Energieke en inspirerende bijeenkomst over de dekoloniseringsstrijd in Hoorn
Op 17 januari vond er in Hoorn een “townhallmeeting” plaats over het slavernijverleden van die stad en de doorwerking daarvan in het heden. De bijeenkomst was georganiseerd door We Promise, Zwart Manifest en de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR). De besluitvorming in de gemeenteraad en het college van B&W naar aanleiding van het onderzoeksrapport over het Hoornse slavernijverleden was eerder op een regelrechte blamage uitgelopen. In het nationale herdenkingsjaar over het Nederlandse slavernijverleden wist de gemeenteraad namelijk het bloed onder de nagels van nazaten van slaafgemaakten vandaan te halen door te weigeren om excuses te maken voor het slavernijverleden en zelfs door dat verleden in het geheel niet te erkennen. Het werd daarom hoog tijd dat nazaten van slaafgemaakten en andere mensen van kleur de regie in handen zouden hebben over het programma van een bijeenkomst die zou gaan over hun pijn, hun verdriet, hun woede en hun strijd.
De bijeenkomst op 17 januari voldeed helemaal aan de noodzaak dat mensen van kleur in een zo veilig mogelijke omgeving volop de ruimte dienen te hebben om hun visies, analyses en ervaringen publiekelijk te uiten. Daarbij is het een eerste vereiste dat witte mensen niet het hoogste woord gaan voeren en dat witte fragiliteit en witte onschuld niet een centrale plaats gaan innemen. Ze dienen vooral te luisteren en op zich in te laten werken wat de gevolgen van het koloniale verleden zijn voor de samenleving van nu. En hoe we samen, zwart en wit, zouden kunnen gaan werken aan heling en herstel, na de eeuwenlange koloniale terreur van ontmenselijking, knechting, uitbuiting en uitsluiting.
Koloniale mentaliteit
De bijeenkomst in een stampvolle zaal van restaurant The Saint werd kundig en betrokken geleid door Dionne Abdoelhafiezkhan, actief bij IZI Solutions en Zwart Manifest. Onder de tachtig aanwezigen bevonden zich wethouders, gemeenteraadsleden (van PvdA en D66), beleidsadviseurs, vertegenwoordigers van belangengroepen, mensen uit het onderwijs, witte en zwarte inwoners van Hoorn, anti-racistische bondgenoten, onder wie vier Doorbraak-activisten, en warempel ook nog twee politie-agenten. De aftrap van de avond werd gegeven via een introductiegesprek met Rabin Baldewsingh, de nationaal coördinator tegen racisme. Daarna volgde een spoken word-voordracht (zie hieronder) van Sari, die al langer strijdt voor de dekolonisatie van Hoorn, en drie panelgesprekken, waaraan onder meer deelnamen Dagmar Oudshoorn (Amnesty International), Mitchell Esajas (The Black Archives en Zwart Manifest), Maureen Koswal (stichting Aduna), Elijah Alvares (PvdA-Netwerk Diversiteit en Inclusie) en Marisella de Cuba (We Promise). Westfries Museum-directeur Ad Geerdink was het enige witte panellid.
Esajas wist de nog steeds heersende koloniale mentaliteit onder nogal wat inwoners van Hoorn subtiel op de korrel te nemen door op te merken: “De wereld vergaat niet als je je eens verplaatst in het perspectief van een ander”. Alvares vertelde over hoe hij als queer jongere van kleur uit Hoorn was weggevlucht, vanwege die mentaliteit. En De Cuba liet weten dat ze op grond van haar dekoloniale activisme bij het Veiligheidshuis was aangemeld voor radicalisering en terrorisme, waarmee ze dus niet alleen werd gestigmatiseerd en gecriminaliseerd als een probleemburger, maar zelfs als een terrorist.
Standbeeld
Toen er een gesprek op gang kwam over het beruchte Hoornse standbeeld van de genocidepleger Jan Pieterszoon en de strijd daartegen, stelde Geerdink voor om dat standbeeld uit de openbare ruimte weg te halen en neer te zetten in zijn museum, voorzien van de juiste historische context. Overigens is het opvallend dat diezelfde directeur meer dan tien jaar geleden nog een andere toon aansloeg en de gemeente zelfs hielp om de genocide van Coen te bagatelliseren. Het is mooi dat mensen van mening durven te veranderen, maar nog mooier zou het zijn als ze daarna expliciet zouden durven aangeven hoe ze eerder dachten, dat ze toen fout zaten en wie en wat hen tot andere gedachten heeft gebracht. Dat geldt zeker voor mensen met enige invloed en macht, zoals Geerdink.
Daarop begon iemand uit het publiek enthousiast te vertellen over een terugkerende informatieve kindertocht door Hoorn, waarbij na afloop aan de kinderen wordt gevraagd of Coen nu een held of een schurk was. De meeste kinderen vinden hem uiteindelijk een schurk, vertelde hij. Er zou dus wel degelijk vooruitgang zijn in Hoorn, was de boodschap. Maar Koswal sprong daar strijdbaar op in: “Het is een goedbedoeld initiatief, dat hoor ik. Maar deze vraagstelling is nu precies het probleem. Die deugt niet. Coen was een schurk, een massamoordenaar.” Er moet bij kinderen en volwassenen geen twijfel worden gezaaid door dit soort vragen te blijven stellen. Integendeel, er moeten dekoloniale antwoorden gegeven gaan worden.
Iemand anders uit het publiek, die lerares is op een school, beklaagde zich erover dat er in het onderwijs zo weinig aandacht wordt besteed aan de verschrikkingen van het Nederlandse kolonialisme. Dat was blijkbaar tegen het zere been van Trudy van Veen, die eerder in de gemeenteraad van Hoorn had ingesproken. Haar inspraakreactie toen bleek een en al racistische bagger. Zo zei ze dat zwarte mensen die “zeuren” over het slavernijverleden “net kleine kinderen” zijn. Nu wist ze te melden dat zij, toen ze nog op school zat, alles al had geleerd over Coen en dat het onderwijs over het koloniale verleden dus al prima was. Ze vormde het levende bewijs ervan dat het krijgen van onderwijs en het publiekelijk vernederen van zwarte mensen blijkbaar heel goed kunnen samengaan.
Burgemeester
Gelukkig bleven tijdens de bijeenkomst vooraf gevreesde racistische uitingen en gedragingen uit. De leden van de onlangs opgerichte Werkgroep Slavernijverleden Hoorn, waar ook mensen van We Promise en Doorbraak aan deelnemen, toonden zich na afloop geïnspireerd en vol energie om door te gaan met de dekoloniseringsstrijd in Hoorn, waar in de openbare ruimte nog steeds welkomsborden zijn te vinden met de tekst “stad van de Gouden Eeuw”. Van die koloniale verheerlijking heeft het gemeentebestuur nog steeds geen afstand genomen. Baldewsingh liet daarom aan het einde van de bijeenkomst weten dat er voor PvdA-burgemeester Jan Nieuwenburg werk aan de winkel is. “Hij moet iedereen beschermen en leiderschap tonen”, zo zei de nationaal coördinator. Activisten zouden dat anders zeggen: Nieuwenburg moet breken met koloniale propaganda en zich eindelijk hard gaan maken voor het dekoloniseren van Hoorn. Hoe dan ook, er is nog een lange weg te gaan. Want de burgemeester had niet eens de moeite genomen om aan de bijeenkomst deel te nemen. En daarmee maakte hij opnieuw duidelijk hoe respectloos hij omgaat met de nazaten van slaafgemaakten en andere mensen van kleur in zijn stad. Eerder had hij zich al schandalig gedragen door De Cuba op het matje te roepen tijdens haar inspraakreactie in de gemeenteraad. Zo lijkt het koloniale denken en doen van het Hoornse stadsbestuur in vroeger tijden te worden voortgezet in de vorm van neo-koloniaal gedrag van de huidige Hoornse burgemeester.
Lydia Ter Koppen en Harry Westerink
Hoorn
Verachtend verwonder ik mij,
als ik loop door de straten van mijn stad.
Rillingen rollen over mijn rug,
langs mijn benen door mijn tenen,
die de straat raken waar de tekens van het verleden zich uitstrekken.
Ik weiger mijzelf te plaatsen op het symbool van het Hoornse kolonialisme van toen.
Er omheen stappend vallen de gevels naar me toe,
de geschiedenis is hier.
Verachtend verwonder ik mij,
over de verbazingwekkend goed onderhouden herdenkingen aan die tijd.
De afgrijselijkheid dringt zich stilzwijgend aan mij op.
Verbeten in pijnlijke generationele trauma’s verwerken wij
wat voortdurend in ons leven opdoemt.
Onontkomelijk groot en niet schuwend verwoord in het ene na het andere rapport.
Maar waar zijn de gevolgen nadat dit zwart op wit verscheen?
Verachtend verwonder ik mij…
Wapperend in de wind, als onderschrift op papier, of gedrukt op staal.
Groots en trots over ons heen turend op sokkel gepresenteerd.
Niets verbloemd wat men hier duidelijk nog vereert.
Vastbijtend in historisch perspectief,
durven zij niet eens te erkennen.
Wat zij zelf hebben onderzocht,
waar feiten zich presenteren,
moeten wij gewoon aan wennen.
Alsof wij niet mogen kiezen, maar braaf moeten volgen.
Eerbiedig dankbaar zijn.
En hoe zit het dan met de erkenning van de slavernij die jij…
Nee, niet wij!
Maar toen…
Voor hen en Coen excuses moeten maken?
Laat mij niet lachen, dat is niet van nu,
Laat mij niet huilen over afgehandelde zaken.
Laat mij met rust en laat mij gewoon mijn ding doen.
Ja… zij en wij staan niet zij aan zij.
In deze eindeloosheid naar werkelijke vrijheid.
Strijdend voor een luisterend oor,
krijgen wij hooguit stilzwijgend gehoor.
Drie minuten spreektijd,
waarin je tegen de eindtijd
je woorden moet aanpassen,
aan de heersende witte fragiliteit.
Woorden die aandringen tot actie,
oproepen tot verandering.
Een wanhoopskreet
die langzaam uitdooft,
in een ruis die er nooit toe deed…
Gehoord verwoord voelen wij.
In een ruimte waar geen ruimte is voor wie wij zijn.
Gebracht in een systeem,
gebukt onder het ‘idee’
De schijn…
De onzichtbare lijn…
De orde in de ruis die wij zijn.
Verachtend verwonder ik mij…
Over de verzachtende woorden die ons weer tot rust moeten krijgen.
Over beloften en afspraken die ons moeten laten zwijgen.
Verachtend verwonder ik mij…
Verachtend verwonder ik mij
over de raciale rangorde in recht en raad,
in werk, bedrijf, school en staat.
Doordrongen van witte ontkenning, laat staan het recht op erkenning.
In het racistische heden waarin wij ons nog steeds begeven.
Sari