De Fabel van de illegaal 26, december 1997
Auteur: Eric Krebbers
Gewoon een ordinaire dictator, dat is de zo opgehemelde Tibetaanse Dalai Lama. Hij is tegen democratisering in Tibet. Toch ziet hij kans een groeiend aantal New Agers en toeristen in te palmen. Zijn Tibetaanse variant van het boeddhisme wordt hier snel populair. Het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden steunt hem met een expositie.
"Naar Tibet met Kuifje" heet de expositie die tot augustus 1998 te zien is. In mei 1997 publiceerde het blad Lokaal Kabaal het artikel "Vader van Kuifje was collaborateur", waaruit bleek dat Kuifje-tekenaar Hergé sympathiseerde met de nazi's. De Belg was lid van extreem-rechtse organisaties, tekende voor de Duitse bezetter en vloog daarom na de oorlog de bajes in. Op de expositie zelf bleek echter geen kritisch woord te vinden over Hergé. De andere hoofdrolspeler op de expositie is de Tibetaanse dictator Tenzin Gyatso, ook wel "de veertiende Dalai Lama" genoemd. In 1959, 9 jaar nadat Tibet door de Chinezen bezet werd, vluchtte hij na een mislukte opstand naar India en vormde een regering in ballingschap. Ook over hem geen onvertogen woord. Integendeel, hij wordt voortdurend letterlijk opgehemeld.
Gyatso gelooft werkelijk dat hij god is en wil door zijn onderdanen aanbeden worden. Tibetanen moeten hem "De Oceaan van Wijsheid" noemen en mogen hem nooit in de ogen kijken. In het museum zijn volledig ingerichte tempels te bezichtigen, compleet met altaren met foto's en andere attributen van "Zijne Heiligheid". Zijn kale kop giechelt je vanaf video's, posters en boeken tegemoet. "De monniken bepalen het gezicht van het Tibetaans boeddhisme. Zij leiden veel religieuze activiteiten, maar hebben daarnaast ook politieke en economische macht", schrijft het museum alsof het de normaalste zaak van de wereld is. "Vóór de Chinese bezetting waren er meer dan 6.000 kloosters. Deze kloosters vormden centra van macht en cultuur." De boeddhistische orden waren feodale grootgrondbezitters en beschikten daarbij over enorme paleizen, waarvan de grootste meer dan 1.000 kamers tellen.
Sprekende dieren
Het overgrote deel van de Tibetaanse bevolking is straatarm. Men lijdt honger en woont in schamele hutten. Dat was al zo onder de Tibetaanse junta en ook de Chinese bezetting bracht geen verandering. Voor de komst van de Chinezen in 1950 was de bevolking ingedeeld in 9 rangen. De horigen en de vrouwen hoorden bij de laagste rangen. Ze werden beschouwd als sprekende dieren. Ze hadden geen vrijheid van meningsuiting en werden dom gehouden en bang gemaakt met mythische verhalen over demonen. Leverden ze desondanks toch kritiek, dan riskeerden ze gevangenisstraf en marteling in de kerkers van de kloosters. Bij diefstal konden hun handen worden afgehakt. Lijfstraffen waren net als in andere feodale slavenmaatschappijen heel gewoon. Veel Tibetanen zullen heimelijk opgelucht zijn geweest toen de Chinezen begonnen de paleizen en kloosters met de grond gelijk te maken. Maar ook de Chinese bezetter onderdrukt elke vorm van kritiek met harde hand.
De Tibetaanse elite nam Gyatso als klein kind apart. Op occulte wijze zou aangetoond zijn dat hij de reïncarnatie was van de pas overleden dertiende Dalai Lama. Die eer kan in het patriarchale Tibet alleen jongens te beurt vallen. Jaarlijks worden trouwens heel veel jongetjes van 4 jaar bij hun ouders weggehaald om monnik te worden. Ze moeten tot 16 uur per dag in donkere en vochtige kamers boeddhistische teksten uit hun hoofd leren. Ze mogen niet zelf kiezen wat ze willen worden en worden gehersenspoeld en opgeleid om lid te worden van de mannelijke Tibetaanse elite.
De Tibetaanse boeddhistische leer is niet toevallig vervuld van machismo en homofobie. "Zijne Heiligheid" de Dalai Lama zegt bijvoorbeeld: "Volgens de boeddhistische traditie is er niets mis met het bezoek aan dames van lichte zeden, mits de daartoe geëigende organen worden gebruikt". Contact via "handen, mond of anus" noemt hij "seksueel wangedrag", evenals "betrekkingen tussen man en man en vrouw en vrouw".
Bekende en minder bekende Tibetaanse monniken maken zich veelvuldig schuldig aan seksueel geweld en verkrachting, ook in het buitenland. Onlangs bleek dat de in de Verenigde Staten wonende Tibetaanse monnik Sogyal Rinpoche, de schrijver van het religieuze "Tibetaanse Dodenboek", een Amerikaanse boeddhistische vrouw gedwongen had tot sex. Ze kwam bij hem voor spirituele bijstand, maar Soygal beweerde dat ze sterk en gezond zou worden als ze sex met hem zou hebben. "Sex met een monnik is een zegen", zei hij letterlijk. Een ander slachtoffer van Soygal werd seksueel misbruikt tijdens meditaties. De Tibetaanse junta heeft met deze praktijken geen moeite. Een van de misbruikte Amerikaanse vrouwen zei dat juntaleden iedereen een zwijgplicht opleggen. Pas zeer onlangs, na jarenlange druk, gaf de Dalai Lama Soygals slachtoffers toestemming naar de rechter te stappen.
Hervormingen uit den boze
De religieuze junta onder leiding van Zijne Heiligheid wankelde na de Chinese inval en besloot in 1956 om "de strijd tussen het communisme en kapitalisme te gebruiken om met alle middelen, ook de bewapende opstand, politieke hervormingen in Tibet te verhinderen". Om democratisering te voorkomen ging de Lama een 'gulden middenweg' bewandelen tussen de twee toenmalige wereldsystemen. Dat leverde hem in 1989 zelfs de Nobelprijs voor de vrede op. Tot op heden heeft de Tibetaanse regering in ballingschap nog geen enkele werkelijke aanzet gegeven tot de oprichting van een parlement. De voormalige feodale landeigenaren zijn corrupte bureaucraten geworden. Gyatso heeft ook geen verkiezingen uitgeschreven onder zijn meer dan een half miljoen gevluchte landgenoten in India. Integendeel, alle andere politieke stromingen worden met harde hand in het gareel gehouden: er is immers maar één Godkoning en dat is Gyatso. Rond 100.000 Tibetanen in India zijn bijvoorbeeld aanhangers van een andere godsdienstige stroming, de Shugden. Die vinden dat de Lama de mensenrechten overtreedt, eisen godsdienstvrijheid en vergelijken de onderdrukking door de Dalai Lama met die door de Chinezen. Gyatso's junta laat hun huizen doorzoeken, hun godsdienstige beelden uit de kloosters verwijderen en vernielen. Ook opstandige monniken worden uit de kloosters gegooid. Zelfs in Europa grijpt Gyatso in. Bij religieuze bijeenkomsten worden steeds vaker Shugden-aanhangers verwijderd.
De junta verhindert ook de oprichting van opleidingsinstituten en universiteiten buiten de religieuze kloosters om. Ook is men fel tegen het "geëngageerde boeddhisme" uit Thailand en Vietnam. De aanhangers daarvan voeren actie voor bijvoorbeeld het milieu of de mensenrechten. "Dat is niet goed. Het doel van het boeddhisme is innerlijke verlichting", aldus Penor Rinpoche, een junta-lid dat onlangs even in Amsterdam was. En zolang je niet zo "verlicht" bent als de leden van de junta "kan je mensen slechts tijdelijke en onvolledige hulp bieden". Maar alles wat "een werkelijk verlicht mens" - zoals hijzelf - doet is per definitie "ten gunste van andere wezens". De junta staat zo boven iedere morele of politieke beoordeling.
Handje schudden met Gingrich en Moeder Theresa
De Lama onderhoudt vanuit zijn Indiase hoofdkwartier contacten met vele wereldleiders in Japan, Engeland, Frankrijk, Duitsland, Australië en de Verenigde Staten. Hij wordt zeer hartelijk ontvangen door rechtse topfiguren overal ter wereld. Hij is ontelbare keren te gast geweest op speciaal voor hem georganiseerde etentjes bij mensen als Newt Gingrich, de Amerikaanse republikein wiens grootste levensdoel de volledige ontmanteling van alle sociale voorzieningen is.
Gyatso heeft al lange tijd goede contacten met de Amerikaanse elite. Zijn campagne voor een vrij Tibet sluit naadloos aan bij hun anti-communisme. Begin jaren '60 trainde de CIA op verzoek van de Dalai Lama duizenden Tibetaanse vluchtelingen en vormde zo een opstandelingenleger dat gewapenderhand Tibet moest bevrijden. Amerikaanse vliegtuigen dropten wapens in Tibet. Het vormde voor Gyatso kennelijk geen belemmering dat de CIA in tientallen andere 'Derde Wereld'-landen meedogenloos optrad tegen bevrijdingsbewegingen, overal doodseskaders oprichtte en duizenden politieke moorden pleegde. In de jaren '70 staakte Gyatso zijn pogingen Tibet gewapenderhand terug te veroveren. Hij kwam tot de conclusie dat hij het van het reusachtige China op deze manier toch niet zou winnen en dat het image van geweldloosheid wellicht meer aanhangers zou trekken. In de Verenigde Staten lijkt zijn strategiewijziging goed uit te pakken. Er zijn daar ongeveer 3.000 goed georganiseerde Tibetaanse monniken dag in dag uit actief bezig om hun geloof en politiek aan de mens te brengen. Het aantal Amerikanen dat interesse krijgt in Tibet en het boeddhisme groeit exponentieel.
Onlangs overleed een van Gyatso's grote heldinnen, de tijdens haar leven al heilige Moeder Theresa. De verering van de katholieke Moeder Theresa is vergelijkbaar met die van de Dalai Lama. Beiden blijken bij nadere kennismaking aan het uiterste rechtereinde van het politieke spectrum te bivakkeren. Ook Moeder Theresa schudde in haar leven de handen van heel wat dictators en rechtse politici. Christopher Hitchens liet in zijn boek "De missionarispositie" zien dat Theresa de ongelooflijke geldstroom die haar kant op kwam, opspaarde om een nieuwe fundamentalistische religieuze orde te stichten. In haar ziekenhuizen heerste ondertussen een waanzinnige armoede. Er was nauwelijks medische hulp en zelfs pijnstillers en verwarming ontbraken meestal. De zieken en behoeftigen leefden in een hel. Theresa vond het "heel mooi dat de armen hun lot aanvaarden. Ik denk dat de wereld erg geholpen wordt door het lijden van armen." Theresa was tegen homoseksualiteit en de HIV-slachtoffers in haar klinieken mochten daarom geen bezoek ontvangen. Gyatso achtte haar dood een "immens verlies voor de mensheid. Ze was een levend voorbeeld van het menselijke vermogen tot onbeperkte liefde, passie en altruïsme." De helse non was volgens de Tibetaan ook een "inspirerend voorbeeld van de werkelijke essentie en de mogelijkheden van een spiritueel leven".
Duitse Ariërs over de vloer
Gyatso is ook niet vies van expliciet extreem-rechtse topfiguren. Hij laat zijn teksten in diverse landen uitgeven door extreem-rechtse uitgeverijen. Goede contacten met de nazi's had hij overigens al tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een groot aantal Duitse nazi's geloofden dat Tibet de bakermat was van het "Arische ras". Dat hadden ze opgepikt uit de occulte theosofische leringen die ook bij top-nazi's ingang vonden. In 1939 stuurde SS-chef Himmler een expeditie naar Tibet om contacten leggen met "Arische volksgenoten". Volgens de theosofen zouden de occulte "grote meesters" er nog steeds verborgen leven. De expeditie ging ook "rassenonderzoek" doen, onder meer via schedelmetingen. Een van de expeditieleden was de SS-antropoloog Beger, die na terugkomst in Auschwitz speciaal 150 mensen liet vergassen om aan een mooie verzameling schedels te komen. Een ander lid was de Oostenrijkse alpinist Heinrich Harrer, een overtuigde nazi van het eerste uur en lid van de SA, SS en NSDAP. De expeditieleden legden contact met de nog zeer jonge Dalai Lama, die daar tot op heden nog steeds niets over wil zeggen. Harrer bleef in Tibet tot in de jaren '50 en werd de vertrouweling en propagandachef van de Lama.
Harrer komt veelvuldig aan bod op de Volkenkunde-expositie. Het museum noemt de nazi "een heldhaftige reiziger" en zwijgt over zijn ware aard. Er wordt op de tentoonstelling een "unieke film" vertoond over het vroegere Tibet, getiteld "Geheimnis" of "Mysterious Tibet", die gemaakt is door de SS-expeditie. De swastika's en rassentheorieën zijn uit de film weg gecensureerd. De museumbezoeker wordt niets verteld over de herkomst van de film.
Harrers levensverhaal staat overigens centraal in de nieuwe Hollywood superproductie "Seven years in Tibet", met in de hoofdrol Brad Pitt. Hollywood maakt van Harrer een 'goede nazi'. De Duitse nazi-propagandaminister Goebbels had er niet van durven dromen dat Hollywood nog eens als witwasserij voor nazi's zou optreden. De Lama had wellicht gehoopt via de film internationaal nog meer goodwill te kweken. Maar nadat Harrers nazipraktijken onthuld werden, groeide her en der toch wel twijfel aan Gyatso's integriteit. Zo niet in Hollywood. Steeds meer filmsterren en andere beroemdheden zoeken hun spirituele heil bij het boeddhisme en de Dalai Lama. Bekende voorbeelden zijn Bianca Jagger en Richard Gere, die zeer goede contacten heeft met Gyatso. Gere organiseerde onlangs een speciaal 'feestje' voor Tibetaanse vluchtelingen en rechtse republikeinen op het dak van een duur hotel. Er werd daadwerkelijk gebeden voor de 'Tibetaanse God-koning' Gyatso.
De Lama is ook goed bevriend met enkele antisemitische sekteleiders. Hij laat zich door hen ondersteunen en verleent wederdiensten. Zijn meest omstreden vriend is Shoko Asahara, de leider van de Japanse Aum-sekte. Gyatso vond dat Asahara "de geest van een Boeddha" had en schreef aanbevelingsbrieven voor hem. Daarin staat dat de Aum-sekte "het publieke bewustzijn verhoogt door religie en sociale activiteiten, en sociale vriendelijkheid promoot". Asahara maakte dankbaar grote sommen geld over naar Gyatso, één keer zelfs 100.000 dollar. Die geldstroom droogde op nadat de Aum-sekte begon met gifgasaanvallen op de Tokyose metro. Enige tijd daarna zei Gyatso bij een bezoek aan Japan dat hij Asahara "4 of 5 keer had ontmoet. Ik beschouw hem als mijn vriend, maar niet noodzakelijk als een perfecte vriend". De Lama wilde via Asahara meer greep krijgen op het Japanse boeddhisme, dat traditioneel goede banden heeft met China, maar niets wil weten van het Tibetaanse boeddhisme. Een doorn in het oog van de Lama. Met de boeddhistische stromingen op Taiwan heeft Gyatso daarentegen geen enkele moeite. Die stonden namelijk aan de basis van de militant conservatieve World Anti-Communist League (WACL) en waren consequent anti-China en pro-Tibet.
Wim Kok
Gyatso heeft het verder geschopt dan de zo verafschuwde Khomeiny. Hij verenigt de religieuze, politieke, economische en culturele macht in één persoon en hij staat aan het hoofd van een staatsapparaat in ballingschap dat alle liberale westerse normen overtreedt. Er is geen scheiding tussen kerk en staat, zelfs geen schijn van een minimale burgerlijke democratie, geen persvrijheid, geen vrijheid van beroepskeuze of levensinvulling, geen vrijheid van seksuele voorkeur en geen emancipatie van de vrouw.
Stel je voor dat Wim Kok de absolute politieke macht had in Nederland. En dat hij daarbij tevens opperdirecteur was van het bedrijfsleven en als god zelf aan het hoofd stond van een christelijke nationale staatskerk. En dat er in een museum ergens ter wereld een expositie over Kok was ingericht, waarbij gezegd werd dat de Nederlanders als één volk altijd achter Kok staan. Eén volk, één leider, één staat, één god! Dan zouden de bezoekers toch wel even de wenkbrauwen fronsen. Zo niet in het Leidse museum van Volkenkunde als de expositie over Tibet gaat. Want de snel groeiende schare Nederlandse Lama-aanhangers is volledig kritiekloos én racistisch! Want hoe kan een politiek systeem voor het "Tibetaanse volk" goed zijn als het voor ons een politieke en religieuze hel zou zijn? Westerse Tibet-steungroepen menen werkelijk dat het boeddhistische systeem van nature bij de Tibetanen hoort. De Tibetaanse volksziel zou nu eenmaal niet anders zijn. Op de hele tentoonstelling is ook nergens te lezen dat het oude Lama-systeem nadelen had, onderdrukkend was, en dat sommige veranderingen prima kunnen zijn. Nee, wel 100 keer lezen de bezoekers hoe zonde het is dat de Tibetanen niet meer kunnen blijven leven zoals ze dat al duizenden jaren doen. Moge de vooruitgang en de geschiedenis aan hen voorbij gaan. Mogen zij blijven zoals de westerse toerist en New Age-aanhanger dat graag ziet: vanuit een soort religieus geïnspireerde mythische apartheid. Tibetanen zijn voor de westerse kijker geen mensen die zelf hun geschiedenis maken, maar mythische mensen uit een verleden, uit een andere, aparte wereld. Mensen van wie het werkelijke leven en dagelijkse strijd om te overleven de gemiddelde westerling geen reet interesseert. Mensen voor wie onze eigen politieke normen niet gelden. De New Agers willen maar al te graag geloven dat hun fantasie van sociale harmonie ergens ter wereld werkelijk geleefd wordt. Men wil geloven dat het altijd mogelijk blijft om te vluchten naar een wereld zonder klassenstrijd, seksenstrijd, stress en eenzaamheid. Om vervolgens de volgende dag gewoon weer naar het werk te gaan en mee te draaien in de kapitalistische rat-race.
Volksnationalisme
Kritiekloos wordt Gyatso door het Westen gesteund. Kritiekloos hangen New Agers over Tibet volksnationalistische ideeën aan. Lever je kritiek, dan word je bestempeld tot aanhanger van China. Alsof alleen in volken gedacht kan worden. Onze solidariteit kan zich beter richten op de onderdrukte Tibetanen én Chinezen.
De Tibet-expositie is uitzonderlijk politiek en legt bijzondere nadruk op de Chinese onderdrukking. Er worden video's vertoond van Chinese politiemannen die Tibetanen neer knuppelen. Als het om 'communistische' onderdrukkers gaat kan er veel. Een soortgelijke tentoonstelling over de Amerikaanse onderdrukking van Haïti of de Turks/Duitse uitroeiingsoorlog tegen de Koerden zal je in het Leidse museum niet snel tegenkomen. Zelfs de attracties voor de kinderen zijn volledig gepolitiseerd. Er is spel waarin je een Tibetaanse vluchteling bent. Je moet proberen over de Himalaya te komen en niet in handen te vallen van de Chinese grensbewaking. Komt er binnenkort ook zo'n spel over de duizenden bootvluchtelingen die tegenwoordig Europa trachten binnen te komen en langs de grensbewaking moeten glippen?
Het Tibetaanse boeddhisme wordt ook hier snel populair. Westerse gelovigen laten tegenwoordig Rome en Lourdes links liggen en bezoeken in India de Dalai Lama. "Ik gaf hem een hand en voelde de rust door me heen trekken", vertrouwde een van hen mij toe. "Het was fantastisch, hij is zo gewoon..." Dat vond ook Herman de Boer, Hoofd tentoonstellingen van het Rijksmuseum, die in de expositiekrant een verslag van zijn bezoek aan Gyatso publiceerde. De Boer is "onmiddellijk onder de indruk van zijn charmes" en wordt niet moe van het herhalen hoe "ongedwongen" en "geanimeerd" hun gesprek toch verliep. De Lama blijkt zelfs helemaal niet teleurgesteld dat De Boer geen cadeautje voor hem heeft meegebracht. "Misschien hebben we daarmee, onbedoeld en onbewust, wel de essentie van het boeddhisme beoefend. Niets meer te verlangen, is waar het uiteindelijk allemaal om draait", aldus De Boer. Westerse gelovigen kunnen urenlang geboeid luisteren naar het gepraat van Gyatso over de "bevrijdende werking" van het "niets". Vroeger werd dat bevrijdende "niets", dat na de dood en reïncarnatie bereikt zou kunnen worden, als een worst voorgehouden aan de horigen, voor wie dit leven een hel was. Door de monniken, de enigen die zich werkelijk konden wijden aan het "niets", omdat mensen uit de laagste rangen voor hun levensonderhoud zorgden. Het boeddhisme is een prachtige ideologie... voor een slavenmaatschappij.