Een zwarte dag in Hilversum
Beste, lieve, Klamer. Je hebt het zo ontzettend fout. Fouter kan haast niet. Hoe graag je het misschien ook zou willen, je witte privilege kún je niet opzij zetten. Het is geen hoedje dat je afdoet wanneer je het even niet op wil. Sterker nog: door een ander – een zwarte – even een dagje het spotlicht te gunnen, benadruk je des te meer dat jij de witte baas bent. Superieur aan die andere, die anders niet zou kunnen doordringen tot jouw witte redactie. Voor deze ene keer maak je echter een uitzondering. Niet structureel, maar bij wijze van experiment. “Eens kijken hoe die anderen, de exoten het doen.” Dat schuurt niet alleen, nee, dat brandt en doet verdomd veel pijn. Je noemt het maken van deze uitzending zelfs “een bijzondere uitdaging”, waarmee je het eigen failliet te meer benadrukt. “Kijk die malle zwartjes toch, een radioprogramma proberen te maken. Ha ha! Nou, wij witjes helpen ze wel even.” Hoezo, een bijzondere uitdaging? Ja, Nederlandse nieuwsredacties zijn witte bolwerken. Op menig redactie is geen plek voor iemand met een kleur. Niet vanwege rabiaat rechtse racisme of uit weerwil, maar simpelweg omdat het “wat de boer niet kent dat vreet-ie niet”-principe ook geldt voor de werkvloer. Dat verander je niet door de uitzending voor één keer door zwarten te laten maken. Sterker nog, met zo’n uitzending zend je een signaal uit dat deze zwarte radiomakers niet goed genoeg zijn, maar voor deze ene keer – dank u, oh witte man! – gun je ze de spotlichten.
Hasna El Maroudi in Een zwarte dag in Hilversum (Joop.nl)