, dan kan de gemeente gegevens krijgen van de politie inzake radicalisering, om die vervolgens te delen met het ministerie van OCW zodat die kan gaan handhaven op onderwijs. Een compleet ondoorzichtig en machtig informatieweb.

Dit wordt alleen maar erger als de nationale politie (naar het voornemen van minister David van Weel) bevoegdheden krijgt om persoonsgegevens te gaan verzamelen en verwerken voor de “openbare orde”. Ook een enorm brede definitie.

Omdat aan het begrip “openbare orde” geen einde zit, zal de politie onder dit wetsvoorstel bijna oneindig gegevens kunnen verzamelen. Deze gegevens kunnen (of moeten!) ze delen met de gemeente en de NCTV, die het vervolgens weer door kunnen geven aan allerlei andere zogenaamde “ketenpartners” (ketenpartners, hier, omdat ze mensen aan ketenen leggen).

Als deze drie wetsvoorstellen worden aangenomen, betekent dat in feite dat het recht op privacy is opgeheven. Allerlei organisaties mogen dan in het geniep je persoonsgegevens verzamelen en delen.

Want zelfs de summiere ‘beschermingen’ in het Wetsvoorstel persoonsgerichte aanpak radicalisering hoeven in de praktijk niet te bestaan. Al deze gegevensverwerking vindt plaats in het geheim. Hoe kan je naar de rechter gaan voor geheime gegevensverwerking? Als je niet eens weet dat het gebeurt?

Want dat gebeurt nu ook al. Omdat de controle op informatiestromen zo laks zijn, komt de politie met van alles weg. Zaken die het demonstratierecht op gruwelijke en ondemocratische wijze inperken.

Maar dit is geen verrassing. David van Weel gelooft niet zozeer in grondrechten of privacy. Hij vindt dat de overheid het beste kan bepalen wat goed is voor iedereen. Daarvoor moet de overheid aan zo min mogelijk regels gebonden zijn.

Dus heeft Van Weel niet geluisterd naar de Autoriteit Persoonsgegevens, of de Orde van Advocaten, of de Raad van State, of het Nederlands Juristen Comité voor Mensenrechten. Hij weet het immers het beste, en critici moeten niet zo zeiken.

Maar hoewel Van Weel zich niet laat overhalen, zijn er misschien nog anderen bij wie dat wel kan. De SP, GroenLinks-PvdA, Volt, D66, ChristenUnie en CDA hebben allemaal in de Tweede Kamer vóór gestemd.

Hopelijk snappen deze partijen dat, als deze wetten worden aangenomen, zij uiteindelijk ook het slachtoffer worden van de “Father Knows Best”-staat die Van Weel probeert op te tuigen. Ben je lid/stemmer van een van deze partijen? Schrijf ze aan.

En nog belangrijker: laat jezelf informeren over het belang van privacy, en lees je in over de mogelijkheden die “security culture” bieden. Zorg dat de staat er niet zomaar met al je gegevens vandoor gaat. Een bonus is dan dat bedrijven je ook minder makkelijk kunnen targeten.

En wie weet, misschien schaffen we de staat af voordat het parlement over deze autocratische voorstellen stemt!

Nawoord: een Kamer vol fascisten debatteert vandaag of er tegen hen en hun beleid gedemonstreerd mag worden. De uitkomst zal u niet verbazen.

Bo Salomons

(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Bluesky.)