De Fabel van de illegaal 42, november/december 2000
Auteur: Eric Krebbers
Omdat dienstweigeren in Turkije niet mag, vluchten veel dienstplichtigen naar Europa. De Nederlandse staat erkent hen echter niet als vluchtelingen en stuurt hen zonder pardon terug. Veelal belanden de dienstweigeraars vervolgens toch gedwongen in het leger. Een onbekend aantal wordt daar gemarteld of komt zelfs om. "Zelfmoord", beweert het leger. Mensenrechtenorganisaties denken daar anders over. De Turks-Koerdische dienstweigeraar Enver Cig, die in Nederland mag blijven omdat zijn vluchtelingenprocedure langer dan 3 jaar duurde, eiste op 14 september via de rechter alsnog erkenning als dienstweigeraar. Heeft hij succes, dan wordt het voor de staat moeilijk om de dienstweigeraars nog langer te deporteren.
Cig is lid van de in Amsterdam gevestigde organisatie Askere Gitme! (Ga niet in het leger!), die is opgericht in februari 1997. Askere Gitme! strijdt voor het recht op dienstweigeren in Turkije en voor het erkennen van dienstweigervluchtelingen in Nederland. Er zijn hier veel dienstweigeraars uit Turkije, maar omdat ze niet worden erkend als vluchteling, werken ze vaak als illegale arbeidsmigrant. Ook onder de witte illegalen bevinden zich Turkse en Koerdische dienstweigeraars die voor geen goud terug naar Turkije willen.
In maart 1998 oordeelde de Haagse rechtbank in een zaak van 6 Turks-Koerdische dienstweigeraars dat "gegronde vrees te worden ingezet tegen eigen volk of familie" een reden kan zijn voor erkenning als vluchteling. "De banden met het eigen volk of de familie" zouden dan wel "sterk genoeg" moeten zijn. Naar volkse argumenten als deze lijkt de Nederlandse staat wel oren te hebben, zij het met enig tegensputteren. De erkenning van vluchtelingen die vanwege meer anti-militaristische overwegingen dienstweigeren, lijkt echter nog ver weg. Behalve voor de Koerdische zaak, zet Cig zich in voor het recht op dienstweigeren voor alle mannen met de Turkse nationaliteit. Ook dus voor dienstweigeraars die zich bijvoorbeeld verzetten tegen de almacht van het leger in de Turkse samenleving of zelfs tegen het leger überhaupt. Anderen verzetten zich tegen het leger omdat het alle dienstplichtigen onderwerpt aan een nationalistische hersenspoeling. De fascistische regeringspartij MHP, ook bekend als de Grijze Wolven, vormt een van de belangrijkste machtsfactoren in het leger.
Meedogenloos vluchtelingenbeleid
Het meedogenloze Nederlandse deportatiebeleid naar Turkije heeft al menig vluchteling het leven gekost. Slechts het topje van de ijsberg wordt hier bekend, meestal via de inzet van vluchtelingenzelforganisaties als PRIME. Nederland stuurt vluchtelingen meestal direct terug naar Turkije en soms via bijvoorbeeld Duitsland in het kader van de Dublin-afspraken waarbij vluchtelingen alleen asiel kunnen aanvragen in het land van binnenkomst in het Schengengebied. In de eerste 4 maanden van 2000 zijn er volgens IND-cijfers 33 Turks-Koerden gedeporteerd. Volgens een rapport van Buitenlandse Zaken van voorjaar 2000 hebben Koerdische dienstweigeraars in Turkije niets te vrezen.
Van 3 Turks-Koerdische dienstweigeraars, Suleiman Aksoy, Savas Çiçek en Cemil Yilderim, staat echter vast dat ze in de zomer van 1999, kort na hun deportatie, de dood vonden in het Turkse leger. Dat maakte PRIME bekend. Nadat staatssecretaris Cohen van Justitie niet meer om de feiten heen kon, kondigde hij op 29 juli 1999 een uitzettingsstop aan voor Turkse Koerden. Op 8 december gaf Cohen de deportatiemachine echter alweer vrij baan. Uit onderzoek van de Nederlandse ambassade zou zijn gebleken dat het om zelfmoorden ging. Behalve het Turkse leger zouden ook de Turkse mensenrechtenorganisaties IHD en TIHV deze lezing onderschrijven. Dat bleek een leugen. Deze zomer kwamen vertegenwoordigers van de IHD en TIHV zelf in Den Haag vertellen dat het hoogstwaarschijnlijk niet om zelfmoord ging. En als het toch zelfmoord was, dan waren de omstandigheden kennelijk zo slecht dat de mannen geen andere uitweg meer zagen, aldus de organisaties. De meerderheid van de Tweede Kamer heeft desondanks geen bezwaar tegen de hervatting van de uitzettingen.
Zelfmoorden
Het Turkse leger maakt zich niet alleen in de oorlog tegen de Koerdische PKK schuldig aan ontelbare schendingen van de mensenrechten. Ook de eigen dienstplichtigen hebben het zwaar te verduren, met name die van Koerdische komaf. Het is niet ongebruikelijk dat chefs hun ondergeschikten dagelijks slaan en schoppen en ook regelrechte marteling schijnt er 'normaal' zijn. De zelfmoordcijfers onder dienstplichtigen zijn dan ook bijzonder hoog. In januari 1994 bijvoorbeeld pleegden 19 soldaten zelfmoord nadat ze te horen hadden gekregen dat hun dienstplicht werd verlengd. De TIHV weet van zo'n 40 zelfmoordgevallen in de afgelopen 5 jaar. Dat is waarschijnlijk slechts een miniem deel van het totaal aantal zelfmoorden, omdat maar weinig ouders van omgekomen dienstplichtigen zich durven te melden bij mensenrechtenorganisaties uit angst voor represailles.
Hoewel tot nu toe slechts zo'n 30 mannen in Turkije openlijk hebben verklaard dienst te weigeren, kent het land tussen de 200.000 en 350.000 dienstplichtontduikers. Velen zijn gevlucht richting Europa, anderen zijn in Turkije gebleven en proberen uit handen van de autoriteiten te blijven. Een klein aantal van de dienstweigeraars heeft zich georganiseerd, onder meer in de ISKD (Vereniging Tegen de Oorlog) uit het Turkse Izmir, dat banden onderhoudt met Askere Gitme!. De ISKD wil de hele Turkse samenleving demilitariseren en democratiseren.
Omdat de ISKD veel steun en aandacht krijgt vanuit het buitenland, worden de aan hen verbonden dienstweigeraars relatief goed behandeld. Wel gaan de mannen steeds in en uit de gevangenis. Wanneer ze hun straf hebben uitgezeten, worden ze naar een kazerne gebracht, waar ze opnieuw dienstweigeren, waarna ze weer de bajes in draaien. Dat kan zo jarenlang doorgaan.
Westerse belangen
Het militaire regime in Turkije wordt stevig in het zadel gehouden door de EU- en NAVO-landen. Zo worden Koerdische en linkse verzetsorganisaties uit Turkije ook in Europa verboden en gecriminaliseerd. De Turkse en Europese geheime diensten werken samen bij het opsporen en bestrijden van verzetsnetwerken in Europa van bijvoorbeeld de PKK, de DHKP-C en de TKP-ML. Veel verzetsmensen uit Turkije zitten in Europese bajessen. Op zijn beurt geeft bijvoorbeeld de Nederlandse justitie lijsten met deelnemers aan Koerdische protesten in Nederland door aan de Turkse politie. Verder leveren veel Europese landen aan het Turkse leger vliegtuigen, wapens en munitie die ingezet worden tegen de Koerden.
EU-landen werken ook nauw samen met Turkije om te voorkomen dat mensen naar Europa vluchten. De EU levert geld en expertise voor de bouw van moderne vluchtelingengevangenissen, en helpt ook bij het opzetten van een scherpere grensbewaking, het opsporen van illegale documenten en het deporteren van ongewenste vluchtelingen. Koerdische vluchtelingen die toch bijvoorbeeld Nederland weten te bereiken, komen hier vrijwel niet meer in aanmerking voor asiel, maar verdwijnen direct de gevangenis in, in afwachting van deportatie. Dat had vorig jaar nog een serie hongerstakingen tot gevolg. Ook PKK-leider Öcalan werd niet toegelaten.
Turken en Koerden die in West-Europa leven, legaal of illegaal, vormen hier voor het overgrote deel een onderklasse die voornamelijk in laagbetaalde baantjes uitgebuit wordt en zo een enorme bijdrage levert aan de welvaart van de autochtone Europese bevolking. Redenen te over om samen met linkse Turkse en Koerdische organisaties te willen vechten voor verbeteringen hier en daar.
Pleitnota
Het steunen van de strijd van de dienstweigeraars kan daar een goede aanzet toe zijn. "De heer Cig is een duidelijke tegenstander van het militaire regime in Turkije", schrijft Cig's advocate Gerda Later in haar pleitnota. "Hij ondergraaft het militaire systeem door zich op gewetensbezwaren te beroepen en dat nader te motiveren onder meer aan de hand van hoe het leger optreedt. Dus hij is een grote vijand van het militaire systeem. Mede gelet op de nationale veiligheidsraad (leger) die feitelijk boven de regering staat, is er dus sprake van een gevaar voor vervolging en zijn terechte beroep op vluchtelingenschap dient naar mijn mening erkend te worden." De uitspraak wordt begin november verwacht.
Meer informatie? Bestel de brochure "Dienstweigeren in Turkije" bij het Studiecentrum Turkije: 020-6931757.