Ewald Engelen faciliteert extreem-rechts
Engelens impotente polemiek is verre van onschuldig. Dat wordt op z’n laatst duidelijk als gekeken wordt hoe hij het object van zijn kritiek beschrijft. Daartoe gebruikt hij namelijk termen als “elite”, “de politiek”, “de middenpartijen”, “establishment”, “technocraten”, “kaste”, “links” en “sociaal-democratie” willekeurig door elkaar heen. Engelens kritische object wordt daarmee minder een entiteit in een analyse als wel een spil in een complot. Temeer daar in de beleving van Engelen deze spil niet behept is met verwerpelijke ideeën, maar inherent slecht is, “parasitair” en “incestueus” bovendien. Als het slachtoffer van de spil dan ook nog eens “vernederd” en “verraden” heet te zijn, daarmee de noodzaak van een “schoonmaak” op het plan roepend, zitten we middenin de retoriek van extreem-rechts. “Geen afschuwelijker mensensoort dan de sociaal-democratische bestuurder”, roept Engelen, midden in een tijd waarin mensen zijn vermoord omdat ze sociaal-democraat zijn. Engelen doet bitter weinig om zijn affiniteit met extreem-rechts te ontkrachten. Integendeel: zijn sympathie voor een figuur als Baudet, wiens ‘gelijk’ hij in een van de titels van zijn columns zonder verdere toelichting postuleert, is evident. Van enige empathie met het leed dat het succes van extreem-rechts met zich meebrengt, is geen sprake. In plaats daarvan citeert hij gretig Joan Williams, die de terreuraanslag van iemand als Timothy McVeigh als een natuurlijke reactie van de in zijn eer gekrenkte witte man legitimeert. “Het is klasse, suffie, niet identiteit!” is daarom een meer dan verontrustend boek. Engelen is hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, hij is een van de belangrijkste ideologen van de Partij voor de Dieren en beschikt over een gigantisch bereik: hij is niet alleen vaste medewerker van De Groene Amsterdammer en FTM, maar krijgt ook ruimte in vrijwel alle Nederlandse dagbladen, inclusief De Telegraaf, en is een graag geziene gast in talkshows. Er heeft een uitgever brood gezien in het uitgeven van teksten die hij al gepubliceerd had. Bij de mensen die op al die plekken aan de knoppen draaien, komt Engelen weg met een impotente polemiek die extreem-rechts zonder meer faciliteert. Sterker nog: hij wordt gepresenteerd als progressieve thought leader. Dat zegt weinig goeds over de politieke cultuur in Nederland.
Gijsbert Pols in Overschreeuwde onmacht (Dereactor.org)
Het boek van Engelen kan als het volgende samengevat worden als “Laat maar het status quo eindeloos voortbestaan”.
(Dit hebben de uitgevers zeer scherp in de gaten gekregen, hoor)
Indien van Engelen denkt dat Baudet succesvol is, is Engelen zelf niet beter dan hem.