De Fabel van de illegaal 42, november/december 2000
Auteur: Harry Westerink
Dwarsligger
Smurrie
"Als die anti-fascistische activisten links zijn,
dan ben ik rechts",
tierde een meneer van die o zo vrijzinnige omroep
die het nodig achtte
om ter verhoging van de amusementswaarde
en de kijkcijfers
weer eens een taboe te doorbreken
en zonder blikken of blozen
een van de bekendste neo-fascisten van Europa,
Vlaams Blok-leider Filip Dewinter,
uit te nodigen voor een discussieprogramma op tv.
Op allervriendelijkste wijze
werd de neo-fascist de gelegenheid geboden
om duidelijk te maken
hoe beleefd
en fatsoenlijk
en gladgeschoren
en welbespraakt
en charmant
een fascist kan zijn,
alsof de langverwachte ideale schoonzoon
zich tenslotte toch nog heeft aangediend
bij het bovenmodale burgergezin met de twee huwbare dochters.
"Zo ga je niet om met buitenlanders die bij ons te gast zijn",
raasde een andere meneer van dezelfde omroep
die kort tevoren tot het pijnlijke besef was gekomen
dat de programmamakers
volstrekt onvoldoende voorzorgsmaatregelen hadden getroffen
om de neo-fascist,
deze ene zo welkom geheten "buitenlander",
te beschermen tegen die vreselijke activisten
die zich zorgen maken over de groei van extreem-rechts
in heel Europa.
De omroepmeneer kon zich wel voor z'n kop slaan,
want hem was medegedeeld
en verzekerd
dat die meute anti-fascisten
tegenwoordig op sterven na dood was,
terwijl men juist op deze gedenkwaardige zondag,
op 24 september 2000,
de auto van de neo-fascist aan diggelen had geslagen
en men nu buiten de studioruimte, op straat,
een heel uur lang een teringherrie stond te maken
om zo het tv-programma te ontregelen.
Een oudere strak in het pak zittende anti-fascist
kwam zelfs binnen de boel verstoren
door er een smeerboel van te maken.
Hij smeet een chocolade-achtige smurrie
recht in het huichelachtige smoelwerk van de neo-fascist
die plots niet meer triomfantelijk grijnsde,
maar in zijn bruinhemd ging raaskallen
over dezelfde democratie en vrijheid van meningsuiting
die hij andere "buitenlanders" wenst te ontzeggen.
Insmeren met pek en veren:
zo ga je om met binnen- en buitenlanders
die ernaar streven om andere groepen binnen- en buitenlanders
op basis van huidskleur en nationaliteit
maatschappelijk uit te sluiten, af te zonderen, uit te stoten,
tot tweederangs burger te bestempelen
en als vee op te jagen.
"Dat Vlaams Blok, is dat wel extreem-rechts?",
vroeg weer een meneer van de omroep
aan een zogenaamde deskundige.
De programmamakers meenden toch echt begrepen te hebben
dat inmiddels het einde van de ideologieën is aangebroken
en dat de oude vetes tussen links en rechts zijn bijgelegd
en dat politieke meningsverschillen in deze postmoderne tijden
zoiets zijn als de diverse merken wasmiddelen
in de reclameboodschappen
en dat nu eindelijk de beste van alle werelden is bereikt.
Hoog tijd, vonden de omroepmeneren,
om een toch al succesvolle extreem-rechtse partij
nog wat meer propagandamogelijkheden aan te reiken.
Hoog tijd, vinden de activisten,
om ook eens een chocolade-achtige smurrie
in het smoelwerk te smeren
van zelfgenoegzame omroepmeneren
die het nooit lijken te willen leren:
fascisme is geen mening,
maar een misdaad.