Europese CO2-heffing komt eraan
Inwoners van de EU gaan betalen voor de broeikasgassen die ze uitstoten. Die uitstoot vindt plaats bij autorijden, de verwarming van je huis en andere bezigheden waarbij je gas of elektriciteit gebruikt. Er komt een speciaal fonds met subsidiemogelijkheden voor mensen die hun huis isoleren, een warmtepomp of een elektrische auto kopen. Uit dat fonds van 86 miljard euro worden ook subsidies betaald aan mensen die weinig te besteden hebben en getroffen worden door de heffingen, om hun koopkracht enigszins op peil te houden.
De maatregelen moeten ervoor zorgen dat de uitstoot van CO2 voor 2030 met 55 procent omlaag is gebracht. Centraal in het pakket milieumaatregelen staat de handel in emissierechten voor bedrijven. Met zo’n recht heb je de mogelijkheid een bepaalde hoeveelheid CO2 te produceren. In de praktijk zullen bedrijven voor een gedeelte van hun CO2 rechten moeten gaan betalen, vooral wanneer ze niet duurzaam produceren. De verwachting is dat bedrijven dit ook gaan doorberekenen in de prijs die de consument betaalt. Het is handel in emissierechten, dus men wil de vrije markt van vraag en aanbod laten bepalen wie wat mag produceren en hoeveel. De maatregelen moeten in 2027 ingaan, dus het duurt nog even voor ze van kracht worden. Over het klimaatplan van Eurocommissaris Timmermans (PvdA) is dit weekend voor het laatst onderhandeld door het Europees parlement en de lidstaten. De verwachting is dat automobilisten aan de pomp 12 tot 14 cent per liter meer gaan betalen. De gasrekening gaat met 10 cent per kubieke meter omhoog.
Handel in emissierechten heeft verschillende nadelen. De prijs van een emissierecht wordt niet bepaald door de werkelijke kosten van noodzakelijke investeringen in duurzaamheid. Het is ook verder niet gerelateerd aan de gevolgen van klimaatverandering. Bedrijven externaliseren kosten van milieuvervuiling. Ze houden er geen rekening mee, omdat ze er tot in het nabije verleden niet voor hoefden te betalen. De handel in emissierechten is een zeer gebrekkige manier om bedrijven ertoe te brengen dat wel te doen. De prijs van het recht op uitstoot wordt enkel en alleen bepaald door het speculantenspel van vraag en aanbod.
Op het eerste gezicht lijkt het plausibel om bedrijven die minder vervuilen hun CO2 rechten te laten verkopen aan bedrijven die teveel CO2 uitstoten. Maar dit heeft tot gevolg dat landen en bedrijven die veel vervuilen de opkoop van emissierechten gebruiken om minder aan duurzaamheid te doen. En dat is precies wat met het systeem van verhandelbare emissierechten gebeurt.
Dat systeem gaat er vanuit dat een land of bedrijf recht krijgt op de uitstoot van een bepaalde hoeveelheid CO2. Die rechten worden uitgegeven door de EU. Als de hoeveelheid rechten op uitstoot groter is dan de werkelijke uitstoot, kan het recht op deze emissies verkocht worden aan een land of bedrijf dat al aan zijn taks zit. De EU gaat de uitgifte van emissierechten in de toekomst wel inperken, om zo de prijs op te drijven en de doelstellingen van de CO2-uitstoot te halen. Maar nu al gaan er stemmen op die zeggen dat de industrie niet in moeilijkheden moet komen, en als dat wel het geval blijkt, de uitgifte van emissierechten op hetzelfde gehandhaafd moet blijven. Het is dus de vraag of dit vervuilende bedrijven snel ertoe zal brengen duurzamer te produceren.
Verder kan er niet alleen in emissierechten gehandeld worden, maar ook in absorptiecapaciteit (sinks). In de natuurlijke koolstofkringloop wordt CO2 niet alleen uitgestoten, maar wordt CO2 ook opgenomen, door plantengroei. De hoeveelheid CO2 in de atmosfeer wordt zowel bepaald door de hoeveelheid uitgestoten gas als door de hoeveelheid geabsorbeerd gas door plantengroei. Hoewel er geen duidelijkheid is over de vraag hoeveel CO2 precies door plantengroei wordt opgenomen, en het voor een groot deel maar om tijdelijke opname gaat, wil men deze CO2-opname ook mee laten tellen. De markt in emissierechten, waar velen veel geld aan zullen verdienen, is helemaal geen oplossing van het klimaatprobleem, want het is zeer ineffectief.
De Europese CO2-heffing bij consumenten is koren op de molen van de klimaatontkenners, die tekeer zullen gaan tegen de Europese eenwording en tegen de overheden die deze maatregelen invoeren. “De burger moet betalen voor iets dat helemaal niet nodig is, ze draaien ons een poot uit”, zullen ze zeggen. Kritiek op de kapitalistische ‘oplossing’ voor het klimaatprobleem, dat wel degelijk bestaat, zal daarbij buiten beschouwing blijven. Dat klimaatprobleem moet op andere manieren worden opgelost. Een voorbeeld. “Doughnut Economics” is een bestseller van Kate Raworth. Het boek maakt duidelijk waarom alsmaar meer economische groei en consumptie ons nu zo in de problemen brengt. Het biedt ook een goed onderbouwd en aantrekkelijk alternatief, waarin een donut centraal staat.
Piet van der Lende
(Dit artikel verscheen eerder in zijn dagboek.)