De Fabel van de illegaal 29, mei/juni 1998
Auteur: Eric Krebbers
Een groeiend aantal organisaties bezoekt illegalen die vastzitten in de Nederlandse bajessen. Dat is van groot belang, want veel illegalen krijgen nauwelijks bezoek. Bezoekers vormen in de bajes ook - als het goed is - de ogen en oren van de buitenwereld. En dat is iets waar de gevangenisdirecties vanzelfsprekend niet blij mee zijn. Of toch? Er zijn directies die zeggen het werk van de bezoekgroepen op prijs te stellen. "Wij hebben immers dezelfde belangen", beweerde bijvoorbeeld directeur Van Manen van de Alphense illegalenbajes De Geniepoort.
Het opsluiten van tot illegaal gemaakte mensen stuit zo langzamerhand op wat meer weerstand. De keiharde werkelijkheid van het racistische systeem achter de muren sijpelt beetje bij beetje door. Er worden acties gevoerd, bijeenkomsten georganiseerd en pogingen gedaan illegalen praktisch te ondersteunen. Kritische publicaties en uitspraken van politici en vooraanstaande burgers maken dat sommige directies wat druk voelen. Om een al te negatief imago te voorkomen wil Justitie graag de indruk wekken dat de situatie in de bajessen aan de beterende hand is. Rond de Kerst wordt een goedgekeurde journalist binnengehaald om een zielig Kerstverhaal te schrijven over een door de directie naar voren geschoven 'brave' illegaal. Of men komt de plaatselijke bezoekgroep tegemoet met enige versoepelingen van de verschrikkelijk strenge regels voor bezoekers. Werkelijke verbeteringen staan vanzelfsprekend niet op de agenda. Want het doel van het detentiesysteem blijft het uitzetten van illegalen of ze zodanig kapot maken dat ze "vrijwillig vertrekken".
"Goed vertrouwen"
Het komt voor dat een gevangenisdirectie aan de lokale bezoekgroep voorstelt om eens "in goed vertrouwen" te praten. Gaat een bezoekgroep daarop in, dan moet men goed oppassen. Het gevaar van inkapseling ligt levensgroot op de loer. Men kan het gevoel krijgen serieus genomen te worden, waardoor het voor een 'sympathieke' justitiële gesprekspartner eenvoudiger wordt de bezoekers in te palmen. Justitie doet er natuurlijk alles aan om tijdens zo'n gesprek de bezoekers de indruk te geven dat het detentiesysteem zeer 'humaan' is. Of dat er in ieder geval hard aan gewerkt wordt om het humaner te maken. De meeste directeuren hebben dezelfde middenklasse-achtergrond als het gemiddelde bezoekgroepslid. Daardoor valt het de justitiemedewerkers niet zwaar om bij een overleg zo'n typisch Nederlandse 'gezellige' en a-politieke sfeer te creëren.
Geweld
De blanke middenklasse komt zelden in aanraking met overheidsgeweld. Als de overheid geweld uitoefent, zo meent men, dan zal dat meestal wel terecht zijn. Er wordt van uitgegaan dat geweld uitsluitend doeltreffend, gedoseerd en rationeel wordt toegepast. En alleen als het "echt nodig" is. Dat de illegalendetentie structureel gewelddadig is, kan men zich nauwelijks voorstellen.
Gewelddadig verzet van illegalen in de bajes wordt daarentegen door sommige bezoekers nauwelijks begrepen. Het roept zelfs een bepaalde afkeer op, die geworteld is in een eeuwenoud racisme. Hun geweld zou on-Nederlands zijn, emotioneel, irrationeel en inefficiënt. Hoe vaak het woord "medeleven" ook in de mond genomen wordt, veel bezoekers kunnen zich helaas moeilijk werkelijk verplaatsen in de positie van illegalen. Ze kunnen de terechte woede en haat tegen het systeem niet bevatten, zich nauwelijks een voorstelling maken van de acute dagelijkse oorlogssituatie waarin illegalen in de Nederlandse bajessen leven. Daar probeert zo'n directie vanzelfsprekend handig op in te spelen. Men gebruikt bewust woorden die de keiharde werkelijkheid versluieren en maakt tijdens gesprekken met de bezoekers herkenbare en vertrouwde grapjes.
Repressie
Een gesprek met een bezoekgroep kan voor de directie een mooie gelegenheid vormen om in kaart te brengen hoe de groep in elkaar zit. Dossiers worden aangelegd. Wie zijn ze en wat is hun politieke achtergrond? Wat willen ze, en hoe ver zijn ze bereid te gaan met hun verzet? Wie zijn gevaarlijk en wie zijn goedgelovig? Soms lukt het Justitie om via het overleg aan namenlijsten te komen van de bezoekgroep-leden. Dat is handig voor het geval dat Justitie in de toekomst eens hard wil ingrijpen. Sommige bezoekers hebben geen bezwaren tegen deze schending van hun privacy. "Voor wat hoort wat", denken ze. "Wil de directie verbeteringen van de bezoekprocedures doorvoeren, dan moeten wij ook iets bieden."
De gesprekken kunnen grote invloed hebben op de bezoekers. Sommigen zouden het steeds ongepaster kunnen gaan vinden om de misstanden die ze in de bajes tegenkomen, aan de grote klok te hangen. Ze vinden dat eigenlijk wel zielig voor de directeur en voor het personeel. "Dan worden die straks door hun buren met de nek aangekeken. Zo ga je niet met elkaar om", denken ze. Veel bezoekers voelen er dan ook wel wat voor om regelmatig - achter gesloten deuren - met de directie te overleggen. De bezoekers zouden dan de geanonimiseerde klachten van de gedetineerden op tafel kunnen leggen. Waarbij men hoopt dat Justitie de aangekaarte misstanden zal aanpakken, geneigd als men is de werkelijke doelstellingen van de illegalendetentie niet onder ogen te willen zien. Het overbrengen van klachten geeft echter geen enkele garantie dat de situatie van de illegalen zal verbeteren. In tegendeel, de bezoekers zouden in de praktijk kunnen gaan functioneren als de ogen en oren van de directie, en zo het regime steunen. Alle informatie over de onvrede van de gedetineerden is immers voor de directie van wezenlijk belang om de beheersbaarheid in de bajes te perfectioneren.
Justitieel verlengstuk
Een groep die regelmatig illegale gedetineerden bezoekt, vindt de nodige valkuilen op zijn weg. Bezoekers kunnen er uit 'humanitaire' overwegingen toe overgaan om gevangenen tot rust te manen. Dat komt de directie vanzelfsprekend niet slecht uit. Er wordt door bezoekers wel eens gedacht dat openlijk verzet van illegalen alleen maar meer repressie van de cipiers oproept. Illegalen zouden dat geweld slechts kunnen voorkomen door zo braaf mogelijk te zijn. Op een paternalistische manier zouden bezoekers de illegalen zo 'tegen zichzelf' in bescherming kunnen gaan nemen. Het is zelfs niet ondenkbaar dat bezoekers hongerstakende illegalen gaan vertellen dat ze toch maar beter wat kunnen eten, omdat ze zichzelf anders schade zouden toebrengen. Door het verzet van illegalen niet te steunen, maar juist te ondermijnen, bestaat de mogelijkheid dat de bezoekers verworden tot verlengstuk van het justitiële detentie- en deportatie-apparaat.
Bezoekgroepen moeten er steeds heel alert op zijn niet tot onbezoldigd bajespersoneel te worden. En als een soort vrijwillige maatschappelijk werkers justitie in staat stellen het systeem van illegalendetentie goedkoper te maken. Nu illegalen geen recht meer hebben op gesprekken met een reclasseringsambtenaar, neemt hun onrust toe. Velen weten volstrekt niet waar ze aan toe zijn en worden opstandig. De directie hoopt dan dat een wekelijks bezoek de druk wat van de ketel kan halen, hetgeen de beheersbaarheid ten goede komt.
Remmende werking
Het gevaar bestaat dat bezoekgroepen hun "vertrouwensrelatie" met de bajesdirectie teveel gaan koesteren. "We zijn nu on speaking terms en daardoor heeft de directie besloten bepaalde verbeteringen door te voeren", zou men kunnen gaan denken. Andere mensen, die misstanden naar buiten brengen of die openlijk protesteren tegen het detentiebeleid, zouden die "speciale band" maar kunnen beschadigen. De directie zou namelijk naar aanleiding van scherpe protesten kunnen besluiten de verbeteringen terug te draaien. Uit angst zouden bezoekers dan een remmende werking kunnen gaan uitoefenen op de mensen die openlijk kritiek leveren: journalisten, politici en actievoerders. Die zouden volgens die gedachtegang de ondersteuning van de illegalen in gevaar kunnen brengen. Voeg daarbij de vooroordelen die de wat nettere middenklasse-illegalenbezoekers vaak huldigen over "de actievoerder". Daarmee wil men zeker niet in verband gebracht worden, omdat men dan in de ogen van familie en vrienden toch wel flink in aanzien zal dalen. Conflicten tussen bezoekers en alle andere critici liggen daardoor steeds op de loer. En Justitie zal er garen bij spinnen als ze tot uitbarsting komen.
Oorlog
Onderlinge conflicten en inkapseling kunnen alleen voorkomen worden als de bezoekers voortdurend voor ogen houden dat het per definitie oorlog is tussen de directie en de gedetineerden. Het detentiesysteem is meedogenloos. Het wil de illegalen behalve uitzetten zoveel mogelijk beheersen en kapotmaken. Twee doelstellingen die overigens maar deels samengaan, en soms zelfs strijdig zijn. Oefent een detentiesysteem namelijk teveel mentale en fysieke druk uit op de gevangenen, dan worden die soms onbeheersbaar of draaien helemaal door. Om de beide doelstellingen toch zo goed mogelijk uit te voeren, maakt Justitie de illegalen tot onderwerp van allerlei bewust uitgedachte beheersingstechnieken, waaraan iedereen binnen de bajes meewerkt. De cipiers, de directie, de IND en de psychologen. En ook de bezoekers, als ze niet oppassen. Iedere stap van de directie moet daarom in principe gewantrouwd worden, hoe positief die ook gepresenteerd wordt. Een andere doelstelling van Justitie is namelijk om naar buiten toe de indruk te wekken dat het detentiesysteem "sober doch humaan" is.
De illegalen zelf willen in de eerste plaats overleven, vrij zijn en hun menselijke waardigheid bewaren. Het is belangrijk dat de bezoekers in principe hun kant kiezen en zich in de situatie van illegalen inleven. Ook zou iedere bezoeker kennis moeten hebben van de koloniale geschiedenis en de huidige racistische "nieuwe wereldorde". Want het is tegen die achtergrond dat de oorlog tussen de directie en illegalen zich afspeelt. En de bezoekers zouden vooral ook moeten nadenken over hun eigen positie in de maatschappij. Hoe kijken ze aan tegen een staat die zo met mensen om gaat? Is daar toch niet iets fundamenteel mis mee?