De Peueraar 26, oktober 1992
Auteur:
Engelsen geplukt in de bollen
Naschrift februari 2004 De auteur van dit artikel heeft bij zijn onderzoek destijds zelf niet gesproken met de genoemde Rein de Groot, maar zich gebaseerd op kritiek van anderen. In februari 2004 belde De Groot naar de redactie. Hij herkende zich totaal niet in het van hem geschetste beeld. Naar aanleiding daarvan heb ik een lang gesprek met hem gevoerd. Het blijkt dat hij in werkelijkheid zeker niet de gewetenloze koppelbaas is, zoals hij wordt afgeschilderd. In tegendeel, De Groot is heeft zich altijd ingezet voor de werknemers die hij begeleidde, ook op het persoonlijke vlak. Hij heeft zich bij de bollenbazen ook altijd sterk gemaakt voor hun rechten. Hij heeft zelfs eens samen met Ierse werknemers gestaakt voor betere rechten voor illegale Poolse werknemers bij een en dezelfde baas. Zoals de auteur destijds schreef vonden de Ieren De Groot "best een toffe baas", en wie hem spreekt kan zich daar zeker wat bij voorstellen. Dat betekent overigens niet dat er in de Bollenstreek geen misstanden plaatsvonden of nog steeds plaatsvinden. De Groot, zo blijkt, is echter juist iemand geweest die zich daar altijd in woord en daad tegen verzet heeft. Eric Krebbers |
Dat het niet leuk is om in de bollen te werken, dat weet zo goed als iedereen hier in Nederland. Bij na niemand wil daaraan zijn handen vuil maken. En dat daarom door de bollenfabrikanten uit nood dan maar in andere landen naar goedkope arbeidskrachten gezocht wordt, dat merken we hier in Leiden en omstreken ook aan het enorme aantal Engelsen, Schotten, Ieren en Welshmen. Vorig jaar was er een aanzienlijke toename van het aantal Engelse immigranten. Dit jaar is de arbeidsmarkt werkelijk overspoeld met Engelsen die de armoede en ellende in eigen land ontvluchten. Dat betekent onder meer dat de werkgevers keus genoeg hebben; liever jonge, goedkope arbeiders dan oude, om maar een voorbeeld te noemen.
Maar hoe de bollenbazen aan goedkope loonslaven komen, dat is niet veel mensen duidelijk. De Peueraar dook erin, nadat ons diverse geruchten bereikten dat het bij 1 bollenboer wel heel erg gesteld was. Frylink is de naam. Een middelgrote bollenexporteur aan het randje van Noordwijkerhout. Frylink maakt gebruik van de diensten van een koppelbaas die, zelf woonachtig in Belfast, de hoofdstad van Noord-Ierland, hele busladingen vol seizoenarbeiders regelrecht de bollen in dumpt.
Rein de Groot, zo heet hij, begint in Belfast te zoeken in de armste wijken. Daar legt hij contact met werklozen en studenten die gedurende de zomer volledig op zwart zaad zitten. Als ze wel in Holland willen werken dan moeten ze hem ongeveer 60 gulden betalen voor het leveren van een baantje. Dan stopt hij ze allemaal in bussen die rechtstreeks van Belfast naar Frylink rijden. Reiskosten voor de werkers-in-spe: ongeveer 200 gulden. In Noordwijkerhout aangekomen blijkt de beloofde camping niet bepaald om de hoek te liggen. 10 km verder ligt de camping van de schoonbroer van Rein.
De Engels en Ierse arbeiders hadden hun contact-man in het bedrijf, Rein de Groot, al diverse malen gevraagd of ze niet wat dichter bij het bedrijf of op het terrein zelf mochten kamperen. Dat kon met geen mogelijkheid. Totdat het ging regenen. Toen druppelden de verkouden en verzopen arbeiders al vroeg de kantine binnen. Sommigen waren ziek geworden. De volgende dag stond er een soort kleine circustent op het terrein van Frylink, verscholen achter een enorme stapel bollenkisten. Volgens Rein was het verboden arbeiders op het fabrieksterrein zelf te huisvesten, hoewel de brandweer al langs geweest was om de tent op brandgevaarlijkheid te controleren. De bazen van Frylink zullen het wel op een akkoordje met de politie gegooid hebben. In de tent zelf was de enige afscheiding die tussen mannen en vrouwen. Verder niets van privacy. Er wordt geslapen op campingmatrasjes en in slaapzakken, terwijl het buiten al behoorlijk koud geweest is. De meesten hadden, toen wij op bezoek waren, zo al vier weken geleefd.
Schoftig is zelfs, dat ze voor dit dak boven hun gezamenlijke hoofden dezelfde prijs als voor de camping moeten betalen: 55 gulden per week. Er was door de Engelsen en Ieren al uitgerekend dat Rein de Groot hierdoor in totaal zo'n 3000 piek per week krijgt, maar helemaal duidelijk is niet of hij dat nou krijgt, of zijn bazen. Verder krijgt Rein natuurlijk betaald door Frylink voor het vinden van arbeidskrachten. Zoals hij zelf tegen een Ierse arbeidster zei: "Ik hou van al jullie lonen 25 procent in voor mijzelf." Waarschijnlijk is dat zijn salaris.
Ook krijgt hij nog betaald door de Britse overheid omdat hij werklozen van de uitkering afhelpt door middel van werkverschaffing overzee. Hij zoekt bewust jonge mensen uit; die kosten een stuk minder loon, die vinden werk in een vreemd land op zich al een hele belevenis waardoor ze niet zo snel lastig zullen doen en ze zijn bereid om voor een beetje extra geld de rottigste klusjes op te knappen. Zoals het schoonhouden van het fabrieksterrein voor 25 gulden in de week. De arbeiders zeiden ervan overtuigd te zijn dat ze per week recht hadden op uitbetaling van vakantiegeld. Rein echter had daar iets anders voor bedacht. Hij houdt het in zodat de arbeiders aan het eind van hun arbeidsovereenkomst al het vakantiegeld in een keer krijgen. Zo zegt hij. Daar is nog bijna een staking over geweest bij Frylink. Twee Ierse meisjes moesten voortijdig terug 'naar Ierland en verbraken daarmee hun arbeidsovereenkomst. Om die reden wilde het bedrijf hen het opgespaarde vakantiegeld niet geven. De Ieren en Engelsen dreigden daarop het werk neer te leggen. Om stagnatie van het productieproces te voorkomen hebben de twee meiden toen toch hun vakantiegeld gekregen. De achterblijvers hebben er echter weinig of geen vertrouwen in dat zij hun vakantiegeld nog zullen krijgen.
Volgens de Ieren en Engelsen was er aan het begin ook nog afgesproken dat de arbeiders de betaalde loonbelasting aan het eind van de overeenkomst weer terug zouden krijgen. Die belofte kan het bedrijf met geen mogelijkheid nakomen omdat die teruggaveprocedure veel langer duurt dan de tijd die de arbeiders nog in Nederland zullen zijn.
Ondanks al deze uitbuiting zijn de meeste Engelsen en leren toch blij dat ze in Nederland zijn. Hier verdienen ze tenminste nog geld. In Ierland en Engeland is dat welhaast onmogelijk. Ook het relaxter drugsbeleid spreekt veel mensen aan. Bovendien vinden ze dat Rein nog best een toffe baas is. Hij had hen beloofd dat hij ze mee zou nemen naar een wedstrijd van Ajax en dat ze dan plaats mochten nemen in de VIP-toeschouwersbox. Of hij zijn belofte ook nagekomen is, is ons niet bekend.
Op pad
Peueraar-redactieleden zijn ook met de fotocamera op pad gegaan. Wij hadden van de Engelse en Ierse arbeiders al toestemming gehad om de tent waarin zij bivakkeerden te fotograferen. Toen wij over het terrein naar de tent toeliepen was er niemand die ons tegenhield. In de tent echter, zat een Engelse supervisor. Wij vroegen hem of we foto's mochten maken. Hij weigerde. Hij was bang dat hij er problemen mee zou krijgen. Toen zijn we naar de directie toegestapt om toestemming te vragen. We werden benaderd in het Engels:" There's no work here!"
We moesten wachten tot de personeelschef zou komen. Het was schrijnend het verschil te zien tussen de kantoorruimtes en het woonhok van de arbeiders. Ook de personeelschef vroeg ons in het Engels waar we op zaten te wachten. Wij vertelden ons verhaal en hij zou even gaan overleggen met de andere directieleden. Binnen een halve minuut stond hij weer buiten met de mededeling dat het nu echt niet kon. We zouden het arbeidsproces verstoren, de Engelse en Ierse arbeiders ongerust maken en het was een groot bollenbedrijf wat het bijzonder druk had op het moment. "Maar we hebben echt niets te verbergen, hoor!" We moesten het van hem maar bij een ander bollenbedrijf proberen. Wij dropen af.
Foto's hebben we wel gemaakt, van de circustent met camouflage (van veraf) en van koppelbaas Rein de Groot, die woedend op ons af kwam stormen met een kantoorklerk aan zijn zijde. Eerst werden we - natuurlijk weer in het Engels - bijzonder agressief benaderd. Wij konden ze gelukkig overtuigen van het onschuldige doel van onze actie. Toch vonden ze het onbeschoft om zomaar een tent van andere mensen binnen te stappen. De Engelse supervisor had ons waarschijnlijk verlinkt. Met dat doel worden er natuurlijk mensen uit de eigen groep gekozen om toezicht te houden op hun vroegere kameraden, voor iets meer loon. Likken naar boven en trappen naar onderen. Van de overige arbeiders hadden we - zoals eerder gezegd - toestemming om de tent te betreden als zij aan het werk waren. Als echte Peueraars luisteren wij toch liever naar arbeiders dan naar bazen. Rein en zijn vriendje bleven herhalen dat het bedrijf niets te verbergen had en dat wij maar ongemanierd waren om zonder toestemming van de uitzuigers een tent van de uitgezogenen binnen te stappen. We hadden wel wat van die arme (door wiens schuld?) mensen kunnen stelen. Nee meneer Rein, de tijd zal komen dat mensen niet meer van elkaar jatten en zich ook niet meer door jou en je soortgenoten zullen laten bestelen.
Het is bij Frylink absoluut geen pretje om te werken, maar het is heus niet het enige bedrijf dat zijn arbeiders als werkvee ziet. In de hele seizoensarbeid is het slecht gesteld, voornamelijk wat betreft huisvesting en werkomstandigheden. Zo wordt je als Engelstalige bij veel bollenbedrijven aangespoord tot harder werken door middel van schelden, in plaats van zweepslagen. Met het openstellen van de grenzen van Europa zal het er ook echt niet beter op worden. De goedkoopste arbeiders uit Ierland, Portugal, Spanje en Griekenland zullen nog veel meer als nu de rottigste banen tegen de laagste lonen hebben onder de beroerdste omstandigheden. Het is daarom alleen al te betreuren dat de Fransen "oui" gestemd hebben, omdat daarmee weer een barrière tegen een verenigd Europa voor de Europese op geld beluste machts-masturbators weggevallen is.