De Peueraar 51, november 1994
Auteur: Eric Krebbers en Ellen de Waard
"Een ecologische woestijn" zo typeerde de Provincie Zuid-Holland de Bollenstreek eens. Diersoorten sterven er bij bosjes uit. Een onlangs verschenen overheidsrapport zegt dat er "ontoelaatbare hoeveelheden" bestrijdingsmiddelen in het water zitten. Bollenpelsters krijgen spontane abortussen en doodgeboren kinderen. De markteconomie veroorzaakt in Rijnland een sluipende milieu- en sociale ramp. Veel verzet lijkt er niet te zijn. In de Verenigde Staten is dat anders. Daar gaan arbeiders en consumenten dit soort problemen samen te lijf.
Zomaar een bestrijdingsmiddel: dichloorvos. Schadelijk voor het zenuwstelsel van vogels, zoogdieren en mensen. In kleine hoeveelheden al dodelijk voor insecten, kleine waterdieren en vissen. Waarschijnlijk kankerverwekkend. Het water van de Bollenstreek bevat waanzinnige hoeveelheden van dit middel. Soms het 550-voudige van de landelijk vastgestelde veiligheidsnorm. Een norm die volgens sommigen veel te hoog is.
De boosdoener is de bollenteelt, aldus het Hoogheemraadschap van Rijnland. Rijnland trof afgelopen winter enorme hoeveelheden van het schimmelbestrijdingsmiddel carbendazim in het grondwater aan. Tot 260 keer de maximumnorm. De concentratie is in de winter het hoogst. Dan lozen telers illegaal resten van middelen die in de lente en de zomer gespoten worden. In veel sloten vindt Rijnland het verboden bestrijdingsmiddel dieldrin. En zo kunnen we nog vele gifstoffen noemen. Rijnland moet hierdoor betere waterzuiveringsinstallaties bouwen. Voor de kosten draaien wij op, niet de telers.
Het nieuwe beleidsplan "drink- en industriewater" van de overheid staat een toename van de vervuiling toe. De organisatie van de waterleidingbedrijven, Vewin, klaagt dat de rijksoverheid de belangen van landbouw en industrie hoger inschat dan die van de drinkwatervoorziening. "Er bestaan wel plannen om de vervuiling terug te dringen, maar daar komt niet veel van terecht." De overheid weigert wetten te maken die de vervuiling terugdringen. Ze maakt slechts vrijblijvende afspraken met de vervuilers. Zelfs brave milieuclubs als de Zuid-Hollandse Milieufederatie vertrouwen er niet op dat de 1100 bollenbedrijven zich aan die afspraken houden. Een aantal consumenten- en milieu-organisaties eiste daarom onlangs een onmiddellijk verbod op de twaalf giftigste bestrijdingsmiddelen in de bloemensektor. En bovendien stopzetting van de subsidie op de gasprijs voor tuinders. Zo kan de verspilling tegen worden gegaan. Er is nu een kort lijstje met verboden bestrijdingsmiddelen. Dichloorvos staat daar niet op. De milieupolitie ontdekte bij ruim eenderde van de bollenbedrijven deze verboden middelen.
Money, money, money
De vervuiling is niet zichtbaar, de bloemen wel. De Bollenstreek trekt dan ook jaarlijks 600.000 extra toeristen naar Nederland. Die brengen samen 200 miljoen gulden in het laatje. Bijvoorbeeld in het laatje van De Keukenhof. Die jammerde laatst dat inkrimping van de Bollenstreek toeristen naar het buitenland jaagt.
Aan welke andere economische belangen wordt onze gezondheid verder opgeofferd? Aan banen bijvoorbeeld. Van laborantes tot pelsters, van arbeidsters in de verpakkingsindustrie tot chauffeurs: dertig procent van de banen in de regio hangt samen met de bollenindustrie. Onze gezondheid wordt ook opgeofferd voor winst. De bloemenveiling Aalsmeer zag haar omzet met bijna 5% groeien tot 2,3 miljard gulden. Vorig jaar oktober breidde het bloemveilingcomplex Aalsmeer opnieuw uit (tot 730.000 m2). Het complex is nu het grootste overdekte handelsgebouw ter wereld! Er worden enorme winsten gemaakt en de bloemenverkoop stijgt huizenhoog. Nederlandse bollen en bloemen gaan over de hele wereld. In Japan kan je 250 soorten verse Nederlandse bloemen kopen. Duitsland, Italië, Frankrijk en Engeland zijn de grootste afnemers. Maar ook de Scandinaviërs kopen graag onze bollen. In anderhalf jaar tijd exporteerden 'we' maar liefst 510 miljoen bollen naar het noorden. Omzet: 103 miljoen gulden.
Kapitalisme en monocultuur
De bollenteelt is zeer eenzijdig. Kilometers en kilometers met dezelfde gewassen. Slaat een ziekte toe, dan is het gelijk goed raak. Zonder waanzinnige hoeveelheden gif is deze intensieve tuinbouw niet mogelijk. De natuur kan zo'n roofbouw niet dragen. Een jaar geleden stelde de provincie Zuid-Holland dat de bollenvelden onleefbaar zijn voor veel planten en diersoorten: "De bossen bij de landgoederen worden eilandjes in een ecologische woestijn". Uit metingen bleek dat het aantal planten en diersoorten in de streek sterk afneemt. Met name vissen en waterplanten hebben te lijden van de bestrijdingsmiddelen. Ook mensen gaan eraan onderdoor. In eerste instantie de mensen die er het meest mee in aanraking komen: de bollenpelsters. Maar we lopen allemaal enorme risico's. De problemen van de bollenpelsters zijn een voorproefje voor wat ons allemaal te wachten staat.
Niet alleen in milieutechnische zin overigens. Ook qua arbeidsomstandigheden. De situatie in de Bollenstreek vertoont treffende overeenkomsten met die op plantages. De pelsters staan bloot aan een negentiende eeuwse vorm van ongebreideld kapitalisme: laag stukloon, lange werktijden, geen sociale zekerheid, geen bescherming tegen ontslag, koppelbazen. De vele 'illegalen' die er werken staan bloot aan politiegeweld. Extreem-rechtse lieden vallen Engelse pellers aan. En aan de borreltafel van de rijken wordt druk gefilosofeerd over gedwongen tewerkstelling van werklozen in de bollen.
Terug naar het milieu. TNO onderzocht de gezondheid van de bollenpelsters. Zij blijken vaker spontane abortussen en doodgeboren kinderen te krijgen dan andere vrouwen. TNO constateerde ook huidaandoeningen, snelle veroudering en aantasting van het zenuwstelsel bij de vrouwen.
Maar niet alleen de bestrijdingsmiddelen vormen een probleem. Ook het transport van de bollen maakt de natuur kapot. De nabijheid en uitbreiding van Schiphol is voor de winsten van de bloemenhandelaren van levensbelang. Evenals de aanleg van Rijksweg 11 "voor de Oost-West ontsluiting". Een deel van de bollen wordt op en neer naar Polen getransporteerd om daar gepeld te worden. Dat is goedkoper. En dan kan de natuur het schudden.
Zorg voor het image, schijt aan het milieu
Vrolijk word je er niet van. De bollentelers werken daarom hard aan een beter imago. Let wel: aan een beter imago, niet aan een gezondere regio. The show must go on en het geld moet blijven rollen. Er wordt veel tamtam gemaakt rond een kleine benefietaktie: "bloembollen voor Joegoeslavië." En elke kleine verbetering komt in alle kranten. Gescheiden afval op de bloemenveiling Rijnsburg: geweldig zeg, maar het blijft 3600 ton afval per jaar, voornamelijk plastics. Nog maar een kwart van een bepaalde grondontsmetter gebruikt: joepie, maar het blijft 2,5 miljoen kilo, en hoe gezond is het vervangende middel? De bloemenveiling Aalsmeer brengt sinds kort 25 soorten EKO-planten en bloemen op de markt: all right, maar betekent dat minder bespoten planten? Natuurlijk niet, er is gewoon weer een nieuwe groeimarkt ontdekt.
Verzet en solidariteit
De bollentelers hebben het begrijpelijkerwijs niet zo op kritische mensen. Zo mocht op 20 oktober vorig jaar de Zuid-Hollandse Milieufederatie niet eens folders uitdelen op de nationale bloembollenbeurs in Lisse. Diezelfde dag fakkelde een bollenschuur in Noordwijkerhout af. De brand was volgens de politie aangestoken. Hoogstwaarschijnlijk, helaas, niet door het Earth Liberation Front (ELF). Er is zo ongeveer niemand bezig om de vernietiging van de natuur in onze streek radicaal een halt toe te roepen. Er zijn nauwelijks mensen die strijden voor verbetering van de werkomstandigheden, voor veiligheid en gezondheid, voor milieubescherming of voor een behoorlijk loon.
Maar dat betekent niet dat dat niet kan. In het zuiden en zuid-westen van de Verenigde Staten strijdt de vakbond 'United Farm Workers' (UFW) al ruim 25 jaar tegen de keerzijden van zulke 'succesvolle' (lees: lucratieve) bedrijfstakken. De bond werkt niet met stakingen. De meeste arbeidsters kunnen het zich financieel en juridisch niet veroorloven om te staken. Ze moeten in het seizoen zoveel mogelijk geld verdienen. In de tussenliggende periode is er immers geen inkomen en geen verzekering. Bovendien zijn ze veelal van Mexicaanse afkomst en illegaal. En dat betekent je mond houden en niet opvallen. De bazen (wit/man) maken zo heel makkelijk misbruik van de arbeiders (voornamelijk vrouw/zwart).
Wat doet dus de vakbond UFW? Ze organiseerde sinds de jaren zestig talloze consumentenboycots. Ook tegen het gebruik van bestrijdingsmiddelen bij de druiventeelt. Net als in de bollenteelt hebben de arbeiders daar last van huidaandoeningen en miskramen. Ruim de helft heeft daar bovenop last van nier- en leverafwijkingen en ademhalingsproblemen. Maar de UFW zegt: "onze zorg is ook uw zorg". Bestrijdingsmiddelen zijn gevaarlijk voor seizoenarbeiders én consumenten. De producten en het drinkwater worden ermee besmet. De grootschalige monocultuur verstoort het ecologische evenwicht. Daar wordt iedereen de dupe van.
De boycots worden georganiseerd in samenwerking met consumentenorganisaties, milieuorganisaties en gezondheidswerkers. Ook de slechte arbeidsomstandigheden worden meegenomen: de slechte of afwezige sanitaire voorzieningen, de te lange werkdagen, de weinig of geen pauzes. Zo maken de arbeiders hun probleem tot ieders probleem. De boycotacties van de UFW werpen vaak vruchten af.
Een aanpak als die van de UFW zou ook hier in de Bollenstreek geen kwaad kunnen. Willen we op termijn overleven, dan is het belangrijk radicale veranderingen door te voeren. En dat betekent arbeidersstrijd, vrouwenstrijd, anti-racisme en milieustrijd combineren.
Bronnen: