De Fabel van de illegaal 40/41, zomer 2000

Auteur: Harry Westerink


Nederlandse politie verlengstuk van Turks regime

Met een solidariteitsverklaring heeft De Fabel van de illegaal laten weten verontwaardigd te zijn over de schandalige poging van de Nederlandse politie om persbureau Özgürlük de mond te snoeren. Özgürlük bericht regelmatig over het verzet van de DHKP-C (Revolutionair Volksbevrijdingsfront) en andere Turkse en Koerdische organisaties tegen de terreur van het Turkse regime en de EU-staten. "Ons land is rijp voor de revolutie", aldus de DHKP-C.

De vroege ochtend van 10 april. Een gemaskerde en met machinegeweren bewapende politie-eenheid blaast de voordeur van het pand van Özgürlük in Amsterdam met springstof uit zijn voegen. Gedurende 3 uur brengen 40 politiemensen de hele inboedel naar buiten en houdt men de enige in het pand aanwezige vrouw voortdurend onder schot. Men dreigt haar dood te schieten. Na afloop laat de politie, die Özgürlük nergens van verdenkt, enkel een telefoonnummer achter voor meer informatie. Einde razzia. Ook elders in Nederland slaat de staatsrepressie tegen DHKP-C aanhangers toe.

Pluim

Uit notulen van een bijeenkomst van diverse EU-staatsveiligheidsdiensten blijkt dat men streeft naar ontmanteling van de DHKP-C in Europa. De EU-staten hebben de jacht geopend op Dursun Karatas, de secretaris-generaal van de partij, en volgens het Turkse regime staatsvijand nummer 2, na PKK-leider Abdullah Öcalan. Het gerucht gaat dat Karatas in Nederland verblijft.

De actie tegen Özgürlük doet denken aan het staatsterrorisme waaraan kritische media in Turkije dagelijks zijn blootgesteld. Daar worden persbureaus vaak overvallen en journalisten bedreigd, in de gevangenis gegooid en zelfs vermoord. Volgens Özgürlük kan de inval enkel worden uitgelegd als steun aan het Turkse regime "dat verantwoordelijk is voor duizenden gevallen van verdwijningen en standrechtelijke executies, honderdduizenden gevallen van marteling en de opsluiting van tienduizenden politieke gevangenen. Democraten, mensenrechtenactivisten, zelfs parlementariërs zijn niet veilig voor het fascistische staatsapparaat. Iedereen die zijn of haar mond open doet uit onvrede met het heersende regime loopt gevaar."

Niettemin heeft de Raad van Europa Turkije onlangs een pluim gegeven vanwege het mensenrechtenbeleid, tot grote vreugde van Turkse diplomaten. In een rapport stelt de Raad dat "Turkije zonder twijfel een democratie is". In december 1999 besloten de EU-leiders om Turkije kandidaat-lid van de EU te maken. Daarom schetsen ze voortdurend een zo gunstig mogelijk beeld van het Turkse regime. De EU-staten en de Turkse staat proberen eendrachtig om verzet de kop in te drukken, niet alleen in Turkije zelf, maar ook in Europa. Nederlandse en Duitse bedrijven leveren aan het regime dan ook al jarenlang de wapens waarmee Koerden en andere tegenstanders van het regime worden vervolgd en uitgemoord.

Verdeel en heers-politiek

Fundamentele oppositie komt onder meer van de DHKP-C. Dat is een klassieke marxistisch-leninistische voorhoedepartij die het regime al jarenlang vastberaden en onophoudelijk aanvalt, door middel van aanslagen, "afstraffingen" en onteigeningsacties. De partij beschouwt Turkije als een "neo-kolonie" van het Amerikaanse en Europese imperialisme, waarmee de Turkse "oligarchie" collaboreert. In de Turkse regering zit ook de fascistische MHP (Partij van de Nationale Actie, ook wel bekend als Grijze Wolven).

"Wij vechten voor de bevrijding van onze volkeren, van de Turkse en Koerdische en alle andere nationaliteiten, voor gerechtigheid, gelijkheid en een menswaardig leven", aldus het DHKP-C-partijprogramma. De partij wil de "verdeel en heers"-politiek van de Turkse staat bestrijden door een "revolutionaire volksmacht" op te bouwen van alle in "Anatolië" levende "volken" of "naties": Turken, Koerden, Laz, Armeniërs, Georgiërs, Arabieren en Grieken. "De opdeling van de naties in verschillende kleine staten zal de arbeidende klasse der naties tot gevangenen maken van burgerlijke vooroordelen." Volgens de partij is het "een revolutionaire oplossing" om alle "nationaliteiten" te verenigen "onder het dak van een centrale staat".

Patriottisme

Anders dan de PKK streeft de DHKP-C niet naar een aparte Koerdische staat. Wel erkent de partij "het zelfbeschikkingsrecht van volken" en "het recht op statelijke afscheiding". Mocht "de Koerdische natie" het recht opeisen om "een onafhankelijke staat te vormen", dan dient dat ondersteund te worden, vindt de DHKP-C. Voorwaarde is wel dat het imperialisme daardoor niet wordt versterkt en "dat het noch de belangen van het Koerdische en Turkse proletariaat noch die van de beide naties schaadt".

De partij heeft moeite met een standpunt over nationalisme. Enerzijds verwerpt het partijprogramma "chauvinisme en nationalisme", dat enkel "de vijand" dient. Want "nationalisme leidt de naties niet naar de bevrijding". Anderzijds stelt men dat de Turkse elite op internationaal niveau een "karakterloze vernederende politiek" voert die "de nationale waarden" met voeten treedt, die "niets met nationalisme van doen heeft". Die elite heeft namelijk "alle deuren geopend voor de verwerpelijke kosmopolitische 'cultuur' van het imperialisme". De partij wil daartegenover een "revolutionaire en patriottische cultuurpolitiek" volgen. Het is duidelijk dat de twee typen nationalisme, het chauvinistische nationalisme van de "oligarchie" en het patriottische nationalisme van de "volken", uiteindelijk aardig wat ideologische verwantschap vertonen. "Naties" en "volken" zijn beide op nationalistische ideologieën gebaseerde constructies of mythen die de anti-kapitalistische en anti-patriarchale bevrijdingsstrijd ernstig kunnen belemmeren.

Internationalisme

Dat nationalisme en anti-imperialisme in de strijd voor een bevrijde samenleving elkaar bijten, blijkt uit de stellingname van de DHKP-C ten opzichte van de PKK. "Internationalisme is solidariteit tegen het imperialisme. De PKK heeft internationalisme veranderd in 'wat ik ook verdedig of doe, iedereen moet de PKK ondersteunen'", aldus het DHKP-C partijblad Devrimci Sol.

Volgens de DHKP-C heeft de PKK het anti-imperialisme in praktijk steeds meer afgezworen. "Men doet een beroep op het Europese en Amerikaanse imperialisme om de Turkse oligarchie onder druk te zetten voor de oplossing van het Koerdische probleem." Vanuit een nationalistisch perspectief beschouwd, stelt de DHKP-C, is de wens om een conflict met hulp van de VS op te lossen niet zo vreemd. Maar wel als men zichzelf socialistisch noemt, zoals de PKK. De DHKP-C heeft dan ook weinig vertrouwen meer heeft in de politiek van Öcalan en de zijnen. Dat heeft men de PKK-leiding al vaker laten weten.

Evenals bij veel andere communistische partijen, is het internationalisme van de DHKP-C een inter-nationalisme, dat wil zeggen: solidariteit tussen "naties" of "volken". Daarmee wordt het denken in termen van "nationale identiteit" en "nationale bevrijding" versterkt. Onbedoeld kunnen linkse organisaties zo een voedingsbodem scheppen voor de popularisering van extreem-rechtse denkbeelden.

Persoonsverheerlijking

Anti-patriarchale strijd komt er bij de DHKP-C maar bekaaid vanaf. Het partijprogramma stelt enerzijds weliswaar dat aan elke vorm van onderdrukking van de vrouw een einde moet worden gemaakt. De partij wil "sociale voorwaarden" scheppen "om de vrouw te bevrijden van de rol van de onbetaalde slavin in het huishouden". Anderzijds echter zwijgt het programma over seksueel geweld in de straten en slaapkamers van het "volk". Men neemt enkel stelling tegen verkapitaliseerde patriarchale verhoudingen, zoals prostitutie en reclame met vrouwen als lustobject. Bovendien spreekt men wel over "moederschap", maar niet over vaderschap en zorgtaken voor mannen. En ook niet over homoseksualiteit en de strijd tegen heteroseksisme. De exploitatieverhouding tot de natuur blijft hetzelfde. Die gratis arbeids- en productiekracht zal na de revolutie enkel een nieuwe "eigenaar" krijgen, het "volk".

Revolutionair machismo en religieus aandoende persoonsverheerlijking vormen opmerkelijke kenmerken van de DHKP-C partijlijn. Overtuigd van het eigen gelijk stelt men: "Alleen een verenigd volk onder de leiding van de DHKP-C kan de staatsmachinerie van het imperialisme en de collaborerende oligarchie vernietigen." Dat eigen gelijk is wel ten koste gegaan van een aantal doden in eigen gelederen. Begin jaren 90 vond er binnen Dev Sol (Revolutionair Links), de voorganger van de DHKP-C, namelijk een bloedige machtsstrijd plaats tussen de zogeheten Yagan- en Karatas-vleugel. Uit de Karatas-groep ontstond de DHKP-C, met aan het hoofd Karatas, "onze zoon, onze leider, onze commandant". "Oom" Karatas wordt binnen de DHKP-C hartstochtelijk bejubeld. De cultus rond één persoon komt de interne partijdemocratie bepaald niet ten goede. "Leiderschap wordt niet gegeven, maar veroverd", kan men in DHKP-C bladen lezen, wat neer lijkt te komen op een erkenning van het recht van de sterkste.

Witte folter

De DHKP-C activisten strijden niet alleen in Turkije. Eind 1999 ging de DHKP-C-er Ilhan Yelkuvan in een Duitse gevangenis in hongerstaking. Daarmee verzette hij zich tegen zijn al 18 maanden durende isolatie en ging hij het gevecht aan met de Duitse staat om een behandeling als elke andere gevangene te krijgen. "Witte folter", isolatie zonder contact met wie of wat dan ook, is een beruchte methode in Duitse bajessen om politieke gevangenen geestelijk en lichamelijk te vernietigen. Leden van de RAF en andere groepen uit het Duitse gewapende verzet hebben dat aan den lijve moeten ondervinden.

Andere in Duitsland, België en Frankrijk opgesloten DHKP-C-activisten gingen uit solidariteit met Yelkuvan ook in hongerstaking. En in Turkije weigerden zelfs meer dan 1.000 gevangen activisten van allerlei revolutionair-linkse organisaties om te eten. Ook vonden er in diverse landen buiten de gevangenis acties plaats, waaronder bezettingen en solidariteitshongerstakingen van Turkse migranten. Na 63 dagen zonder eten en deels zelfs zonder drinken boekte Yelkuvan een overwinning: de isolatie werd opgeheven. Hem is toegezegd dat hij voortaan dezelfde behandeling zal krijgen als andere gevangenen.

De Fabel van de illegaal verklaart zich solidair met de strijd van DHKP-C activisten tegen staatsterreur, maar staat wel een andere, meer vrij-socialistische politiek voor. Van Nederlandse zijde echter is enige bescheidenheid wel zo gepast. De kleine versplinterde linkse beweging hier kan nog wel wat leren van de duizenden onverzettelijke revolutionairen in Turkije, die zelfs bereid zijn om in de strijd, als het moet, hun leven te geven.

Terug