Fok die vrijstelling!
Naar aanleiding van het boodschappenschandaal, waarbij een bijstandsgerechtigde vrouw 7.000 euro moet betalen aan de gemeente Wijdemeren omdat ze boodschappen van haar moeder kreeg, dacht de SP: kom, laten we de controle op én administratieve verantwoording voor bijstandsgerechtigden verder opvoeren.
Motie Stinkende Pleister Plakken
Op 25 februari is er een motie van SP-Kamerlid Jasper van Dijk over een landelijke vrijstelling van giften voor mensen in de bijstand aangenomen. Bijstandsgerechtigden “mogen” tot 1.200 euro aan goederen of steun krijgen van mensen om hen heen zonder dat ze daarvoor gekort worden op hun uitkering.
De vrijstelling van giften verschilt (nu nog) per gemeente. In Amsterdam is 1.200 euro al vanaf 2018 de norm. In Apeldoorn mocht de waarde van giften niet meer dan 300 euro voor alleenstaande en niet meer dan 500 euro voor oudere alleenstaande en gehuwde bijstandsgerechtigden zijn. In Amersfoort lag de grens op 750 euro. In Utrecht moesten alle giften worden opgegeven en verrekend. In december werd daar een motie aangenomen waardoor er tot 1.000 euro aan giften mag worden ontvangen.
Nu zou je kunnen denken: nou, dat is toch mooi dat bijstandsgerechtigden vanaf nu tot 1.200 euro aan giften en steun mogen ontvangen? Mits een gemeenteraad daarmee instemt natuurlijk.
Inlichtingenplicht
Bijstandgerechtigden moeten sowieso van alles doorgeven aan de sociale dienst om het recht op hun uitkering te behouden, ze moeten voldoen aan de inlichtingenplicht. Dat houdt in dat een baanloze werkelijk alles moet doorgeven dat eventueel wel of niet van invloed zou kunnen zijn op de hoogte van de uitkering.
Hoe zit dat dan met die vrijstelling? Buiten de vraag hoe gemeenten hier mee om zijn gegaan en omgaan, de ene gemeente zal werkelijk ieder dubbeltje verrekenen en de andere laat het aan de baanloze over: die moet zelf bijhouden wanneer de grens is bereikt. En wat is dan een gift en wat is steun, en wat is de prijs daarvan als je over die 1.200 euro-grens heengaat?
Stel, je krijgt een zak appels van je buurvrouw: doorgeven aan de soos. Je krijgt een coupon waarmee je korting krijgt op een pizza: ook opgeven. Je krijgt een rollator van je kind: aangeven! Je krijgt een oude laptop van de buurman: ook doorgeven. Je huur wordt een maand betaald door je ouders: aangeven! Je medicijnen worden betaald door vrienden van je zangclubje: opgeven! Je krijgt een oude fiets van iemand: ook doorgeven.
Dan gaat de soos waarschijnlijk vragen om bonnetjes en formulieren, want tja, ‘zoals de overheid is, managet hij zijn baanlozen’. Want stel, je krijgt die fiets, dan kan de waarde van die fiets zomaar hoger zijn dan jij en de gever bedenken. De soos gaat dat wellicht checken bij een lokale fietsenboer die voor een tweedehands fiets 425 euro rekent, terwijl jij en de gever bedachten dat die fiets een gift was met een symbolische waarde van één euro, omdat bijstandsuitkeringen conform de armoedepolitiek veel te laag zijn.
Stel, iemand eet vijf keer per week een avondmaal bij de achterburen, moet dat dan worden opgegeven? En berekent de soos de hoogte van die gift dan aan de hand van bijvoorbeeld de Nibud: 2,08 euro voor een warme maaltijd?
En wat als mijn kind een gummetje krijgt van een buurkind, een schrift van de juf van groep vier, moet dat dan ook worden opgegeven? Ik ga op gratis vakantie naar een camping voor arme mensen, moet dat dan ook worden opgegeven? De stroom valt uit en ik loop naar de buren, want mijn stoppen zijn op en ik krijg een doosje met stoppen, moet ik dat dan doorgeven aan de soos, want dat is ook een gift? Fokking koppijn bij deze scenario’s!
Hoe wordt deze giftenshit verwerkt? Is er een extra programma “Giften & steun aan baanlozen” geschreven? Krijgen gevers van de giften aan baanlozen voortaan ook post van de soos? Moeten zij ook al hun gegevens doorgeven? Worden de gevers van giften aan baanlozen op het matje geroepen als er vragen zijn over een gift? Komen er boetes voor het overschrijden van het geven van meer dan 1.200 euro aan giften aan bijstandsgerechtigden? Wat natuurlijk een retorische vraag is, want alle bewijslast en verantwoording ligt altijd bij de bijstandsgerechtigde.
Wederzijdse hulp en liefde
Mensen doen dingen voor elkaar omdat ze dat willen en kunnen doen. Als mijn bijstandsgerechtigde overbuurman een bril nodig heeft en ik kan dat samen met anderen betalen, dan doen we dat met alle liefde. Als wij samen willen zorgen, koken en eten, dan doen we dat omdat we sociale wezens zijn, omdat we graag samen leven, samen werken, ook uit liefde. Alleen is die liefde geen liefde meer op het moment dat die liefde als gift moet worden aangegeven bij de soos. Alsof er een systeem is waarin onze liefde op geld waardeerbaar is. Als onze wederzijdse hulp wordt geregistreerd en er wordt een grens gesteld aan onze liefde voor elkaar. Fok dat!
Disciplinering
Waarom moeten bijstandsgerechtigden uiteindelijk dus wel degelijk alle giften opgeven? Dat wordt niet ter discussie gesteld door de SP, de ChristenUnie, GroenLinks en de PvdA. Dus stel ik hier de vraag: waarom moeten we als bijstandsgerechtigden al die giften opgeven? En dan niet komen aankakken met een bullshit antwoord als “Ja, maar anders is er geen draagvlak voor de bijstand, als bijstandsgerechtigden zomaar iets krijgen en we rekenen ze daar niet op af.”
De indieners en ja-stemmers op deze motie willen niet echt armoede bestrijden, laat staan afschaffen. Ze willen arm gemaakte baanlozen (het arbeidsreserveleger) disciplineren en werkelijk alle solidariteit en wederzijdse hulp de kop indrukken. Nou, fok dat ook! Verhoog de uitkeringen en maak ze onvoorwaardelijk.
Puk Pent
Dat hele aangiftecircus kost klauwen met geld.
Beter kan de stelregel zijn: Giften waarvan je op je klompen kunt aanvoelen dat die moeten worden opgegeven, geef je op. Doe je dat niet en wordt je betrapt dan ben je de Sjaak.
Erbuiten vallen sowieso, eten, vervangingsgoederen die anders misschien via bijzondere bijstand zouden worden vergoed en sociale activiteiten voor kinderen.
@Eric-Jan H.
Ff heel kort: het gaat er niet om wat er wel of niet zou moet worden aangegeven bij een sociale dienst. “Dat hele aangiftecircus” moet worden afgeschaft, punt.