De Peueraar 40, december 1993

Auteur: A.


(ingezonden)

Brief van A.

Hierna volgt het stuk van A.

Inleiding

Aangezien veel dingen die ik schrijf (door een meestal te kritische opstelling) al voor verzending in de prullemand verdwijnen, wilde ik dit nu vermijden door achteraf nog wat aan dit artikel toe te voegen. Dat dit artikel geschreven is vanuit een gevoel van woede, onmacht en tragiek zal wel duidelijk zijn. Toch heb ik het gevoel dat het zeker het niveau van tirade overstijgt en enige coherentie bezit. Ik hoop dat in ieder geval de kern van dit artikel duidelijk is en tot discussie en nadenken prikkelt. Veel waarde hechtend aan liberale waarden ben ik altijd bereid voor kritiek open te staan. Desalniettemin voel ik me toch wat vervreemd als ik dit in een periodiek tijdschrift als dit moet doen. Het zal dan ook het eerste en laatste zijn wat ik hierover voor De Peueraar schrijf, wat niet wegneemt dat ik op de hier naar voren gebrachte mening altijd persoonlijk aanspreekbaar ben. Tevens is de hele problematiek voor mij dermate tragisch dat ik me tot enige afstand genoodzaakt voel. Inhakend op een oude traditie van kritiek hoop ik weer eens wat heilige huisjes te ontwrichten. Tevens fungeert dit als een tegenwicht tegen de onophoudelijke lasterpraat.

Mijmeringen

"Nothing's said till it's dreamed out in words
and nothing's true that figures in words only"

(Les Murray)

Aangezien al enige nummers van dit blad gehandeld hebben over de gruwelijkheden die ik Monika heb aangedaan en de gevolgen daarvan leek het mij niet ongepast zelf eens wat licht op de zaak te werpen. Ik heb daar lange tijd van afgezien daar mensen mij zeiden dat ik dan alleen olie op het vuur zou gooien en daarmee Monika in de kaart zou spelen. Hoeveel waarheid hier ook in mag zitten heb ik toch maar het besluit genomen om de pen ter hand te nemen, omdat ik lichtelijk het gevoel heb dat anders de discussie te veel over mijn rug gevoerd wordt. Tevens kan enig kritisch tegengas geen kwaad omdat ik straks niet door fundamentalistische farizeeërs in een bolderkar door Leiden gereden wil worden. Helaas zal ik wel de sensatiegeile lezers moeten teleurstellen want een smeuïge uiteenzetting over mijn (vermeende) nachtelijke escapades zal men hier niet aantreffen. Daar dit toch alleen maar tot een discussie zal leiden tot in het oneindige die toch niet met objectieve criteria door "buitenstaanders" kan worden besloten (hoewel er mensen zijn die denken dat wel te kunnen, maar daarover later). Neen, wel zou ik enige dingen kwijt willen over de manier waarop er mee omgegaan wordt.

Je zou denken dat in deze vervloekte patriarchale maatschappij de beweringen van Monika totaal niet serieus zouden worden genomen en tot onzin gereduceerd zouden worden. Vreemd genoeg is dat niet zo. Eerder lijkt het of ik bij voorbaat het narretje ben. Dat lijkt vreemd ware het niet dat (sommige!) links-radicalen het als een grote verworvenheid van maatschappijvisie beschouwen om seksistische verhoudingen niet af te schaffen maar ze simpelweg om te keren. Gevolg: ik heb bij voorbaat al ongelijk. "Tsja A., alle mannen zijn nu eenmaal huppeldepup en het verkrachten van vrouwen is nu eenmaal aan de orde van de dag dus...et cetera.." En als je dan nog veel kabaal maakt en flink theatraal te werk gaat lijkt succes verzekerd. "Moet je zien hoe emotioneel ze reageert, nou dan moet het wel waar zijn." Kortom, waar leidt deze "het vrouwelijke slachtoffer heeft altijd gelijk"-retoriek toe?

Dat vrouwen daarmee een doeltreffend machtsmiddel in handen hebben om in persoonlijke vetes de desbetreffende man aan het kruis te nagelen. Omdat dit misschien overtrokken lijkt zal ik een illustrerend (waar gebeurd) voorbeeld geven. "Een dame verklaart verkracht te zijn door haar buurman. Hij had haar klemgereden, haar fiets in de auto gestopt, de rugleuning van de voorstoel neergeklapt en haar vervolgens misbruikt. Iemand wijst erop dat de desbetreffende auto te klein is om een fiets in op te bergen en dat de rugleuningen niet naar beneden kunnen. Het maakte allemaal geen indruk op de magistratuur: de buurman kreeg drie jaar." Een ander voorbeeld, dat tevens illustreert dat problemen niet alleen bestaan maar soms ook door de media geschapen worden. Na de geruchtmakende artikelen over satanisch sexueel misbruik in de VS worden op slag talloze ouders beschuldigd van satanische rituelen met kinderen. Na enig onderzoek blijken sommige aanklagers het toch niet geheel zeker te weten, het in te trekken of ronduit te verklaren dat ze geïnspireerd waren door de sensationele verhalen in de pers.

Oogkleppen

Als laatste nog een wat meer persoonlijke ervaring. Door de problematiek met Monika heb ik enige gesprekken gehad met mensen die werkzaam zijn in de hulpverlening met betrekking tot seksueel geweld. Daar hoorde ik dat het regelmatig voorkomt dat incest-slachtoffers nog wel eens het geleden leed naar de huidige relatie transponeren. Tevens komt het nog wel eens voor dat iemand moet boeten voor het geleden leed en huidige bekenden of onbekenden aan het kruis genageld worden. Voor de goede orde: deze voorbeelden haal ik niet aan om Monika er aan één te relateren. Waarom Monika dit mij aangedaan heeft zal voor mij altijd een raadsel blijven! Het is louter om te illustreren dat bij de "vrouwelijke slachtoffer heeft gelijk"-ideologie wel enige sceptische noten geplaatst kunnen worden. De enige positieve les die ik (en ruimer, mannen in het algemeen) eraan overgehouden heb is dat ik het levendig begrijp hoe het is als je individuele stem gesmoord wordt door generalisaties. Ik heb het zowel geestelijk als aan den lichame (sic) ondervonden.

Nog iets, ook werd ik geconfronteerd met de volgende manier van redeneren: "zoiets als verkrachting, daar lieg je toch niet om". Weer word je al bij voorbaat gediskwalificeerd! Alsof er soms een paar boven het wereldlijk verheven zaken zijn waarover iedereen integer is en die nooit voor gemene conflicten misbruikt worden. Oogkleppen? Men zou eens moeten kijken hoeveel rijke beroemdheden de meest groffe dingen in de schoenen worden geschoven om hoge schadevergoedingen te kunnen claimen. Maar om wat minder specifiek te zijn, soms lijkt het wel of binnen links-radicale kringen er ronduit geen hypocriete leugenachtige kille klerevrouwen bestaan, of beter gezegd mogen bestaan. Dat een vrouw een beschuldiging als verkrachting zou misbruiken om iemand een flinke hak te zetten lijkt bij voorbaat uitgesloten. Zo wordt, lijkt mij, het beeld van de vrouw is goed; is vroom; is zachtaardig alleen maar gereproduceerd. En als een vrouw slecht mag (sic) zijn dan is het altijd zo'n moralistische pseudo-slechte vrouw (zoals bijvoorbeeld in Zahavi's "Dirty Weekend", wat overigens een zeer slechte copy is van B.E. Ellis "American Psycho"). Maar ja, het concept van de slechte vrouw is natuurlijk flink conformeren aan de patriarchale normen dus mag het niet bestaan, dus bestaat het ook niet! Behalve natuurlijk als de aanval geopend wordt op conformistische Opzij-vrouwen met hoge posities in het bedrijfsleven.

Dogmatisch vijanddenken

Als laatste wil ik nog wat kwijt over de manier waarop vrouwen die enige geloofwaardigheid aan mijn verhaal hechten, gezien worden. Want als ik het juist begrepen heb ben je dan echt een feministische afvallige. Monika probeert dan ook vriendinnen van mij tegen me op te zetten met zo'n typische "wij vrouwen"-retoriek. Zo in de trant van: door zijn verhaal te geloven schaadt je de zaak van het feminisme ("ik wil niets tussen jullie stukmaken hoor,

maar..."). Nou ja, gelukkig valt niet iedereen daarvoor!

Nou ja, deze brief schrijf ik vooral om mensen eens kritisch te laten stilstaan bij wat, wie en waarom ze iets geloven. Het gaat mij niet zozeer om het juiste verhaal hier uiteen te zetten alswel om allerlei vanzelfsprekendheden en generalisaties te doorbreken. Dat blijkt nogal moeilijk te zijn voor mensen die zwelgen in dogmatisch vijanddenken. Er moet altijd gestreden worden blijkbaar (tegen staat, kapitaal en Bolkestein) en aan reflectie heb je niets. Zoals ik al zei wil ik hier niet op het waar/onwaarprobleem ingaan; mensen die daarin zijn geïnteresseerd raad ik aan mij daarover persoonlijk aan te spreken. Ik ben het in ieder geval flink zat om net als een middeleeuwse ketter, als een paria behandeld te worden omdat ik mijn onschuld niet kan bewijzen (net zo min als zij mijn schuld kan bewijzen) en dat geldt met name voor die plebejers die mij nooit gekend hebben en maar van alles klakkeloos aannemen ("Jij bent A. toch, heb je dan niet in de Peueraar gelezen... et cetera..") Ik hoop dat mensen onafhankelijk genoeg zijn om zelf een oordeel over mij te vormen (in hun omgang met mij). Ik heb ook veel steun, warmte en kracht gehad van vrienden en vriendinnen. Ik ben hier heel gelukkig mee en het steunt me in mijn visie. Dat ze in mij vertrouwen ben ik ze zeer erkentelijk. Ik heb nu niet zo veel meer te melden en ga een biertje drinken in de stad. En laten we niet hopen dat Minerva pas uitvliegt als het donker is (Hegel).

P.S. Dit stuk houdt natuurlijk geen collectieve aanklacht in want ik heb ook meer genuanceerde en sceptische mensen gesproken. Ik heb slachts gepoogd wat afzonderlijke ervaringen te systematiseren. De term "links-radicaal" houdt dan ook geen stigmatisering van een bepaalde groep mensen in.

Naschrift

Een lacune in het voorgaande is eigenlijk wel wat te vertellen over de manier waarop ik de beschuldiging ervaren en (niet) verwerkt heb. Daar kan ik eigenlijk kort over zijn: als een tragische verschrikking. In het begin was er met name verbazing: het niet kunnen geloven. Daarna woede: waarom? Het tragische erin is dat je je tegen laster niet kan verweren. Er hoeft maar iemand op te staan en wat over je te roepen en er zijn altijd wel mensen die het serieus nemen of de nodige twijfel gaan koesteren. Het gevolg is dat je je verschrikkelijk onmachtig en zwak voelt. Je zou er veel voor over hebben mensen het tegendeel te tonen maar dat ligt niet in je bereik. Je bent geheel afhankelijk van wat anderen van je denken. Een nuchtere buitenstaander zou misschien tegenwerpen dat je zelf weet dat je geen verkrachter bent en je niets moet aantrekken van wat anderen denken. Aangezien (de meeste) mensen sociaal ingebed zijn en een begrip als verkrachting verstrekkende morele verwerping inhoudt is het toch moeilijk je zelf staande te houden met het idee dat het een leugen is. Bij moord zou je kunnen argumenteren dat het uit zelfverdediging of om een betere situatie te bewerkstelligen aangewend is waar bij verkrachting natuurlijk geen sprake van is. Dat mag wel enigzins de hopeloze situatie schetsen waarin je verkeert als iemand je zoiets in de schoenen schuift. Daar komt nog bij dat de (sociale) omgeving waarin ik overwegend verkeer nou niet echt een hoge dunk heeft van de morele integriteit van mannen. Kortom, de toekomst zag er nou niet echt rooskleurig uit zolang ik geen authentieke video-opnamen erbij kon slepen die voor het tegendeel pleitten. En die had ik helaas niet.

Toch is de warmte en de bereidheid om te luisteren van vrienden en vriendinnen een grote steun voor me geweest en heeft me misschien ook weerhouden van echte immorele oprispingen. Want je belogen voelen is nou niet echt een gevoel dat de meest altruïstische kanten in je oproept. En wat ik vooral leerde van hen was dat een tragische gebeurtenis slechts door een nog meer stoïcijnse houding overwonnen kan worden, wat niet altijd even makkelijk is. Toch, de warmte die ik dacht te verliezen is er nog en vaak voel ik me sterk zonder dat ik daarvoor betrokkenheid heb moeten inruilen voor algehele apathie. En dat was toch de moeilijkheid, blijven voelen en je toch proberen van de beschuldiging los te breken.

Dat laatste doet me aan iets anders denken. Mensen vroegen me wel eens of ik me probeerde in te leven in de wereld van Monika. in het begin probeerde (!) ik dat nog wel maar vooral na de ronduit gewelddadige reactie van haar en de manier waarop ze vriendinnen van mij benaderde is er alleen nog wat latente woede over. En hoe paradoxaal dat ook moge klinken, misschien lukt dat alleen als ik er zelf meer afstand van kan nemen. Bovendien vind ik het nogal een curieuze eis, want het valt echt moeilijk om me in te leven in iemand die me ronduit belazerd heeft. Maar ja, deze eis zal dan ook wel ingegeven zijn door de twijfel daaraan. Deze gebeurtenis heeft me misschien weer wat sceptischer gemaakt maar ik hoop dat mijn scepsis niet gevolgd word door postmoderne morele erosie en het dulden van de barbarij. Misschien kunnen we de wereld niet verbeteren, maar wel verhinderen dat het geheel bar en boos wordt.

Terug