De Fabel van de illegaal 37, januari 2000
Auteur: Ellen de Waard
De overheid presenteert de voorgenomen opheffing van het bordeelverbod als belangrijk voor de emancipatie van prostituees. Ook GroenLinks Leiden is er positief over. Men gaat echter te gemakkelijk voorbij aan de ongelijkwaardige verhouding tussen mannen en vrouwen in de samenleving. De opheffing van het verbod drijft illegale vrouwen nog verder in de armen van vrouwenhandelaren.
In Nederland geldt sinds 1911 een bordeelverbod. In de praktijk echter is de seksindustrie een door de overheid gedoogde en enorm winstgevende bedrijfstak. Met name voor de exploitanten, wel te verstaan. De seksualisering van de samenleving en het belang dat aan seks wordt gehecht heeft de afgelopen decennia een enorme vlucht genomen. Vrouwen zijn daarbij over de gehele linie, ondanks de seksuele revolutie van de zestiger jaren en de tweede feministische golf, altijd als erotisch en consumptie-object neergezet.
Per september 2000 wordt het bordeelverbod uit het wetboek van strafrecht geschrapt en vervangen door een nieuwe wet. Betaalde seks en het gelegenheid daarvoor bieden wordt dan wettelijk toegestaan, mits dit vrijwillig en tussen volwassen plaatsvindt. Seks-exploitanten - een verhullend woord voor bordeeleigenaars, pooiers en raamverhuurders - en prostituees zullen dan beschouwd worden als gewone werkgevers en werknemers. Vergunningen zullen verstrekt worden door de gemeenten. Vrouwen en mannen van buiten de EU worden uitgesloten en kunnen dus alleen illegaal aan de slag.
Een op de 7 mannen
Naar schatting zijn er in Nederland 25.000 prostituees werkzaam.1 Het merendeel van hen is vrouw en de klanten zijn voor een nog groter deel mannen. Zo'n 14,3 procent van de Nederlandse mannen gaat al dan niet regelmatig naar de hoeren.2 Zo'n 80 procent van de prostituees werkt in clubs. Zij moeten over het algemeen meer dan de helft van hun inkomsten afstaan aan de bordeeleigenaar.1 Die heeft dus een direct belang bij de hoeveelheid inkomsten die de prostituees verdienen. Die worden dan ook vaak onder druk gezet om zonder condoom te vrijen, meer klanten af te werken, alcohol te drinken en meer uren te werken dan zijzelf willen.
Ook de andere 'arbeidsvoorwaarden' zijn vaak ronduit belabberd. Veel prostituees moeten genoegen nemen met hokjes zonder nooduitgang, slechte bedden en gebrekkige hygiëne. De prostituees hebben vaak geen contact met gezondheidsvoorlichters, en kunnen veelal geen eigen arts of boekhouder kiezen.
Regulering
Leiden kent een massagesalon, een seksclub, een cabineclub, 2 seksclubs met escort, meerdere 06-nummers en een wisselend aantal escortclubs. Er is geen straat- en raamprostitutie.3 GroenLinks heeft met een notitie een voorzet gegeven voor een invulling van de gemeentelijke regulering. De partij-afdeling pleit voor de erkenning van prostituees als kleine zelfstandigen. Die zouden gebruik moeten kunnen maken van een subsidieregeling voor startende ondernemers. Prostituees zouden via een speciale gemeentelijke beheerstichting werkruimte moeten kunnen huren. De vergunning zou dan aan de exploitant van de beheerstichting verleend moeten worden. Zo zou de gemeente een grote vinger in de pap kunnen houden met betrekking tot de arbeidsomstandigheden en de bedrijfshuisvesting.
Verder wil GroenLinks dat de GGD actief wordt ingezet tegen aids, seksueel overdraagbare aandoeningen en geweld. Vrouwengezondheidscentrum Hara zou voorlichting moeten gaan geven en belangenbehartiger moeten worden. Exploitanten van prive-clubs en bordelen zouden pas een vergunning mogen krijgen na een antecedentenonderzoek.
Keuzevrijheid?
De opheffing van het bordeelverbod zou ertoe moeten leiden dat het werk uit de schimmige en vaak criminele sfeer komt en dat vrouwen onafhankelijker worden van hun bazen. Dat zou een stap in de emancipatie van prostituees moeten betekenen. Ze krijgen de mogelijkheid om zich als zelfstandige of gewone werkneemsters te profileren. Dat zou het taboe op prostitutie en de dubbele moraal daarover verder af moeten doen nemen. Voor vrouwen die bewust kiezen voor de prostitutie en het als een beroep als geen ander zien, kan de nieuwe wet daarin een stap zijn.
Echter, hun aantal is slechts klein. De keuze voor prostitutie is voor het overgrote deel van hen een keuze die niet positief wordt geformuleerd en beleefd. Het komt veelal voort uit een gebrek aan keuzemogelijkheden. Als vrouwen er vrijwillig in terecht komen, dan zien ze dit vaak als een tijdelijke oplossing, bijvoorbeeld door financiële problemen. Ook denken zij vaak in korte tijd veel geld te kunnen verdienen. Dat geldt vooral ook voor illegale vrouwen uit zeer arme landen.
Bij sommige vrouwen speelt mee dat zij in de prostitutie gevoelens van controle en macht over mannen zoeken die ze in het dagelijks leven niet ervaren. En ook verslaafde vrouwen maken niet echt een positieve keuze voor het beroep. In werkelijkheid worden vrouwen geconfronteerd met gezondheidsrisico's, geweld en vernedering door hoerenlopers, ongelijke machtsverhoudingen met de baas of pooier, lange werkdagen en het afdragen van verdiensten.
Het is niet erg aannemelijk dat het gros van de prostituees verandert in zelfstandige, mondige burgers die hun werknemersrechten opeisen. Zoals elke werkgever hebben ook de seksclubbazen baat bij een "hoge productie" tegen laag loon. Illegale vrouwen worden het meest uitgebuit.
Georganiseerde misdaad
Terwijl de Nederlandse en legale prostituees er wellicht op lange termijn iets op vooruitgaan, verslechtert de situatie van de illegale prostituees nog meer. Een belangrijk deel van de prostitutie is verbonden met criminaliteit en geweld tegen vrouwen. Vrouwenhandel neemt wereldwijd explosief toe.1 Alleen al in 1998 zijn er meer dan een half miljoen vrouwen verhandeld naar de EU.4 In Nederland komen er jaarlijks tussen de 2.000 en 3.000 vrouwen bij die onder dwang en misleiding in de prostitutie terecht komen. Naar schatting zijn er in Nederland ruim 12.500 illegale vrouwen werkzaam in de prostitutie. Zij verblijven gemiddeld 3 tot 6 maanden in Nederland en reizen dan weer door naar een ander land. Want de hoerenlopers willen constant nieuwe vrouwen en de vrouwen zelf willen arrestatie en deportatie voorkomen. Zij moeten veelal werken onder condities die Nederlandse vrouwen niet hoeven te pikken.1
Met de nieuwe wet krijgt het uitsluiten van prostituees van buiten de EU officieel vorm. Er vinden allang regelmatig razzia's plaats om hen op te pakken. Dit past in het algemene Nederlandse vreemdelingenbeleid, maar wordt tevens gepresenteerd als een krachtig middel tegen vrouwenhandel. Diverse belangenbehartigers van prostituees leveren daar kritiek op. Maar razzia's verslechteren de situatie van illegale prostituees alleen maar en spelen vrouwenhandelaren juist in de kaart. De illegale vrouwen durven uit angst voor oppakken en uitzetting geen aangifte te doen van vrouwenhandel en gedwongen prostitutie. Zij komen dan terecht in nog louchere circuits van prostitutie en criminaliteit. Dit maakt de vrouwenhandelaren nog minder aantastbaar.
Hollands Midden
In de strijd tegen vrouwenhandel zijn politie en overheid voor een groot deel afhankelijk van de illegale vrouwen zelf. Als de slachtoffers en getuigen van vrouwenhandel aangifte willen doen, krijgen ze 3 maanden bedenktijd. Gedurende die tijd en gedurende de eventuele strafrechterlijke vervolging tegen de vrouwenhandelaren die daaruit voortvloeit, krijgen de vrouwen een gedoogstatus en een uitkering. Daarna echter wordt meer dan 99% als dank uitgezet.5 Het gezichts- en inkomensverlies en het gebrek aan perspectief in eigen land maakt vrouwen er begrijpelijkerwijs niet happig op om aangifte te doen en zich bekend te maken.
Ook de politie van Hollands Midden heeft zich voorgenomen om volgend jaar illegale prostituees actief op te gaan sporen en uit te zetten. GroenLinks Leiden heeft hierover vragen gesteld aan B&W. De partij pleit voor goede opvang en een verblijfsvergunning op humanitaire gronden voor deze vrouwen. Zij vinden een bondgenoot in loco-burgemeester Van Rij, tevens hoofd van de politie. "Je moet een acceptabel alternatief voor vrouwen bieden, anders houden ze liever hun mond vanwege het grote risico uitgezet te worden." Van Rij pleit voor het aanpakken van de werkgevers, bijvoorbeeld door de clubs te sluiten.6
Zolang het EU-beleid erop gericht is migranten buiten de deur te houden, zullen handelaren voorzien in de behoefte aan makkelijk uit te buiten arbeidskrachten voor de seksindustrie. Vrouwenhandel kan niet bestreden worden via repressie van de slachtoffers, maar alleen door een wereldwijde stevige maatschappelijke positie van vrouwen.
Consumptie-artikel
Beleidsmakers huldigen nogal eens de liberale stellingname dat prostitutie van alle tijden is en dat het maar beter goed geregeld kan worden. Alleen de zogenaamde uitwassen zouden bestreden moeten worden. Vroeger hadden feministen een worstelende omgang met het verschijnsel prostitutie waarin de vrouw als lustobject en koopwaar werd gezien. Tegenwoordig huldigen ook zij veelal de liberale opvatting. In Zweden denkt men er anders over. Per 1 januari van dit jaar is prostitutie niet meer verboden, maar wordt de hoerenloper wel gestraft. In een samenleving waarin man en vrouw gelijk zijn koop je geen vrouw, aldus de Zweedse overheid. 7
Het blijft natuurlijk de vraag wat nu werkelijk het verschil is met andere werkgever-werknemer relaties waarbij de baas lichaam, verstand en vaardigheden huurt tegen een voor hem zo laag mogelijke prijs. In een consumptiegerichte kapitalistische economie wordt de vraag naar alle producten gestimuleerd en dus ook die naar seks. Een andere veel gehoorde opvatting is dat er zonder prostitutie nog meer seksueel geweld zou voorkomen. Deze nooit bewezen stelling lijkt meer een excuus om bestaande stereotiepe verhoudingen tussen mannen en vrouwen in stand te houden. En binnen de seksindustrie worden deze stereotiepen keer op keer gereproduceerd.
Bronnen: