De Peueraar 51, november 1994
Auteur: KSUL
(ingezonden)
Krakende journaliste
De volgende brief is ingezonden door het KraakSpreekUur Leiden (KSUL) naar aanleiding van de ontruiming van een kraakpand aan de Havenkade. Eerst wat extra informatie rond het gebeuren.
Dinsdagavond 11 oktober werd een net gekraakt pand aan de Havenkade door de politie ontruimd. Hierbij werd een journaliste van het Leidsch Dagblad gearresteerd. Het Leidsch Dagblad schreef de volgende dag dat het een schande was dat de journaliste vijf uur lang was vastgehouden, terwijl zij in het bezit was van een perskaart. De redactie van de krant besloot dan ook een protestbrief te sturen naar de hoofd van de politie, burgervader Goekoop, waarin ze uiteenzette dat de politie de pers ernstig heeft belemmerd in haar werkzaamheden.
Een hulpofficier van justitie liet kort hierna weten dat hij het vermoeden had dat het Leidsch Dagblad de kraakactie in scène had gezet door de krakers te wijzen op het bewuste pand. Ondertussen heeft Goekoop het vermoeden ontkend dat het Leidsch Dagblad de kraakactie heeft geregisseerd. Tevens betreurt hij het dat de journaliste van het Leidsch Dagblad was aangehouden. De hoofdredactie van de krant is niet tevreden met de reactie. "Tijdens een gesprek met de heren Goekoop en korpschef Van Hulst heb ik er op aangedrongen dat de politie excuses maakt. Dat woord kennen ze geloof ik niet. Er wordt in de brief door de politie veel betreurd, maar geen schuld erkend", aldus adjunct-hoofdredacteur Henk van der Post.
Het KraakSpreekUur Leiden (KSUL) reageerde met de volgende verklaring die een eind moest maken aan alle onjuistheden en wilde speculaties.
"Met groeiende verbazing neemt het KraakSpreekUur Leiden kennis van de berichtgeving in het Leidsch Dagblad rond (de gevolgen van) de kraakactie aan de Havenkade van afgelopen week. Dat het doel van de kraakactie, namelijk het creëren van woonruimte, niet genoemd wordt zijn we inmiddels wel gewend. Dat de politie eigen rechter speelt, is ook niets nieuws. Maar de complot-theorie, ofwel de 'pers-regie' door het Leidsch Dagblad, is compleet nieuw. Het KSUL werkt niet méér samen met het LD dan met de politie. De één hebben we nodig om ons verhaal naar buiten te brengen, de politie heeft de taak om leegstand en daarop bewoning door ons te constateren.
In het geval van de kraak van de Havenkade ging het als volgt: in de nacht van zondag op maandag werd het pand in alle stilte betrokken. Omdat de Leidse politie als enig corps nog vasthoudt aan een oude regeling volgens welke een pand 24 uur in gebruik moet zijn om van bewoning te kunnen spreken, zou pas dinsdagochtend de politie op de hoogte gebracht worden. Maar bij toeval werden in de nacht van maandag op dinsdag twee bewoners die thuiskwamen gezien door een buurtbewoner, die meende met inbrekers te maken te hebben. Deze waarschuwde de politie en de personen werden aangehouden. De volgende morgen werden zij vrijgelaten en besloot een groep het niet afgesloten pand opnieuw te betrekken. Vervolgens werd om 9.00 uur de politie gebeld door de krakers. Het duurde tot 5 uur 's middags eer de politie reageerde met het verzamelen van een grote groep geüniformeerde agenten en rechercheurs in burger. Men reageerde niet op ons herhaaldelijke verzoek om overleg, sommeerde ons om weg te gaan en beukte de deur in met een stormram. De negen aanwezigen in het pand, waaronder een journaliste, werden alle aangehouden.
In de periode tussen 9 uur 's morgens en 5 uur 's middags is door de krakers meerdere malen getracht om overleg op gang te brengen tussen hen enerzijds en de eigenaar en politie anderzijds. Zo hebben wij gesproken met Bik en Breedeveld die zeiden de eigenaar niet meer te zijn, de gemeente die ook geen eigenaar was en zei niets te kunnen doen, en verschillende raadsleden waarvan Rianne Peters contact met de politie heeft opgenomen. Rechercheur Engelbert verklaarde tegenover haar altijd bereid te zijn te onderhandelen tussen eigenaar en krakers en dat van hun kant geen verdere actie zoals ontruiming te verwachten was. Overdag werd de pers uitgenodigd en buurtbrieven verspreid. De buurtbewoners steunden allen de kraakactie, hetgeen in schril contrast staat met de toonzetting van het artikel in het LD de dato 10 oktober, namelijk "Kijfgracht vreest krakers". Het zou beter geweest zijn te stellen dat de bewoners van de Kijfgracht leegstand en verpaupering vrezen, net als wij. Dat zijn namelijk precies de redenen dat er gekraakt wordt.
De beschuldiging van de politie als zou het LD. "met ons samenwerken" slaat de plank geheel mis, want ook wij lezen de krant. Maar de meeste informatie over de leegstand ligt op straat of komt van buurtbewoners. De leegstand aan de Havenkade was ons al veel langer bekend en het artikel in het LD vertelde ons weinig nieuws.
Aan onze kant rijzen de volgende vragen:
Het KSUL zal een klacht indienen tegen de politie, maar beseft dat net als in augustus 1993, toen een kraker door drie politieagenten in elkaar werd geslagen, en een aanklacht indiende wegens mishandeling, het resultaat nihil zal zijn."