De Fabel van de illegaal 30, juli/september 1998
Auteur: Eric Krebbers
In het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden bevindt zich de buit van de vele Nederlandse koloniale oorlogen en plundertochten. Onlangs werd bekend dat het museum daarnaast ook skeletten bezit van op bestelling vermoorde mensen uit de Derde Wereld.
De Australische stichting Onderzoek Aboriginals maakte in maart bekend dat in de vorige eeuw Aboriginals op bestelling gedood werden. Opdrachtgevers waren westerse musea en particuliere verzamelaars, met name uit Engeland, Italië en Nederland. Het Leidse museum heeft in die tijd in Australië 3 van zulke skeletten gekocht van een plaatselijke handelaar. In de jaren 30 zijn die in bewaring gegeven aan het fysisch antropologisch laboratorium van de medische faculteit van de Leidse universiteit. Daar zijn ze nu nog steeds.
Te goeder trouw
Bij navraag ontkende professor Beukers in eerste instantie het bestaan van de skeletten. Later kwam hij daarop terug. Hij wilde echter wel benadrukken dat de betreffende Australische handelaar ongetwijfeld te goeder trouw was. "Als u naar de winkel gaat, gaat u er toch ook vanuit dat u legale zaken doet?"
Museum-directeur Engelsman heeft er minder moeite mee om toe te geven dat er "in naam van de wetenschap de vreselijkste roof- en strooptochten zijn gehouden. Tot 20 jaar geleden werden via speciale bedrijven geraamten aangeleverd voor zowel museale doeleinden als medisch onderwijs. Op een gegeven moment werd bekend dat in opdracht van deze ondernemingen in onder meer India en Pakistan skeletten op straat werden uitgezocht. Van te voren werd dus bepaald wie er werd omgelegd."
Universitaire grafschenners
In de Nederlandse musea liggen nog steeds schedels van Papoea's, Tasmaniërs, Dajaks en Orinoco-indianen. Ook zijn er botten van Tibetanen, delen van "Hottentotten" op sterk water en ga zo maar door. Ze vormen een eerbetoon aan het racistische superioriteitsdenken van het kolonialisme. De lichaamsdelen zijn vaak ongevraagd opgegraven en meegenomen.
Behalve de skeletten heeft de Leidse universiteit ook nog een aantal zeer waardevolle oude Indonesische handschriften. Die zijn geroofd bij de koloniale oorlogen tussen 1894 en 1912, toen Nederland een reeks Indonesische eilanden "open legde". Vaak gingen er wetenschappers mee die na de massale slachtpartijen de buit direct in kaart brachten en verscheepten naar de musea. Het Leidse Volkenkundemuseum heeft nog veel buit uit Lombok, Bali, Aceh en Soembawa. In 1977 heeft men de helft teruggegeven. In Nederlands bezit bleven onder andere de schatten van het rijke eiland Lombok, meer dan 250 unieke voorwerpen: krissen, juwelen, zilveren huisgerei, munten en textiel. Na de uitbreiding van het museum wordt de buit waarschijnlijk permanent tentoongesteld.