Lokaal Kabaal 10, november 1995![]()
Auteur: Harry Westerink
(Springstof - column)
Goekoop en Hoogeveen geven openheid van zaken
"Niets lijkt op Leiden." Dat is het onwaarschijnlijk spitsvondige motto waarmee de stichting Leiden Promotie het imago van onze stad wil stroomlijnen. Niets lijkt op Leiden, inderdaad, want waar geven politici nog zoveel openheid van zaken?
Neem nu het uit de CD gestapte raadslid Hoogeveen. Voor de zesde keer is hij aangehouden omdat hij in het openbaar zijn geslachtsdeel liet zien. De extreemrechtse potloodventer doet mij denken aan burgemeester Goekoop. De een trekt zijn gulp open en wappert met zijn edele delen. Meer heeft hij niet te bieden. De ander, de burgervader, gunt ons nu en dan een verhelderende blik onder zijn hersenpan. Daar broeien gevaarlijke gedachten.
Nu is het een waarheid als een koe dat er slap wordt geluld in de raad. Niet door Hoogeveen overigens. Die is er nooit en lult alleen slap op straat. Goekoop, de man van drank, doet het in de raad. Tijdens de gemeenteraadsvergadering van 12 september nam Goekoop met een sappig praatje afscheid van het vertrekkende raadslid Vonk (VVD). Vonk wordt rechter in Den Haag. Verbazingwekkend genoeg leverde de burgemeester kritiek op partijgenoot Vonk. Die had een afscheidsinterview gegeven. In de geest van de liberale tradities had hij gezegd dat je als rechter zelfs niet de schijn mag wekken dat je veel sympathie hebt voor de overheid.
Dat was de burgervader in het verkeerde keelgat geschoten. "Ik denk", zo vertrouwde hij de raad toe, "dat het de plicht van een rechter is om sympathie voor de overheid te hebben, niet alleen omdat een rechter door de overheid is benoemd en door de overheid wordt betaald, maar ook omdat het voor de overheid essentieel is dat ze goede rechters heeft." Wiens brood men eet, diens kont men likt. Een goede rechter is een rechter die goed is voor de overheid.
Goekoop was in een openhartige bui. "U dient er vanuit te gaan dat de overheid zich aandient ten behoeve van het algemeen belang", bralde hij, alsof hij een imitatie van Stalin ten beste gaf. Waaraan hij betekenisvol toevoegde: "En dat kan je niet van ieder individu zeggen". Amnesty kan rustig opgeheven worden, zo leek hij te denken. Overheden plegen geen misdaden. Het zijn geen kille bureaucratische machines. Waar hadden Orwell en Kafka het in godsnaam over?
Doorgewinterde PR-yuppies zouden het wel weten. Ze zouden er toeristische attracties van maken. Een burgermeester met totalitaire sympathieën en een extreemrechts raadslid annex potloodventer. Dat vind je nergens anders, want niets lijkt op Leiden.