De Fabel van de illegaal 30, juli/september 1998
Auteur: Harry Westerink
In Europa zitten tienduizenden onschuldige illegalen achter de tralies. Ze hebben vaak minder rechten dan criminelen. Toch lijkt een organisatie als Amnesty International zich daar niet druk om te maken. Durft de mensenrechtenorganisatie niet op te komen voor mensenrechten voor illegalen?
Amnesty is onlangs verzocht door 2 Leidse leden om stelling te nemen tegen illegalendetentie. In de Groepenkrant, de interne nieuwsbrief voor lokale Amnesty-afdelingen, schrijven ze: "Het is ongelooflijk dat in een zogeheten democratische rechtsstaat mensen gevangen zitten zonder verdacht te worden van een strafbaar feit, zonder vorm van proces en zonder maximumtermijn van opsluiting." Ze wijzen erop dat de juridische positie van opgesloten illegalen slechter is dan die van andere gevangenen. "Terwijl verdachten van een strafbaar feit niet hoeven mee te werken aan hun eigen veroordeling, worden illegalen wel geacht mee te werken aan hun eigen deportatie. Onvoldoende medewerking van de kant van de gedetineerde illegaal betekent voor hem of haar langere opsluiting. Dat is volgens ons een vorm van foltering."
Beperkt mandaat
Als categorie vallen gevangen illegalen buiten het Amnesty-mandaat, dat zich beperkt tot "gewetensgevangenen". Bovendien komt Amnesty in actie bij "wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing" van alle gevangenen. Daarvan is volgens de organisatie sprake als doelbewust fysiek of psychisch leed aan een gevangene wordt toegebracht. Andere vormen van "behandeling of bestraffing" stelt Amnesty aan de orde als die stelselmatig in een land voorkomen.
In een reactie op het artikel van de 2 leden schrijft Amnesty-medewerkster Petra Catz dat Amnesty een "beperkt mandaat" heeft. "Amnesty zegt bijvoorbeeld niet dat ieder mens het recht heeft in een ander land te wonen. Amnesty erkent het recht van staten om personen aan hun grenzen te weren of uit hun land te verwijderen, als zij geen recht op verblijf hebben. Amnesty geeft slechts steun aan mensen die uit angst voor vervolging in eigen land asiel aanvragen."
Als de omstandigheden van de opsluiting van illegalen zo slecht zouden zijn "dat van onmenselijke behandeling of marteling gesproken kan worden, zoals in gevallen van onthouding van medisch zorg, het ontbreken van contact met rechtshulp en mishandeling, dan zal het Internationaal Secretariaat in Londen moeten beslissen of Amnesty in actie komt." In verband met het "eigen land"-beginsel mag Amnesty Nederland namelijk niet voor in Nederland verblijvende gevangenen opkomen. "Overigens is het in dit verband relevant dat, voorzover bekend, noch het VN-Comité tegen foltering, noch de rechtelijke instanties onder het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, uitspraken hebben gedaan in zaken van detentie van illegalen", aldus Catz.
Ademnood
Tegen deze afwachtende houding valt een heleboel in te brengen. Naar eigen zeggen heeft Amnesty nog nooit een rapport uitgebracht over illegalendetentie, ondanks zware internationale kritiek op de huidige "vreemdelingenbewaring" van de kant van wetenschappers, andere mensenrechtengroeperingen en organisaties die vluchtelingen en migranten ondersteunen. Zolang Amnesty geen gedegen onderzoek instelt, mag men er niet bij voorbaat van uitgaan dat illegalendetentie niet onder het mandaat valt. Men kan dan namelijk niet weten in hoeverre sprake is van structurele inhumane behandeling van gedetineerde illegalen.
In 1994 bemoeide Amnesty zich wel met de zaak van een Roemeen wiens mond bij uitzetting werd afgeplakt, waardoor hij wegens ademnood hersenbeschadiging opliep. Maar Amnesty moet verder gaan dan incidentenbeleid. Het fysieke geweld dat wordt ingezet tegen illegalen, leidt in heel Europa tot een "vernederende behandeling" en zou dus onder het Amnesty-mandaat moeten vallen. Het Europese Comité ter Voorkoming van Foltering heeft al in zijn jaarverslag van 1996 gemeld dat illegalen in 10 Europese landen mensonwaardig worden behandeld in politiebureaus en gevangenissen. Het comité noemt het "absoluut onaanvaardbaar" dat bij illegalen die worden uitgezet, "fysiek geweld wordt gebruikt om hen te dwingen aan boord te gaan van een transportmiddel of om hen te straffen als ze dat weigeren".
Nek uitsteken
Op het landelijk Amnesty-secretariaat is men erg voorzichtig met "het oprekken" van criteria als "wreed" en "onmenselijk". Men vreest dat het Internationaal Secretariaat geen middelen kan vrijmaken voor het nieuwe werkterrein. Bovendien vindt men dat actie tegen illegalendetentie weinig kans van slagen heeft, omdat het Europese Hof van Justitie in november 1996 heeft geoordeeld dat illegalen zelfs 4 jaar mogen worden opgesloten. Amnesty durft voor dit soort overduidelijke mensenrechtenschendingen blijkbaar haar nek niet uit te steken.
Tijdens een vorig jaar door het Autonoom Centrum georganiseerde hoorzitting over illegalendetentie toonden de aanwezige advocaten, rechters en rechtswetenschappers meer moed. Ze vonden dat die detentie dicht in de buurt komt van het begrip foltering van het Anti-Folterverdrag. Johannes van der Klauw, verbonden aan het Hoge Commissariaat voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR), verklaarde toen dat er veel te weinig tegen illegalendetentie wordt ondernomen. Helaas gaat dat tot nu toe ook op voor Amnesty. Wel doet het Amnesty-secretariaat nog de suggestie dat leden een resolutie over illegalendetentie kunnen indienen op de internationale ledenvergadering. Bezorgde Amnesty-leden weten wat hen te doen staat.